Parmentier. Jaargang 13(2004)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Rinske Verberg Alle stemmen * Op een dag waren de stemmen van meeuwen van glas het helmgras floot in de duinen het geraas van de steden verstomde tot er alleen een laag gebrom over was. Overal hoorde je de wind. De maan keek door een telescoop naar de aarde, verbaasd er bewoog bijna niets alleen het water en één ledikant dat danste op de golven van de zee. * De kamers hadden zich verstopt er kon niet meer worden gelezen er kon niet meer worden gewoond. Een kind sliep tussen schelpen ze schaafde 's nachts haar ellebogen. Ze keek naar de maan ze keek naar de hemel en de sterren ertussen niets te zien. De nacht was groot en leeg. [pagina 64] [p. 64] * Op het grootste grasveld van de stille stad stond zij in het midden met haar oren wijdopen niets te horen. Op de wind dansten stemmen die ze niet kende van zee, van heel vroeger ‘Dank voor dit exquise diner.’ ‘Een reus? Een roos, een reuzenroos.’ Met haar armen wijd draaide ze als een vaantje. Alles was verdwaald. * Ze at van vreemde borden in vreemde kamers twee blauwe fauteuils en een rode chaise longue. Uit de vestibule klonk gegiechel. Een stem zei door de radio: ‘Dames en heren, de Titanic is gezonken.’ [pagina 65] [p. 65] * Ze legde haar oor op de grond en hoorde daar stemmen ‘Is het alweer zo laat? Ik moest maar weer eens gaan.’ Ze versteende en smolt haar oor aan de grond. Ze ging dood en werd opnieuw geboren. Steeds hoorde ze meer, alle stemmen van de wereld. Op het laatst zongen ze. Regen viel op haar rug ze moest maar weer eens gaan. * Haar botten waren koud haar lippen waren koud. De wind blies om haar heen in zeven blauwe kleuren. Ze zwom en klom aan boord van een houten schip dat danste op de golven van de zee. Alle sprookjes van de wereld werden haar tegelijk verteld. Totdat ze sliep. Vorige Volgende