| |
| |
| |
Gwenaëlle Stubbe
Twee reeksen
Vertaald door Piet Joostens
Pionnen
EERSTE PIONNEN:
- | EEN GANG |
- | FIGUREN IN DIE GANG |
- | DIEREN IN DIEZELFDE GANG |
- | EN IK |
HET IS TROUWENS KERSTMIS OOK AL LIJKT HET NIET ZO
Langs de muren gaan figuren, opstaand haar, figuren zonder vel, hele stiekeme.
Waar ze goed in zijn is voorbijtrekken als een windstoot.
Ze trekken voorbij en trachten snel nog pirouettes te maken, ze dansen volks en maken van die hele kleine beweginkjes met hun vingers zodra ze de kans schoon zien.
En bij dit alles kronkelende, doodernstige dieren op de vloer, die snel nog een bijdrage verzinnen voor Kerst.
TWEEDE PION:
EEN SCHEIDS, OOK IN DE GANG
ROL EN BESCHRIJVING
Scheids wordt stevig gepakt. Midden in de gang (nogal hardhandig, dat moet gezegd). Alles moet nog gebeuren. Scheids is de scheidsoperator, de scheidsbaas, hij is het die de contracten voorlegt.
De scheidsoperator zit op een hoge stoel, drie treden, genre scheidstennisstoel.
Hij toont de dieren hoe te circuleren.
| |
| |
De dieren beschikken over piepkleine gangen. Gaan er langs die gangen vandoor. Afzonderlijk.
Het is allemaal nog wat nieuw maar de afzondering is wel lekker, zij herbront. Zucht, er zijn zuchtjes, en plekken voor waas, wijwatervaten.
CLAUSULE
In het contract staat dat ook het zichtvermogen gecontroleerd moet worden.
Men spant het aan, het zichtvermogen, allemaal samen, niet simpel maar het gaat, een strakke blik van iedereen (samen sterk) op scheids.
Scheids controleert de balans van zijn bril, legt (men weet niet hoe) de dossiers neer (in de lucht, in de hoogte, in het midden, op niets), ontwikkelt vingers met een identiteit, om de bladzijden om te slaan.
DE TAAL DER DIEREN EN FIGUREN
Figuren én dieren hebben hetzelfde type tongval in kolommen:
Ze staan in het gelid als aan tafelvoetbalstaven geregen.
HOE MAAKT MEN ZICH UIT DE VOETEN?
Een getekende hoorn. Die kant uit.
De figuren hervatten zonder regels. Een blik op scheids, het appel. Lomp voetgedoe.
| |
| |
Het doet pijn. Scheids doet maar alsof (hij heeft niets gehoord), om de situatie te beheersen heeft hij zijn kin. Kin omhoog wil zeggen dat je maar beter stand houdt.
Maar dat is het niet, ze houden stand.
De dieren gaan ervandoor, zoveel poten houd je niet voor mogelijk, ze zetten er met elke bocht een pootje bij. Van a gaat het naar arf
WEEKDIERVERSCHIINING
De dieren kruipen. Verlegen, halfgeplooide weekdiercreaturen. Het is wachten op orders.
WEEKDIERDECORATIE
De baas, uitspraakcorrectietoestel. Zuivere achterkeel. Functionerend strottenhoofd richting sluis.
Ik, ik laat niet met mij sollen. Dat nooit!
Over de muren sluipen diverse strekkingen op stoom en allerlei weekdieren in het weke.
Snel, ik zet weekdieren in een pasvorm door een bezemsteel.
REACTIE VAN BAAS
Da's allemaal nep.
In het halfduister wikt baas (hij is de dupe niet).
In afwachting doet hij alsof hij zijn vingers glad strijkt.
| |
| |
VERMAAK VAN BAAS
Jeugdigheid der reptielen. Het goede aan reptielen, zegt scheids, is dat ik hun staart afkan knippen, als ik dat zou willen.
VERSCHIJNING VAN EEN PAARD, ONTSPANNING VAN SCHEIDS. HEILZAME VERGELIJKING VAN PAARDEN MET REPTIELEN.
Scheids haalt een paard tevoorschijn (waaruit is niet duidelijk), draf op de vlakte.
Opmerking:
Fut van paarden, naast die van de reptielen.
Scheids op zijn paard, trots, spoort aan.
Ik ga met mijn paard over het grootste stuk van de heide, met dat dikke beest onder mijn been. Dat zegt hij.
IK KOM AAN IN DE GROEP
Ik kom aan op mijn paard (ik ook)!
De dieren kruipen over een luchtkussen. Zeggen nogmaals aa. Iedereen zegt a.
De scheidsbaas zit in zijn spreekkamer, in zijn holte onder plastic.
En ik, ik maak rondjes op mijn paard.
Iedereen zegt nog eens a.
| |
| |
RITME VAN HET PAARD
Je moet de kadans bewaren, de kadans.
Een helm op het hoofd van baas.
Troepen maaien het graan. De oorlog is intact.
De oorlog is intact, paarden draven over de vlakte, dat is doeltreffend. Ik zit op mijn paard.
De oorlog is intact, geen haar, geen ogen, alleen een helm. Al het gedane een maat voor niets. Al het gedane een maat voor niets.
Geen deuntje met een fluit begeleid, geen bader met een boot.
Het paard zondert de vlakte af, hoe meer ik het zeg, hoe meer het waar is.
VERVOLG MET PAARD
Ik laat mijn paard uit en mijn hond ook.
