Parmentier. Jaargang 15
(2006)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 4]
| |
[Nummer 4]Van de redactieWat is een schurkenstaat? Volgens onze van Dale is dat een staat die als misdadig en gewetenloos te boek staat. Lucas Hüsgen wil aan dit woord minstens een tweede uitleg geven: die van misdadige gesteldheid als state of mind, niet zozeer als lombrosiaanse predestinatie maar eerder als mogelijkheid, de kans dat men het pad der deugd verlaat, en afglijdt naar het hyperegocentrisch denken en handelen van de schurk. Hoe ook, in het door hem samengestelde dossier ‘Schurkenstaat’ wemelt het van de al dan niet fictieve bad guys van wie wij (de good guys) mogen gruwen: Moosbrugger, Frankenstein, Mr Hyde (of misschien juist Dr Jekyll), Adolf Hitler, Josif Stalin, Mohamed Atta en Rafael Leónidas Trujillo, om er eens een paar te noemen. Maar natuurlijk gaat het dossier ook over die landen die door het Westen de sticker ‘schurkenstaat’ krijgen opgeplakt, zoals Irak, Iran en Noord-Korea. Dat het daarbij vooral om beeldvorming gaat, bewijst een boek als Schurkenstaat (2003) van de hand van William Blum: daarin toetst hij Amerika aan dezelfde normen die de FBI gebruikt om andere landen te beoordelen, en concludeert dat Amerika zelf een rogue state is; een typisch geval van potten en ketels die allemaal even zwart ogen - men kan de kleuren van de televisie naar eigen eer en geweten afstellen.
Het tweede dossier ligt min of meer in het verlengde van het eerste. We dalen af naar het niveau van de kruimeldieven: ‘kleine criminaliteit’ is het thema voor de Literaire Prijs van de Provincie Gelderland 2006, die ook dit jaar in opdracht van de Provincie Gelderland werd georganiseerd door literair tijdschrift Parmentier en literair festival De Wintertuin. Het winnende verhaal staat in dit nummer afgedrukt, alsook het juryrapport dat is opgesteld door Tomas Ross (thrillerauteur), Berry Kessels (thrillerrecensent en redactiechef De Gelderlander) en Wanda Gloude (redacteur Ambo/Anthos).
Voorts: oud-hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde en schrijver van de laatste Nederlandse literatuurgeschiedenis, Ton Anbeek, recenseert Hugo Brems' literatuurgeschiedenis Altijd weer vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005. Met ingang van dit nummer start Hugo Bousset een vaste rubriek over proza: ‘Geritsel van papier’. In zijn eerste bijdrage confronteert hij Allard Schröders Favonius (2005) met J.M. Coetzee's In ongenade (1999), wat voor de laatste niet onverdeeld gunstig blijkt uit te pakken. We besluiten met poëzie. Samuel Vriezen schreef het beweeglijke, ritmische gedicht ‘Kromming’ waarvan de redactie zeer onder de indruk is. Ook Jeroen Mettes publiceert een serie gedichten, ‘Poor Yorick Entertainment’, waarin begrippen als beweging en stilstand een belangrijke plaats lijken in te nemen. In zijn eigen woorden: ‘De serie gedichten is vernoemd naar de productiemaatschappij van James Incandenza, de regisseur van Infinite Jest V, de | |
[pagina 5]
| |
film die zo amusant is dat de kijker ervan niet meer naar zijn leven terug wil/kan keren. (In de roman Infinite Jest van David Foster Wallace.) Ze “gaan over” spanning en ontspanning, ont-spanning als de-pressie, en verslaving.’ De gedichten verschijnen hier postuum; Jeroen Mettes overleed op donderdag 21 september. Ontegenzeglijk beklemtonen deze gedichten zijn oorspronkelijk talent en durf, en tegelijkertijd de grootte van het verlies. |
|