Parmentier. Jaargang 17
(2008)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 121]
| |
15Ik zit in de. Baby. Groen. 'n Koe. Bruin, de zon. Masten, bladeren.
Ik ben er niet. Een vrouw met paraplu stapt uit een wagen voor het stoplicht. Mam, ik wil je even voorstellen... Ik ben het zat om genegeerd te worden. We moeten sneller zijn. Ik wil je niet helpen. Als je maar gematigd bent. (...) Waar schieten we op? We zaten samen op 'n bankje en aten salade en joegen de duiven weg met onze voeten. ‘Vrij?’ vroeg ik geïrriteerd. ‘Hoe kan jouw soort nog vrijer zijn?’ Zwarte Piet rijdt voorbij in een Hyundai. Het individu is het grootste probleem, de onbevredigde verlangens... Als je naar buiten kijkt zie je niemand, zeker niet als 't regent. De mist als. Durf ik een banaan te pakken uit haar ijskast? ‘Zo’ hebben ‘we’ ‘dat’ niet ‘met elkaar’ ‘afgesproken’ ‘in’ ‘Nederland’. Alle mogelijke verzamelingen vormen samen géén verzameling (principe van de oneindigheid). Elke recessie is weer boeiend. Het vertrouwen van de consument is de afgelopen maanden iets toegenomen, maar de werkeloosheid groeit sterker dan verwacht. Aan het begin van de Kalverstraat, bij de Fame Record Store, staat een groepje mensen te kijken naar de vidiwall. O! ‘Ik geloof je. Het spijt me.’ ...over de twee steden, meer in het bijzonder de stad der heiligen in de hemel die zijn burgers opleidt hier beneden; in de aardse lichamen van de | |
[pagina 122]
| |
gelovigen is de heilige stad als het ware op pelgrimstocht totdat de tijd van het koninkrijk is gekomen... Wat is een ritme anders dan de schim van een belofte - een vlag misschien, een personage zonder persoonlijkheid, een wolf, een schreeuw die in de mond begint te zingen? Dat zal nog wel een tijdje zo doorgaan. (...) Ik probeer gewoon je. Jouw. Bomen. De woorden waarvan de oude poëzie zich bediende hebben hun beteekenis verloren. Schriften, boeken, pennen, papieren, spiegel, plakband, wafel, vliegertouw, een brief, een lege cartridge, etc. Er zijn bedrijven die in deze dingen specialiseren. Er is een opleiding voor het fotograferen van eten. Maar als er werkelijk zoiets als ‘het volk’ bestond, waarom zou het dan niet populistisch stemmen? De stad (Leiden) gorgelt van een hele dag regen. Enkel het. Sluiten. Sluiten. Start. ‘Kijk nou’ (op van deze pagina). 11 valt. Waar? Dolce & Gabbana. ‘Soms ben ik bang dat er helemaal geen hoop meer is, dat er maar één keuze is en dat die al door anderen in onze naam gemaakt is.’ Lichtblauw en het zelfde rood met paars. Het is de laatste dag van het jaar. Wat komt er op tv? O hiphop, zal wel 'n item zijn over zwarten in Los Angeles of zo; haha, nee, 't is Gaza. O. Kleine dieren gooien stenen. Zegt dat jou iets: eenzaamheid, woestenij? Mooi hoor. Trein komt station binnen. Licht! Blauw! De schaduw van een wolk = de schittering van een stad in water. JE EIGEN REGELS MAKEN EN DAARAAN VASTHOUDEN, JE EIGEN STIJL CREËREN, IN WERK EN PRIVÉ, IN JE NORMEN EN WAARDEN, IN JE UITERLIJK. Het gras is hier asgrijs en loopt feilloos over in het beton. Zon door glas! Koud wit licht, en de daken rood, de stammen zwart. Appelsientje. Wat de New York Times ook schrijft, het tijdperk van de ironie is op 11 september niet geëindigd, maar een nieuwe fase ingegaan - die van de EXTREME ironie. Het is ook leuk. Groot zijn haar legers, prachtig de divisies. (...) Ik word wakker met commercials gericht op ondernemers; ik ben geen ondernemer. Brommers, bomen, vogels, gevels, water. Human Resources Nederland. Je kunt altijd op een Arabische beursanalist rekenen om te geloven in de Europese beschaving. Zo. Niet tevreden met je tieten? Alle hoop verloren? U kunt mij wel tutoyeren. | |
[pagina 123]
| |
Ik ben hier niet voor gekozen. Op deze plek had hij nog nooit gezeten. De volle maan, vanuit de rijdende bus, heeft de glans van een teken. Ze scheen de betekenis van de woorden te kennen, of in ieder geval kenden haar lichaam en stem haar.
(...)