Met het paard te zijn, en met de hond, en het bijbelse toebehoren, en mijn schaapjes. Ik doe de afwas voor de schaapjes, ik ontluis ze, ik ben deelachtig aan de bijbelse verstandhouding.
We delen deze houding met velen die ook in dienst zijn.
Geknield. Gebed. A aa A aa. Altijd de tijd nemen voor een gebed. Hee!!!! Hee!!!! Antwoord toch! Hee!
| |
| |
| |
Definitie van De Clams
C
De Clams is een erg gelijnd zeeding met middenin een kleverige substantie die direct aan oog doet denken.
De Clams is een erg gelijnd zeeding met wat vel eroverheen.
Wat voer je daar toch in het schild, Adelaïde?
De Clams is een zeeding dat niet noodzakelijk aan zee wordt aangetroffen, want men vindt het ook elders.
De Clams is taai, een abrupte schelp.
Waarom?
Omdat hij verstelbare groeven heeft.
Een autoband kan desgewenst met zijn spoor knal in de groeven van De Clams vallen en die vervolgens gebruiken als fietspad.
Hij kan achteruitrijden of op De Clams zijn remmen uitproberen.
De Clams is een soort in volle groei.
Erg gewild boven deuren en op schoorsteenmantels, zoals voorheen ook uilen.
De Clams een erg gelijnd organisme, grote groeven, slanke taille en silhouetverblijf van een oog er middenin.
Het is een burgerding.
Voortgeduwd door slijk- of teertint. Levenloos glijdt het Clamsding over goed georganiseerde stromen.
| |
| |
Het is een onder zee ontworpen organisme uit algspuug en andere planten van het stervende type - dit alles samen zet De Clams op punt, alsook diens inhoud, die veel weg heeft van een oog een echt.
De binnenkant van De Clams zijn muil is naar buiten getekend, in de plaats van lippen ziet men tanden en een nogal absurde tong.
Niet zo heel ver hiervandaan is een zandbank waar drooggelegde versies van Clams vertoeven, alle met een buitenmaatse tong die uit de sluiting hangt, en die zich op het Clamsoppervlak laat neervallen en het helemaal bedekt zoals de poot van een zeester waarop je achterstevoren zou stappen.
| |
Adelaïde met O
Inhuldiging van de stad door de burgemeester van
Architectenwaakzaamheid. Van de gerenommeerde Architect Erk.
Tikkeltje E rechts en links van de kliniek. Met pijnboombos.
En Adelaïde. Adelaïdes rokje. Dikke wol.
| |
Weer O met Adelaïde
O of nieuwe stad. Met Myosotistuin. Een antiek standbeeld. En Adelaïde.
Een stad in tonvorm, zo hou je dus minder stad over.
| |
| |
Stad O, programma:
Voor meer dik gras: zet een streep na elke spriet. (Heel de stad op het ritme: penseel óp, penseel néér, pens... óp, pens... néér...).
Adelaïde in de grasstad neemt een zonnebad op drie sprietjes.
Ja daar zit u lekker, Adelaïde, heerlijk!
| |
Adelaïde praat in haar mobieltje
Adelaïde met goed gepunte tong voor haar mobieltje, om te praten in de gaten. Bij elk gat een ander tongformaat van Adelaïde. Puntiger, strakker, nauwer, -derder...
Precisie, precisie. O! Precisie.
Telkens wanneer de wagon bruusk remt. Adelaïdes weerkaatsing: steunend op het mobieltje met het hele lichaam dat voor perelaar poseert.
Adelaïdes tong of reptiel dat vastzit in het toestel. Zoek ze, zoek de beestjes!
| |
Voornaamste bezigheid in de trein
Gebaar dat je naar een vod grijpt.
Beperkte beweging. Hygiënische perimeter.
Refrein: Als ik met het handje ergens heenga, dan wel naar mijn eigen billen.
| |
| |
| |
Park met vijvertje
O met bank bij vijvertje. Adelaïde die zit.
En een schoolslag naar rechts. Ze volgt de bewegingen van de eendjes.
Het moment is nu gekomen voor een zijdelingse houding van neus en kleding: een stang
gaat onder de neus door en houdt de neus hoog op.
In de stad hebben wij, en dat is een specialiteit, bepaalde struiken die alleen in de goot tot
Adelaïde op de bank visualiseert de struiken.
En maakt zich de gewoonte eigen de eendjes te onderscheiden.
| |
Vervolg
Bank bij vijvertje, met schoolslag naar rechts. Adelaïde volgt (ik leg hier sterk de nadruk op) de beweging van de eendjes.
| |
Zwijnenvlees
Op het grondgebied wordt zwijn gegeten. Dat is daar een gewoonte, een plooi waarin men is gevallen. Men laat het zwijn in een tang draaien, het zwijn wordt in de tang gekneed. Voor de maaltijd geeft men het zwijn steeds een bepaalde vorm. Een vorm die men leuk vindt.
| |
Moestuingras in O
Diverse pogingen om een spriet op te hangen aan een kruispunt.
Eerst hang ik een spriet op aan een muurtje, erbovenop. Of ik probeer gewoon wat op gras
Zo. (Hier toont Adelaïde hoe dat gaat.)
| |
| |
| |
Vijvertje in O
Stad O. Kadaster, -kantig. Vijvertje.
Voorpootjes, achterpootjes.
Marcel komt op in een kruiwagen. Op de bank zit een paar Adelaïdes, gespleten. Om hun
tongen beter uit elkaar te houden is er een snipper karton.
|
|