gezwengeld te worden, net zolang tot de pot leeg is. Iemand met een stevige biceps heeft het karwei in zo'n tien slagen gefikst. Mits je tenminste de schakelaar onder het wastafeltje omzet, want de afvoer van deze aluminium wasbak wordt aangedreven door dezelfde pomp. Als je het vergeet wordt de inhoud van de toiletpot niet de zee ingepompt maar spuit met kracht via de wastafel tegen het plafond, alsof je olie aanboort op volle zee. Alleen de kleur van de drek is vergelijkbaar met het zwarte goud maar daar houdt de overeenkomst ook wel op. Het behoeft geen betoog dat de bemanning gedurende drie dagen de smetteloze toiletten van de Engelse jachtclub verkiest boven de latrine aan boord van de Typhoon. Buiten de jachthaven, een dorp op zich, hebben we weinig van het eiland gezien. Kapitein M. en ik ondernemen nog een aantal pogingen om de protserige jachthaven te ontvluchten, maar verder dan het volgende dorp zijn we nooit gekomen. Zodra we de zee achter ons gelaten hebben, loopt de temperatuur zo hoog op dat de aanvankelijke ondernemingslust al snel verdrongen wordt door slechts één gedachte: ‘Terug naar de kust!’ Op het terras van een kleine supermarkt waar we een paar flessen lokaal bier bemachtigd hebben, strandt onze ontdekkingsreis door de binnenlanden van Antigua. Of we veel gemist hebben weet ik niet, maar de paar kilometer die we landinwaarts hebben afgelegd, nodigden niet direct uit tot meer. De kuststrook heeft een hoog ansichtkaartgehalte: adembenemende baaien, hagelwitte stranden gevolgd door een brede strook palmbomen. De hoger gelegen delen van het eiland zijn dor en verschroeid en alleen groen tijdens de regenmaanden september, oktober en november. De ‘Caribbean Cruisingguide’ meldt dat de Spanjaarden en later de Engelsen in de zestiende en zeventiende eeuw met behulp van uit Afrika geïmporteerde slaven grote suikerrietplantages lieten aanleggen. De winsten vloeiden naar het Verenigd
Koninkrijk, waar een deel van de revenuen werd gebruikt om de oorlogsvloot van admiraal Horatio Nelson, ‘the Leeward Islands Squadron’, verder te versterken, onder het motto ‘Britain rules the waves’.
Als ik 's avonds in m'n eentje door de fraai gerestaureerde ‘Admirals Residence langs wat portretten en opgepoetste bezittingen van de Engelse zeeheld wandel, is er weinig voor nodig om mezelf drie eeuwen terug in de tijd te plaatsen. Het houten verblijf geurt naar teer en door de geopende ramen klinkt het snerpende geluid van een ankerketting, gevolgd door een doffe plons van het anker.
Matroos C.