‘En wat doe je nou zoal de hele dag?’
(...)
‘Denk je soms dat iemand geboren wordt met zo'n hekel aan zichzelf?’
(...)
Je meent: ‘Daar loopt iemand,’ en dan ben je het zelf in een spiegel. Zijn intrinsieke structuur staat niet bloot aan radicale omverwerping, enkel aan herziening; het laat geen vrede toe, maar door middel van competitie garandeert het zekerheid. Het gelul van ‘wij zijn’. (...) Als je daar naar binnen gaat kun je te eten krijgen. (...)
De geschiedenis. Ik breek een stuk af. Daar is ze - wie leek het eerst? De natuur. Ik vind m'n kleren niet meer leuk. Ik kan heel slecht tegen kritiek; elke aanmerking maakt me wanhopig; ik leg de lat te hoog; ik geef de schuld aan m'n moeder.
Je hebt het nog niet in de gaten, maar... Poëzie betekent (a) ik ga dood. Ik loop gewoon wat rond omdat ik niet weet waar ik met mezelf naar toe moet.
Nu eerst iets over mijzelf. Over mijzelf en mijn hobby's. Enkele gegevens over mijzelf. Even in het kort iets over mijzelf. Deze pagina gaat over mijzelf!!! Dit is een demonstratie. De maat van de catastrofe is de vernietiging van elke maat als zodanig; dat heeft de catastrofe gemeen met liefde zoals gedefinieerd door Augustinus. Guy Debord schiet zich in de borst. Zie ik je nog? De hele wereld treedt ons tegemoet in de ruimte van een dag. Ik krijg er een kick van. Alsof niet jij naar die muziek luistert, maar de hele wereld. (...) Of is het een beweging, het voortdurende begin van alles, waarvan het symbool slechts een gesubstantiveerde vorm is? Heidegger zette een kruis door ‘zijn’, omdat het niets is, en een kruispunt. ‘Verbaast dat je? Vind je het goed?’ De eerste dunne laag ijs: licht met donkere vlekken rond het gebroken riet; vaal plastic, een gebroken paraplu. 's Zomers varen hier mensen. | |
[pagina 124]
| |
(...)
Een droevig lied.
(...)
Mensen over de brug, mensen op straat, in bussen, en ik ben bang. De binnenlandse vraag is afgenomen, de lonen zijn omhoog gegaan, onze internationale concurrentiepositie is zwakker geworden. Men wint met tussenspreken / Gemakkelijker veld dan door dien steilen weg /Van oproer? De chaos van de afgelopen dagen lijkt een beetje op te lossen. U bent weer in staat wat structuur aan te brengen in uw leven.
Foto's. Terroristen. Benauwd, mouwen opgestroopt (juni). Zachtjes.
December: Corin Tucker (van Sleater-Kinney) op de bank met een baby voor de oorlog. Naar deze woorden luisterden zij graag en meteen gooiden zij de dekens van zich af en keken met verbazing naar het hert daar op het strand. Ontsnapping is wat leeft in wat bestaat. Overal ter wereld worden persconferenties gegeven. En ik geloof dat ik gelukkig ben. ‘Hé! Ik wilde net m'n blik naar binnen richten...’
Mijn naam is Percy Bysshe Shelley en ik ben een historisch figuur en dichter. Ik ben een man. Ik ben een no-nonsense kapper. Ik ben een normale Palestijnse man. Ik ben een laatbloeier. Ik ben een Turks meisje. Ik ben een paar jaar ouder. Ik ben een ster. Ik ben een beest. Ik ben een integer mens. Ik ben een oase van liefde en vreugde. Ik ben dood. Daar: even: wat licht.
Ze streelde hem zelfs een beetje, trok zijn das recht en streek zijn haar glad. Hij straalde van geluk. ‘Hoe ging je gesprek? Je zag er mooi uit.’
(...)
‘Als je weer terug bent? Koffie? Ik heb wel geld! Zes uur?’
(...)
En steeds weer is de conclusie: ik heb geen keuze. En het herziet zich gedurig door winnende strategieën in zijn diverse domeinen te integreren: het lijkt zich vanuit zichzelf op te bouwen. Plastic en wolken en logo's en velden en sokken die moeten worden opgetrokken en de zon en iemands kat en een condoom: een oneindigheid aan zaken dus. | |
[pagina 125]
| |
Later!
(...)
Maar hoe bereiken we dat punt, of liever gezegd, hoe maken we ruimte voor dat wonder, en hoe trekken we de lijn die ons daar naartoe zal leiden? Wat is het antwoord? En waarop? Gepubliceerd met de toestemming van de erven Mettes en bezorgd door Piet Joostens, Frans-Willem Korsten en Marc Reugebrink. |
|