Parmentier. Jaargang 14(2005)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 43] [p. 43] Piet Gerbrandy Vat Dit kot waar je boezems verzuipen vertakking van teertaaie blazen de pijp die je bronchiën voedt met verdorven adem je wippende appel van adam je stemklem de slang van je proefnatte tong je tanden je lippen je schedel de klankkast voor violette vocalen tussen korzelige occlusieven - wie timmert het blind wie werpt die zangwal op wie overkrijst de pompstap van je woorden? Nu kleef op mijn schedel de spin die kortsluiting leest niet zal zij duiden de hak in mijn kalende takken. Nu zaag mijn ribraam open. Tel getijden van mijn ondermaans bloed vat mijn reutel op naar hartelust. Vorige Volgende