Parmentier. Jaargang 12
(2003)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 70]
| |
Liesbeth Eugelink
| |
[pagina 71]
| |
Strikt - in het vervolg laat ik De harde kern buiten beschouwing - op het tweede gezicht belangrijker dan de overeenkomsten. Die verschillen hebben niet zozeer betrekking op het verschil in verdichting, dat in Strikt groter lijkt dan in Het Bureau. (De introductie van de twee hoofdpersonen Idske en Judith, hun ‘toevallige’ ontmoeting bij de telefooncel en de introductie van de driehoeksverhouding Idske-Judith-Roel bijvoorbeeld lijkt te hecht gecomponeerd om werkelijk zo gebeurd te kunnen zijn. Hoewel het leven soms wel degelijk zulke geweldige plots in petto kan hebben). Strikt is, ondanks alle werksituaties die er beschreven worden, veel meer een roman over liefde, terwijl Voskuil gaat over werk, en de afstomping die dat met zich mee kan brengen. Maar het verschil heeft bovenal te maken met een wezenlijk verschil in mentaliteit en levensinstelling van de hoofdpersonen van de twee romans. Maarten Koning blijft in Het Bureau deel op deel hangen in zelfbeklag over zijn onvermogen tot contact en communicatie en zijn angst voor verandering, hij blijft vitten op zijn collega's, op het werk en het leven in het algemeen maar doorloopt ondertussen wel een glansrijke carrière aan het P.J. Meertens instituut. Een innerlijke tegenspraak die hij zijn hele leven volhoudt en dè reden waarom de hoofdpersoon Maarten Koning mij onsympathiek is en zelfs buitengewoon irriteert (een ‘moreel’ oordeel - en destijds een literatuurwetenschappelijke zonde - dat ik vijf jaar geleden verwoordde in een recensie over dit boek).Ga naar voetnoot1 Psychiater Idske Wolters in Strikt daarentegen onderzoekt nauwgezet haar eigen psyche en die van anderen, is oprecht geïnteresseerd in het binnenleven en het welbevinden van anderen is enthousiast en betrokken over wat ze meemaakt en ziet en bovenal: ze is niet bang om te veranderen. Idske Wolters is bovendien een lesbische vrouw. Dat Strikt een plaatsje veroverd heeft als een van de mooiste, ontroerendste boeken die ik de afgelopen jaren gelezen heb, terwijl Het Bureau waarschijnlijk van zijn levensdagen bij mij bovenaan zal staan in de lijst van meest ergerniswekkende boeken, heeft daar alles mee te maken. Maar niet op de voor de hand liggende manier. Strikt vind ik niet strictly een mooi boek omdat het over de vrouwenliefde gaat; omdat ik de scene herken, de types, de wijze van communiceren de humor, de spanning, de seks de irritatie, het mind-fucken waar vrouwen zo goed in zijn, omdat ik het kortom een geweldig feest der herkenning vind. Een boek alleen maar op die gronden geweldig vinden, is een nogal kleingeestige leeshouding: een die gericht is op -oppervlakkigeherkenning, en niet op verrassing wil worden (wat uiteraard mag, maar dat vind ik persoonlijk weinig interessant). Nee, Strikt spreekt mij noodzakelijkerwijs aan vanwege de existentiefilosofie die er uit spreekt: namelijk die van het recht op en zelfs de morele plicht van individuele zelfontplooiing; dè filosofie waarin de homo-emancipatie van de laren zestig geworteld is, en die dus ten diepste samenhangt met, en de kern raakt van het bestaan van alle geëmancipeerde homo's en lesbo's. Anders gezegd: gay-zijn en de filosofie van de zelfontplooiing, die het vanzelfsprekend homo zijn in essentie mogelijk maakt, zijn per se niet van elkaar te scheiden. Het persoonlijke is wat dat betreft nog steeds politiek (en in die zin is de emancipatie nooit ten einde. Alleen branden, gay zijn als hip en cool op de markt zetten zeg maar, zou die emancipatie kunnen voltooien - uiteraard | |
[pagina 72]
| |
een nogal dubieuze, want tijdelijke status quo, die slechts duurt zolang gay zijn ‘in’ is). Het is die filosofie waar Idske onbewust en vanzelfsprekend naar leeft, en die ik herken, en die ik bij Maarten Koning in Het Bureau mis. Zijn mentaliteit, die niet gericht is op zelfontplooiing, op verandering, op autonomie, is in feite pre jaren zestig en staat daarmee niet alleen haaks op mijn eigen levensovertuiging, zij ondermijnt die zelfs, en daarmee het leven dat - zoals gezegd: noodzakelijkerwijs - volledig ingericht is naar die filosofie. Strikt verandert dus niet zozeer mijn eerdere oordeel over Het Bureau; het maakt mij wel meer duidelijk over het waarom van mijn ergernis en verontwaardiging (‘Hoe kun je in godsnaam zo leven!’) ten opzichte van Maarten Koning. Het is mijn eigen levensovertuiging die mee resoneert en zegt dat je als mens niet alleen het recht, maar zelfs de plicht hebt om jezelf te ontplooien. Met degenen die dat niet doen, zelfs al betreft het een romanpersonage, kun je het niet anders dan fundamenteel oneens zijn. Zoals Idske Wolters juist wel een vrouw naar mijn hart is, die het leven leeft, zoals dat mijns inziens geleefd moet worden. | |
