Parmentier. Jaargang 14(2005)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] 2e prijs Literaire Prijs van de Provincie Gelderland 2005 Mark Meekers Tussen eloge en elegie Retour de stemmen onder de aarde blijven in ons praten over zuinigheid, het leven haten en neerlands bloed in erg nauwe aderen. maar ik heb het land aan engheid, hoest het uit, want tussen theemuts en bijbel is geen visie mogelijk, migreer naar het zuiden, de zwaluwen in feestrok achterna, koop een hectare zon, zwaai breed met de armen van een engel, restaureer vervreemd bestaan en zing ‘je maintiendrai toujours’. de appels zijn bloedheet, uit de lavendel bloeit blauw licht. alles eindigt zoals het begon in een boerenklucht van Bredero: miniatuurklompjes dansen, ik adem ook hier zwijnenlucht van polderboeren op de vlucht. als holland maar niet overstroomd is. [pagina 130] [p. 130] Eloge en elegie grote geesten in enge huizen, waterratten en exporteurs van gaten in kaas (minder is hier meer), de ton kortaf naar het exempel van Calvijn, de slotenmaker. de zwartekousenkerk vertoont gaten, niet meer te mazen. alles staat scheef, huizen op palen, moraal en muizen knabbelen aan de beschuiten. een sprong over de sloot. wordt zwieriger genomen dan een stapje in de geest. nog altijd wordt een dode in de wieg gelegd, het kind begraven. Ach, Bloem Rembrandt Vincent, ogentroost. veeg je penseel af aan dit kwastenland. wie haalt eindelijk dat jongensvingertje eens uit de dijk zodat alles verzuipt met enkel de koningin er subliem bovenuit. [pagina 131] [p. 131] Laatste wens Liefde op zijn hollands was ooit anders. fatsoen sloeg, dekte toe. Nu zijn de gren- zen open, moet liet €urotisch: aanrukken, beffen, je te buitengaan aan schuimbek- kende leffe. het onuitsprekelijke, zonde, ziel, toch een hebbeding, zijn niet meer voorradig. efteling en omroep lenigen de nood. het zou mooi zijn mocht op zo'n beroerde novemberochtend in augustus, de pindakaas geuren, de weemoed uit het blik walmen. o misschien wordt holland wel weer die glimlach van een verliefd, zedig meisje? staan tulpen sterren opinies straks streng op een rij? dan zal ik weer in 'n gedicht gaan wonen, puntjes op de i, liefst met gepaard rijm, naast Slauerhoff. [pagina 132] [p. 132] EINDE DOSSIER | HUIS EN HAARD: OVER RUIMTES IN DE LITERATUUR Vorige Volgende