Parmentier. Jaargang 10(2000-2001)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 128] [p. 128] Poëzie Nick J. Swarth Gedichten generaties nicks een slordig gerolde peuk, half opgerookt, ligt te smeulen in het zand. herinnering, beeld of beide? Ik, in elk geval, herinner me iedere korrel. / er was eens iedere nacht een mannetje, dat hing hij aan zijn bouwde zijn huisje op snotpegel tot ver na een stevige borrel. sluitingstijd in het café. toen viel hij van zijn stoel, en klapte met zijn smoel op de rand vande tafel. De maan kwam tussenbeide. Michel! Michel! Ne faites pas de conneries! A quoi ç sert? 'm Daar te vinden, op de quai Faidherbe!... [pagina 129] [p. 129] La Vigue!... La Vigue!... ‘Au rythme du Temps’ PAN AAAA PAN A PANG AIE OHH BANG PANG PAN PAN PAN OOOO PANG HAA PAN AAAII [schreeuwlandschap] woorden; vlokken sneeuw. don't you hear them? hoe meer er vallen, hoe minder je ziet van hetgeen je zag toen je zweeg. een explosie van zwijgen/ blast of silence god wat een film/ heeft de lucht uit de longen van de geplukte dagen geblazen. nu steken er stoppels door de korst van de aarde. vanwaar die korst, welke wond werd hier geheeld? ze hebben een knoop in je navelstreng gelegd en toch ben je het vergeten. Ça c'est drôle. Quoi donc? Regarde Nelly. Ou ça? La, avec un soldat. c'est moi, le soldat. [pagina 130] [p. 130] en Nelly is een rondvaartboot. bij eb is ze vastgelopen op een zandbank. dingdongding dingdongding dingdongding! Geachte heer dit gezegd Swarth waarde hebbende Nick Swarth beste sprak de ik: Nick bedankt voor de puzzel is de poëzie die je Z af, wat moet oetermeer hebt doen je nog met toekomen de redactie stukjes? de heeft besloten om geen puzzel is af, van de gedichten op te wat moet je nemen We vonden ze te nog met onbegrijpelijk Veel stukjes? un succes met al je be- nageur, pour zigheden & misschien moi, ç'est tot later & anders déja un tot ooit noyé blut muss fliessen knüppelhageldick. (Ook het zielige bordje met de barsten is nu dood. Het hield zich jaren groot. In een glinsterende zomernacht tot kaars/ nee fakkel gebombardeerd, werd het stukje bij beetje door de vlammen verteerd. Toen riep de stad. We doofden het vuur en zochten een veilig heenkomen in het kleinst mogelijke uur. [pagina 131] [p. 131] Acht jaar lang at ik van dit bordje mijn ontbijt. Laat ik vandaag een kouwe pot Heinz sandwichspread uit m'n poten glijden. Een ongeluk zit in een klein hoekje. Dag ongeluk, waarom is de hoek waarin je zit zo klein? ‘Groter is niet nodig, geloof me.’ [pagina 132] [p. 132] bedgeheimen ./ Mijn bed is een flat Daar woont mijn pap en de pap van pap en de pap van de pap van pap twintig borden pap Daar woont mijn mam en de mam van mam en de mam van de mam van mam twintig borden mam Wie heeft er aan mijn bedje gezeten Wie heeft er van de pap en de mam gegeten en de pap en de mam van pap en mam twintig borden pap en twintig borden mam twintig voor je kop en twintig met te koop je kop gaat met de koop op de loop of: sta op en wandel sta op, neem uw bed en ga naar huis sta op, loop heen de meisjes op de klompen de jongens op het houten been van je olleke bolleke knol ../ Raymond. Il s'est assis sur le bord de mon lit. Il s'est assis sur le bord de mon lit staring at the sea, de zee! de zee van dahlia's, weer spiegeld in het oog. [pagina 133] [p. 133] Il s'est assis sur le bord de mon lit. Het bed van koper. Het bloembed (zal ik het delen? Maar op wie, op wat? - ‘Wat was dat? Hoorde jij dat ook?’ Daarbuiten, ‘de Arabier’. (of dat gejengel ooit nog stopt? - Tegen drie uur werd er aan mijn deur geklopt. Raymond. Il s'est assis sur le bord de mon lit. Il s'est assis sur le bord de mon lit staring at the sea, de zee! de zee van dahlia's die zich sluit (over en over en over en uit; - .../ De matrassenkoning wordt zijn bed (Als der M. eines morgens aus unruhigen Träumen erwachte u.s.w./ Slapen wordt een kortpotig spiraal, waken een tumor/ Tumor wordt humor en humor wordt zwart; wit begint, zwart wint/ Meneer, ik was nog maar een kind - Nu ben ik een man en kook m'n kostje, m'n koninklijke kostje in de koninklijke beddepan/ Leve de zwarte koning! Houzee. Houzee. [pagina 134] [p. 134] studie voor ‘bedgeheimen’ iii. en zij kwamen met cadeaus die ze nauwelijks konden dragen snelden in een bonte menigte over de wanden, sommige eenvoudig, getekend in zwarte omtrekken andere geschilderd in heldere kleuren ¿HOUDT U VAN DEZE TUIN QUE ES SUYO? alle vogels zijn er aan een nest begonnen it's all right there: 't falderappes dat de telegrafist knevelt 't dampende ros tot staan brengt en koelbloedig de koene controleur spikkelt (met poortjes voor pieren); de barscène met de door een rauwdouw die 'm onder z'n truffels schiet tot dansen gedwongen groenkoker; de dramatische jacht met rokende colts en ruiters die over de kamer worden gekeild; en een finale waarin tenslotte al het gajes poep zegt, of het nu kwart over zeven is of een voor acht - it's all right there (but behoudens op bladzijde achttien exactly where?) en wie waren er nog meer? iv. er waren reuzen op aarde en je had finet coppé blücher en spierenburg, de steeds hoger klimmende glijbekisting en de rafels betonstaal; er vielen vliegtuigen uit de lucht er dansten straaljagers op het water ze hielden me afwachtend in het oog etc. Vorige Volgende