Ton van 't Hof
Het theater van de poëzie
No language practice should be taken for granted or assumed to be the only one.
Charles Bernstein
Voor Charles Bernstein (1950) is poëzie theater. Hij prefereert gekunsteldheid boven gedichten die pretenderen te onthullen, op zoek te zijn naar ‘de waarheid’. Zijn poëzie is overduidelijk ‘kunstmatig’, onharmonisch, waardoor de lezer op een afstand blijft, zich voortdurend bewust is dat hij of zij een tekst leest. Hij wil dat zijn lezers de confrontatie aangaan met de woorden, het gedicht, de betekenissen. Om zo, en dat is zijn uiteindelijke doel, menselijke waarden die worden uitgedrukt in taal en lang niet altijd even gemakkelijk zijn te herkennen, op te kunnen sporen en met enige twijfel tegemoet te treden. Want voor Bernstein is geen enkele ethische, esthetische of persoonlijke waarde absoluut en dienen waarden telkens weer ter discussie te worden gesteld om uitwassen en dogma's te voorkomen. In zijn voorwoord bij The Politics of Poetic Form: Poetry and Public Policy (1990) schrijft Bernstein dat ‘poëzie de ongeëvenaarde arena is voor sociaal onderzoek naar de (her)vorming van het publieke en de (her)vorming van discours’. Hij brengt dit zelf in de praktijk door in zijn poëzie voortdurend het gebruik van taal door de gemeenschap te verkennen en uit te dagen. Zowel qua vorm, stijl als inhoud. In zijn bundels wordt prozapoëzie afgewisseld met kinderversjes, vragenlijsten, opsommingen, fuga's en ballades, en maakt hij gretig gebruik van teksten uit reclamefolders, krantenartikelen, zelfhulpboeken, wetenschappelijke essays en literaire teksten van anderen. Hij verzet zich steeds tegen gangbare modeverschijnselen in het algemeen en die in de poëzie in het bijzonder. Hij wil af van de eis van de literaire kritiek tot ‘een ondubbelzinnig oppervlak, minimale stemmingswisselingen binnen paragrafen of tussen paragrafen,
uitsluiting van irrelevant of tegenstrijdig materiaal en de toon beperkt tot het bekrompen, geaffecteerde omhulsel van gematigdheid, neutraliteit, objectiviteit, respectabiliteit of ontzielde abstractheid.’ ‘Voor Bernstein,’ zegt Susan M. Schultz in haar essaybundel A Poetics of Impasse in Modern and Contemporary American Poetry (2005), ‘kunnen vorm, stijl en inhoud niet van elkaar worden gescheiden; schrijven in een conventionele vorm of stijl betekent conventionaliteit in zijn of haar denken.’ Bernstein is op zoek naar ‘een alternatief voor het kleurloze conformistische, op mode gerichte denken dat een vernietigende uitwerking heeft op ons mentale landschap’.