J.H. de Roder
Een ongelukkig begin, maar een begin
Enkele kanttekeningen bij ‘Dichters in het lab’
Wie dichters uitnodigt als proefpersoon voor een drietal taalexperimenten, zou al nattigheid moeten voelen. Niet zozeer omdat taal het materiaal is waarmee de dichter werkt, maar omdat dichters zich daarvan bewust worden wanneer ze de taalexperimenten doen, sterker nog: vanaf het moment dat ze de uitnodiging hebben gelezen. Oei, denkt de dichter dan, ik word hier als dichter op taal getest, ik moet dus op mijn hoede zijn, goed nadenken, proberen te achterhalen wat ze precies van me willen weten als dichter, ik word tenslotte niet zomaar taalkunstenaar genoemd... Enfin, ongeveer hetzelfde effect dat zou optreden wanneer banketbakkers worden uitgenodigd naar het psychologisch lab te komen voor een smaakexperiment met taarten. Een effect dat nog versterkt zou worden wanneer die banketbakkers nadrukkelijk als banketbakker voor het experiment zouden worden gevraagd, en dat is precies wat de dichters is overkomen. Niet-dichters en niet-banketbakkers is het om het even of ze voor een taalexperiment, een smaakexperiment, of wat voor experiment dan ook worden gevraagd, als het maar geen eng experiment is. Ze worden als proefpersoon gevraagd op grond van hun geslacht, leeftijd, opleidingsniveau, enzovoort. Eigenlijk hebben ze geen idee waarom zij worden gevraagd voor een experiment en als ze dat idee wel hebben (bijvoorbeeld omdat ze zich hebben opgegeven vanwege de vergoeding) heeft het niets te maken met de inhoud van het experiment. Eigenlijk ben ik er dus snel klaar mee, met ‘Dichters in het lab’ van Baayen, Schreuder en Mauth. Want nog voor de dichters een voet in het lab hadden gezet was het experiment al mislukt.
Aan het begin van hun artikel schrijven Baayen, Schreuder en Mauth dat de dichters zich ‘profileerden als zorgvuldige en bedachtzame woordexperts’. Nu weet ik niet precies wat er onder een woordexpert moet worden verstaan (dichters als amateurmorfologen?), maar dat de dichters als zorgvuldig en bedachtzaam uit het experiment naar voren zijn gekomen, was precies te verwachten bij proefpersonen die zo op hun hoede waren, zoals de banketbakkers dat ook zouden zijn geweest bij hun smaakexperiment. Zelfs van een beetje onbevangenheid was geen sprake. Zo is het ook niet verwonderlijk dat deze proefpersonen zich niet lieten beïnvloeden door het eindrijm. Eindrijm is immers een