begeleiden op hun weg naar de alfabetisering.
Laten we ze daarvoor dankbaar zijn, deze pioniers van de Grote Kunst, want het is geen pretje om barbaren enig literair besef bij te brengen. Dat is een taak waar je niet te licht over moet denken, al je tijd en energie gaat er aan op. Wat je voor zo'n stad allemaal over moet hebben.
Ik stel me zo voor: soms vereren ze Rotterdam met een bezoek, want hun opofferingsgezindheid gaat echt heel ver. Niet dat ze te gast zijn in de talkshow van Deelder, want om onbegrijpelijke redenen worden ze voor de wekelijkse happening in Parkzicht niet uitgenodigd. Nee, dan komen ze op een vrijdag bijeen en vergaderen ze over een nieuw project van hoog niveau, waarna ze elkaar sterkte wensen en zich naar het station haasten. Daar zie je ze dan meestal de trein naar Amsterdam of een provinciestadje nemen, hoewel een enkeling tegenwoordig naar het zuiden spoort, maar dat zal wel met carnaval te maken hebben.
U kunt zich voorstellen wat een commotie het geeft wanneer een groepje jonge mensen een eigen blad begint uit te geven. En met hun naïeve brutaliteit hebben ze dan ook nog het lef om subsidie aan te vragen: het astronomische bedrag van 7.000 gulden. Alsof ze niet wisten dat alles in Rotterdam geïnitieerd wordt door de commissie De Wolff. Het niveau van het tijdschrift ligt beneden Normaal Amsterdams Peil, luidt het oordeel van de sectie letteren. Want volgens sommigen ligt heel Nederland beneden Normaal Amsterdams Peil. Misschien is het daarom een aardig idee om Rotterdamse maten in het leven te roepen en om te beginnen de sectie letteren van de RKS langs de Rotterdamse meetlat te leggen. Eens even kijken of ze dan nog de kop boven water kunnen houden.
Mocht u binnenkort geronk horen, dan bestaat inderdaad de mogelijkheid dat ik na een bezoek aan het café om de hoek ergens lig te snurken, maar het kan ook zijn dat Kees Versteeg met het zagen aan stoelpoten de revolutie heeft ingezet.
En zo, jongens en meisjes, zijn wij aan het einde gekomen van ons sprookje De Wolf en de Zeven Ruggen. De ruggen hadden een veilig heenkomen gezocht in de staander op het stadhuis aan de Coolsingel. Daar ontfermden politici zich over het zevental en zij beraadslaagden tot diep in de nacht wat zij met hen zouden doen. Totdat één van de politici voorstelde om de ruggen onder de hoede van Passionate te brengen. Daar zou het zevental veilig zijn.
En zo geschiedde het. De wolf werd verbannen naar het Amsterdamse Bos, de ruggen gingen een mooie toekomst tegemoet en Passionate schreef nog lang en gelukkig.
giel van strien