Parmentier. Jaargang 13(2004)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 104] [p. 104] Adriaan Krabbendam Kleine suite voor imaginair tafereel Toccata ach is onvoldoende idioom voor zwerven in prehistorisch stenenvlees mep je trefzeker in het geografisch onmogelijk aaneengesloten zand en het sopt en het tobt onder schuine regengesel roept slakken uit hun hete holen het is hier goed vissen vissen niets stelt teleur [pagina 105] [p. 105] Odyssea er is dans uitgeroepen over het nachteiland de drommen verdringen zich rond de eenzame promovendus die massaal zijn architectuur botviert op het gors maar daar staat lieve lydia die zich slechts liggend schor bekendmaakt aan de plaatselijke pers dus daar ligt lieve lydia in een handdoek van helm zo geeft ze les in kwelder en gras het is haar gegeven en ze geeft het terug fair enough wij blijven nog wat rond het kampvuur van de jubilaris en lauweren de smekende wijnboer we sterven nog niet [pagina 106] [p. 106] Cadenza tors rotsen sleep koffers vaten touwen de trog we schepen haar in scheef net schelpdieren rukken de matrozen op versnellen hun pas langs het want de trotse trossen gaan uit hun bol en nergens is olie en alles is vol alleen mijn snelle handen rijmen nog met de zeilen de doden de winden het zog [pagina 107] [p. 107] Postlude die ene vluchtende krab had nog graag zijn liefde verklaard maar durft nu even niet wie vis zegt denkt vis ruikt wat niet is het zware wachten van de schulp waarin de stier zich bergt voor het luik valt van zijn geschiedenis het is een stille stad waarin het goddelijk snikken is Vorige Volgende