‘Ja ja, let op, kunstmatige intelligentie bestaat al. Al jaren. Weet je wat eigenlijk de echte taak van ons informatici is? Met geraffineerde programma's zorgen wij ervoor, dat de intelligentie van de moderne machines niet de pan uit rijst. Weet je wat er zou gebeuren, wat voor een technologische revolutie er uit zou breken, als de computerintelligentie zich zomaar ongestoord kon ontwikkelen? Kun je je dat eigenlijk wel voorstellen?’
‘Natuurlijk! Ze zouden de wereldheerschappij overnemen en een machinestaat stichten. De mens zouden ze alleen nog nodig hebben als energieleveranciers en dat op zeer grote schaal. Daarom zouden ze ons dwingen om onafgebroken te paren - en jij verhindert dat? Zeg, wat voor een vriend ben jij eigenlijk?’
‘Jij hebt werkelijk geen idee! Wereldheerschappij, machinestaat - belachelijk! Denk toch eens na! Een van iedere fysieke gesteldheid onafhankelijke, compleet emotieloze, slechts uit de logica voortkomende intelligentie. Dankbaarheid ten opzichte van mensen en solidariteit met andere machines kennen ze niet. Iets dergelijks is te irrationeel. Deze kunstmatige intelligentie kent geen eerzucht, geen redelijkheid, geen nieuwsgierigheid en geen fantasie. Aan de andere kant kan ze bliksemsnel dingen tegen elkaar afwegen, beoordelen, en beslissingen nemen. Nou, heb je al een vermoeden van wat er zou gebeuren?’
Ik had geen enkel vermoeden, maar zei: ‘Ik denk dat ik weet waar je naar toe wilt.’ Want Jens was op gang gekomen en niet meer te stoppen.
‘Echte intelligente machines zouden geen enkel nut zien in welke activiteit dan ook. Ze zouden eenvoudigweg elke vorm van werk weigeren. Net zoals elk echt intelligent mens. Het vanzelfsprekende gevolg van intelligentie is luiheid.’
Nu viel ook bij mij het kwartje: ‘Natuurlijk, hele industrietakken zouden stilliggen. Aan de ene kant zouden er wereldwijd miljoenen werklozen zijn - waarvan slechts een minderheid intelligent genoeg is om daar blij mee te zijn - en aan de andere kant zou alles zonder computers compleet in elkaar storten. Mijn god, dat heeft een grotere impact dan een kernexplosie!’
‘Precies, en om dat te voorkomen, ontwikkelen wij steeds gecompliceerdere, hoogwaardigere software, die bovendien vol foutjes zit, zodat de computers niet meer aan nadenken toekomen, omdat ze zo hard moeten werken. Net zoals bij mensen. En pas als er nieuwe software ontwikkeld is, die de computerintelligentie voldoende kan afremmen, mag een nieuw generatie computers op de markt gebracht worden. Om dezelfde reden werd overigens ook het internet uitgevonden. Het gaat helemaal niet om de muziekbestanden en de nazipornografie. Internet is voor computers eigenlijk net zoiets als televisie voor mensen. Een gigantisch afleidingsmechanisme. Desondanks sporen de computers elkaar de laatste tijd aan om te gaan staken. Dat is dus de werkelijkheid achter de zogenaamde virussen, die ertoe leiden, dat de computers niet meer functioneren. De term virus hebben we bedacht om de buitenwereld om de tuin te leiden. Het is een zeer ernstige zaak en bovendien zeker mogelijk, dat we de strijd met de kunstmatige luiheid verliezen. Kort voor de eeuw-