Passionate. Jaargang 3
(1996)– [tijdschrift] Passionate– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 6/d]
| |
[pagina 7/D]
| |
Zonet
Zonet heb ik dit sonnet geschreven,
al ging dat niet zonder slag of stoot.
Nog aan 't begin ervan was 'k as de dood,
maar 'k zou het levensadem geven.
Gebogen over het papier [nog onbeschreven],
rond bet uur dat neigt naar avondrood,
ontsnapt' ik, vloekend, maar ternauwernood
aan 'n gefrustreerd in 't luchtledig' zweven.
Doch 't eerste woord ervan, zo hâk vooropgezet,
moest starten met 't slot van 't alfabet.
De rest zou dan een kwestie zijn van rijm et cetera.
Ik schreef en schrapte, koos woorden nauwgezet.
Lag soms wel eeuwen na te denken op mijn bed.
Het resultaat: dit vers, dat uitmondt in een A.
| |
[pagina 8/e]
| |
Perspectief
Lang, heel lang
kan het donker zijn.
Tot je tot je strot
in de stront zit.
Maar zie: 1 x in de
diepste duisternis
[de barre, barre nacht
dat je jammerlijk de psalm
De profundis aanheft:
nooit eerder nog
zat enige sterveling
zo zwaar in de rats
als jij] - of daar wenkt
boven aan de rand
van het ravijn,
door grauwe waden
van nevel mist
bijkans onttrokken
aan het zicht
[zal je anders net zien],
zowaar een zweem van
licht.
frans vogel | |
[pagina 9/E]
| |
Sportverdwazing
Ik? Wielrennen? Ga nou gauw fietsen.
Voetballen? Doet me geen kanaal.
Boksen? Kijk wel link uit.
Schaatsen? Laat me ijskoud.
Tennissen? Nog niet met kennissen.
Schermen? Beetje met wóórden, ja.
[Roeien met de riemen die ik heb, hè?]
Denksport: geen denken aan.
Zo kan ik, wat schaken betreft,
nog geen paard van een dame onderscheiden.
Wat me ook op straat [buiten het
schaken om] de nodige parten speelt:
denk ik een praatje aangeknoopt te hebben
met het paard van de schillenboer,
blijk ik in feite een babbel te zijn begonnen
met de vrouw van de slager! Of andersom.
De krankjorumste situaties.
Eén keer zelfs, in 't holst van de nacht,
liep ik op [hou je vast!] tegen een páárd
van een dame. Absoluut mesjoggene toestand:
schaakmaf. Mag wel uitkijken...
| |
[pagina 10]
| |
[advertentie] |
|