Over de auteurs
Dirk van Bastelaere (1960) is dichter, essayist en vertaler. Van hem verscheen in 1994 de gedichtenbundel Diep in Amerika en in 1995 het lange gedicht Wwwhhhoooosssshhhhh. Datzelfde jaar organiseerde hij de tentoonstelling Dubbel Spel - Buiten Kennis, over de problematische relatie tussen tekst en beeld in de hedendaagse fotografie. Voor de Koninklijke Vlaamse Schouwburg te Brussel vertaalde hij Blasted van Sarah Kane. In voorbereiding is een bundel opstellen over poëzie en haar wereldse inbedding.
Ineke Bulte (1946) was tot 1994 wetenschappelijk medewerker moderne Nederlandse letterkunde aan de kun. Zij schreef een proefschrift over het Nederlandse hoorspel, diverse artikelen over moderne Nederlandse auteurs en poëzierecensies voor Ons erfdeel. In Parmentier publiceerde zij over de poëzie van Vasalis en Gerhardt.
Miguel Declercq (1976) studeert Germaanse filologie te Gent. Publiceerde eerder gedichten in Yang.
Arjen Duinker (1956) publiceerde bij Meulenhoff de dichtbundels Rode oever, Losse gedichten en De gevelreiniger en anderen. Tevens de roman Het moeras.
Lucas Hüsgen (1960) schrijft proza, poëzie en drama en publiceert bij Querido.
Ilja Koetik (1960) studeerde aan het Maxim Gorki Instituut voor Literatuur in Moskou. Tot 1988 kon hij zijn gedichten alleen in de ‘samizdat’ publiceren en hield hij zich in leven met het maken van vertalingen, onder andere ‘An Essay on Man’ van Pope. Hij vormde met Zjdanov, Parsjtsjikov en Jerjomenko een club van gelijkgezinden die geloofden in de autonomie van de poëzie. In de Sovjet-tijd was dat niet vanzelfsprekend; hun critici beschuldigden hen van immoraliteit, decadentie en gebrek aan vaderlandsliefde. Koetik is in belangrijke mate geïnspireerd door de Russische poëzie van de achttiende eeuw met haar strenge metra en rijmschema's. (Met dank aan Maarten Doorman en Poetry International.)
Peter van Lier (1960) publiceerde in 1994 het essay Van absurdisme tot mystiek. Zijn debuutbundel Miniem gebaar verscheen najaar 1995 bij Meulenhoff.
Han Schouten (1948) publiceerde poëzie in Post Perdu, een epifanie in de bundel Epifanieën (1994) en een nieuwe psalm in Nieuwe Psalmen.
Erik Spinoy (1960) is dichter, essayist en literatuuronderzoeker. Publiceerde recent de gedichtenbundels Fratsen (1993) en De smaak ervan (1995). Samen met Geert Buelens redigeerde hij de pas verschenen essaybundel De stem der Loreley/Over Paul van Ostaijen.
Frank Tazelaar (1968) is redacteur van Parmentier. Hij studeerde geschiedenis en filosofie.
Wouter Donath Tieges (1945) publiceerde in 1991 de dichtbundel Witte adel. De laatste jaren verscheen proza in De gids, Optima en Parmentier.
Hans Vandevoorde (1960) werkt bij een uitgeverij. Publiceerde over hedendaagse poëzie en fin de siècle-literatuur.
Willem Visser (1957) studeerde filosofie, taalwetenschap en Slavische talen in Amsterdam en Moslou. Werkt thans aan een vertaling van de transcendentale deductie uit de Kritik der reinen Vernunft van Kant.