Parmentier. Jaargang 13(2004)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 66] [p. 66] Jos Versteegen Boekje uit de bieb Je wordt als boekje uit de bieb vaak meegenomen door zo'n tiep dat koffiebekers op je zet of knoeit met jam en kruimels brood. Met mij zijn afgelopen jaar ook nog een bromvlieg en een wesp gedood. Ik ben een goede, boeiende roman waarin je over inspecteurs en boeven lezen kan. Maar ja, het laatste hoofdstuk is met Tipp-Ex volgesmeerd, dus of die Boze Barend ooit nog wordt gearresteerd en of hij dan vanuit de heup op negentien agenten schiet, dat weet je nu als lezer niet. Je wordt als boekje uit de bieb vaak meegenomen door zo'n tiep dat eigen illustraties maakt of pagina's met viltstift kleurt. Bij mij zijn afgelopen jaar ook nog de meeste pagina's gescheurd. Ik ben een goede, boeiende roman waarin je over grote ruimtereizen lezen kan. Maar uit het laatste hoofdstuk is een bladzij weggebrand, dus moet je raden waar het groepje astronauten landt. Bereiken zij het pas ontdekte zonnestelsel Troglodiet? Dat weet je nu als lezer niet. Je wordt als boekje uit de bieb vaak meegenomen door zo'n tiep dat bij het lezen op je hoest en snot of kauwgum in je plakt. Bij mij is afgelopen jaar ook nog mijn sierlijk ruggetje geknakt. [pagina 67] [p. 67] Ik ben een goede, boeiende roman waarin je over mooie, blonde vrouwen lezen kan. Maar in het laatste hoofdstuk zijn wel zeven pagina's voor eeuwig aan elkaar geplakt met klodders pindakaas. Dus wat Constance in dat zomerhuisje stiekem doet met Piet, dat weet je nu als lezer niet. [pagina 68] [p. 68] Twee bijen spreken (Bij 1) Wanneer ik 's morgens uit mijn korfje klim zet ik de routeplanner altijd aan. Die dingen lijken zo ontzettend slim. Ze zeggen: ‘Vlieg nu door de beukenlaan, dan linksaf en nog even recht vooruit en hupsakee, je zit al op het fluitenkruid.’ Toch daal ik dan soms in het natte gras of op een koeienrug of kinderjas. Die routeplanners kunnen nog wel beter. Ze zijn nauwkeurig op een halve meter. (Bij 2) Mijn zoontje wilde vliegen naar een roos die ergens in een achtertuintje stond. Hij vloog zo vrolijk en zo argeloos, hij dacht dat hij dat roosje makkelijk vond. Zijn routeplanner zei: ‘Daal nu maar neer.’ Toen zat hij op de kale schedel van een heer. Die pakte vliegensvlug een oude krant en daarmee maakte hij mijn kind van kant. Die oude kranten kunnen haast niet beter. Ze zijn nauwkeurig op de millimeter. Vorige Volgende