PubliekVoor welk publiek is Strikt eigenlijk geschreven? Als Van Oorschot gemeend had alleen de subcultuur aan te spreken met dit boek, plus de lezers werkzaam in de psychiatrie, had ze het waarschijnlijk niet uitgegeven: daarvoor is het te duur, en het potentiële publiek te klein. Dàt het in de scene een cultboek wordt, lijkt me zonneklaar: daar heeft het alle succes-eigenschappen voor. Maar dezelfde reden waarom het in de subcultuur een succes kan worden is de reden waarom het daarbuiten niet kan aanslaan. Waarom zou dat publiek namelijk een boek willen kopen dat zo expliciet niet over hen gaat? (Het eeuwige probleem van een minderheid die over een minderheid schrijft: men denkt al snel dat het dan ook alleen vóór die minderheid geschreven is). Voor de hand liggende beweringen, ‘dat het boek zoveel meer bevat’ of ‘dat het er eigenlijk niet toe doet dat Idske lesbisch is omdat iedereen de ervaring van verliefdheid herkent’ (omdat het algemeen menselijk is), volstaan niet. Die argumenten gaan te makkelijk voorbij aan het feit dat het boek toch heel erg duidelijk wel over de vrouwenliefde gaat, zodat je wel degelijk een essentie mist als je dit aspect relativeert. Zelfs het slechten van de drempel met de bewering dat het in de traditie staat van Het Bureau en De harde kern is, hoewel mooi meegenomen, niet voldoende om het andere lezerpubliek aan te boren. Daarvoor wijkt Strikt er juist weer teveel van af (iets waar Van Oorschot inderdaad oog voor heeft door op de achterflap te zetten dat het een boek is dat met geen ander te vergelijken is. Dat is nu eens geen goedkoop verkooppraatje, maar werkelijk zo). De uitgave van Strikt maakt de tweespalt duidelijk van elke homoseksuele auteur die een roman schrijft met homoseksuele personages. Het zou er niet toe hoeven doen (bij de beoordeling, voor het publiek), en toch doet het dat natuurlijk stiekem wel. Een beetje schrijver ontkomt er niet aan om daar over na te denken, en een antwoord te formuleren op de vraag voor wie hij of zij eigenlijk schrijft. Zelf schrijver, is het in ieder geval een vraag die mij interesseert. Minke Douwesz hééft er over nagedacht, en misschien is het zelfs wel het antwoord dat zij op deze tweespalt formuleert, dat mij definitief overtuigd heeft van haar schrijverschap en duidelijk maakt dat dit boek een veel groter publiek verdient dan ‘slechts’ een enthousiaste subcultuur, | |
[pagina 73]
| |
al was het alleen maar omdat Douwesz daar zelf op uit is. Haar ‘antwoord’ wordt zo terloops geformuleerd dat je er licht overheen leest. In de bedoelde passage spreekt Idske Wolters over de dagboeken van Virgina Woolf, en legt zij aan Judith uit waarom zij ‘haar held’ zo hoog heeft. ‘(...) Virginia Woolf bewonder ik echt! Tegen de conventies in, las ze als kind de hele bibliotheek van haar vader en besloot zelf te gaan schrijven. Haar moeder jong verloren, lastiggevallen door een stiefbroer, behept met ernstige depressieve stemmingen, is ze niet bij de pakken neer gaan zitten,’ vertelt Idske. En dan komt de cruciale passage: ‘Ze heeft zo waarachtig mogelijk geschreven over het leven, zoals zich dat aan haar voordeed.’ (p. 427).Ga naar eind2 Uiteraard was Virginia Woolf's poetica veel uitgebreider en complexer dan Idske's parafrase. Vernieuwing van de roman en het daarmee samenhangende onderzoek naar de stream-of-consiousness techniek, om de bekendste te noemen, maakten er bijvoorbeeld tevens deel van uit. Maar daar gaat het niet om. Dit is hoe Idske Wolters, die ik voor het gemak even als Minke Douwesz' alter ego beschouw, Virginia Woolfs opvattingen over het schrijven interpreteert, en dus de uiterst beknopte formulering van Douwesz eigen poetica.Ga naar eind3 Het is een belangrijke, en een ‘gewiekste’ formulering bovendien. Minke Douwesz zegt, net als Virginia Woolf, te willen schrijven over het waarachtige leven, het volle leven - een streven waarmee ze in potentie elke lezer aanspreekt. Maar, ze zegt ook te willen schrijven over het leven zoals zich dat aan haar, als psychiater en als vrouw die op vrouwen valt, voordoet. Douwesz' poetica is tegelijkertijd heel breed - ‘het waarachtige leven -, als heel specifiek en particulier: het leven zoals zich dat aan de kettingrokende, filmverslaafde, praatgrage, katgekke psychiater Idske Wolters, c. q Minke Douwesz voordoet. Ze schrijft óver zichzelf in dit leven, maar wel vóór iedereen. De enige vraag die dan rest is of Minke Douwesz met Strikt slaagt in die opdracht. Het antwoord moge inmiddels duidelijk zijn: ja. Het is een ontroerend en waarachtig portret van de van aanvang af ingewikkelde relatie tussen Idske en Judith, dat op meesterlijke wijze in de hand gehouden wordt: de lezer blijft zevenhonderd bladzijden lang (!) benieuwd naar de afloop van het verhaal, dat ogenschijnlijk natuurlijk verloopt, maar in feite perfect gecomponeerd is. De lezer krijgt niet alleen een waarachtig beeld van de scene, maar ook van het werk in de psychiatrie, en, op zich al uniek, van de klassieke Freudiaanse psychoanalyse van binnenuit (kom daar tegenwoordig nog maar eens om). Het boek is kortom, niet een ‘grootse mislukking’, zoals Elsbeth Etty het volstrekt onterecht betitelde in haar recensie in NRC Handelsblad - een kwalificatie die eerder met Douwesz' relatieve onbekendheid in het literaire circuit van doen lijkt, dan met de werkelijke kwaliteit van het boek - maar juist een groots debuut. Een groots debuut, voor een groots publiek. |
|