Parmentier. Jaargang 7
(1996)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
Ilja Koetik
| |
2Het is - het aaneenrijgen van ringen-betekenissen - met een metafysische draad. De pijl trekt die draad (als het ware) achter zich aan: op dezelfde wijze onzichtbaar als het spoor van een straalvliegtuig, dat - geleidelijk, naarmate de pijl verder vliegt, - ontdooit (in de ‘lucht’ van het onderbewustzijn). | |
3Die ringen zijn (verder nog) alle culturen: Hellas, Rome, Judea, Byzantium... De pijl ‘haalt’ uit elke cultuur lucht (die begrensd is door de opmerkelijke geslotenheid van elke ‘ring’), die zich aansluit bij het scherp fluiten van de vlucht; de beweging van de vlucht ‘inhaleert’ haar (als een trechter), voert haar met zich mee, maar verplaatst haar niet. | |
[pagina 58]
| |
Een defloratie - van een afwezig maagdenvlies. Een voorbeeld daarvan (het beste) - zijn de achtregelige verzen van Mandelsjtam. Een proeve (een persoonlijke) - is mijn ‘Ode’. Dat is nou precies (voor mij) de oplossing van het probleem van het Geheel, van de heimwee naar het epische (in de ‘Ode’ en - in het algemeen). | |
4Poëzie als Spel. Mijn poëzie, - ‘mijn pseudo-intellectualisme’, maar ‘pseudo’ met het ‘+’ teken, dat wil zeggen: ‘in de geest’ van Thomas Mann, T.S. Eliot, Borges, E. Poe... is de enige manier om een mythe te scheppen: te kunnen spreken met zo'n intonatie, dat het lijkt alsof het zo is, of zo geweest is. Poëzie - is het bewustzijn van het eigen gelijk (volgens Pasternak), maar eerder nog - de schepping daarvan. Van de ‘romantiek’ van de uitspraak - naar de onherroepelijkheid. En daarom is poëzie - macht (volgens Mandelstam). | |
5Aristoteles ‘arresteerde’ met zijn poëtica de hele oude Europese cultuur. Met het verloren gaan van de ‘normen en regels’ verdween de postfolkloristische epoche van het geheel - als zodanig - voorgoed van het toneel. | |
6Het ‘Classicisme’ - is de laatste poging het Geheel terug te brengen, opnieuw te vestigen: en wel door de diepte van het beeld te verliezen. Ik heb ‘An Essay on Man’ van Alexander Pope vertaald. Hij schrijft (in mijn woorden): ‘Maar wat is roem? 'n Weldaad waarover
geruchten ons berichten of geschillen...’
(Epistle iv, 237-238)Ga naar voetnoot*
Maar het zou moeten zijn: ‘Maar wat is roem? Wind herkenbaar aan
opbollende gordijnen voor 't open raam.’
In het eerste geval (bij Pope) - alleen 'n uitspraak. In het ‘tweede’ geval - een uitspraak en een beeld - tegelijkertijd. Maar het eerste - als ‘fragment’ - geeft niet meer informatie, dan het - bevat, terwijl het | |
[pagina 59]
| |
‘tweede’ - al ‘werkt’ als geheel - ook zonder al het overige. Pope is immers de ‘pointillist’ van de achttiende eeuw: van puntjes-uitsprakenaforismen maakt hij dat Geheel van hem. Het is echter geen vlucht, maar - weefsel. | |
7De ‘Ozymandias’ van Shelley: brokstukken in de woestijn - van iets (van handen? voeten?), is de heimwee naar het tijdperk van het Geheel, van het epische, maar de ‘echo’ van het Geheel is - de stem. Geloven we hem, wij lezers uit de school van Stanislavski? De koelte, ja, snerpt als een pijl door de lucht, maar: de huivering van zijn gevederte - gelijk het skelet van een uitgestorven diersoort, is - als afdruk - in steen achtergebleven. | |
8Betekent dat, dat het overblijfsel al een geheel is, dat wil zeggen op zich al meer geheel, en wel - omdat het fragment ‘reproducent’ is van het geheel?... als daarin de hele Kracht - van het ‘verlorene’ verborgen is?... Het deel - is meer dan het Geheel. Het principe van de barok? Ja. Of - is het de Oudheid ‘vanuit het oogpunt’ van de paleontoloog, wanneer het skelet van (deze of gene) dinosaurus belangrijker en veelzeggender is dan het ‘monster’ zelf? wat is er overgebleven van (laten we zeggen) de (grootse) Annalen van Ennius? - regels, verzen, hemistichen... Maar zo is het ‘resulterend overblijfsel’ van alle ‘dichters van de anthologie’, van de outsiders van die cultuur, om het maar modern te zeggen. De kleineren zijn ‘gelijk’ gebleken aan de groten. bijna - het gedicht van Borges. | |
9Het geheel moet zo zijn, dat elk fragment ervan zichzelf genoeg is, maar zo dat alle fragmenten samen een zekere metafysische eenheid vormen. Dat is - mijn ‘principe’. | |
10Volgens Sjpet is poëzie kracht + wending. Ajgi zag dat zo: in staat zijn op volle snelheid (met volle ‘kracht’) het stuurwiel een slinger te geven (en die ‘wending’ met de rest te laten harmoniëren). Maar ook dat is een ‘spel’ met het Geheel. Stenen of spatten - schieten van de banden weg: regels. Maar wat doe je daar verder mee? | |
11Ik schrijf: ‘Beëlzebub, wiens visseschub...’ Dat is een regel. Zonder vervolg. Poëzie is een woestijn van klanken, maar zeker niet elke klank | |
[pagina 60]
| |
veroorzaakt - een windhoos. Men bood de dove Sosnora in de vs aan, hem te opereren, waarbij ze zeiden dat hij - na de operatie - weer zou horen, maar zó dat alle geluiden aan elkaar geplakt zouden lijken, dat wil zeggen zonder dat hij ze zou kunnen onderscheiden. De dichter - vangt klanken op uit zo'n soort chaos, in de vorm van strofen en regels, en pas daarna - ‘vult hij aan’ wat er nog ontbreekt. Ik hoor bij voorbeeld dit: ‘.........van madonna Litta
... als voor wie 'n lijkzang klonk,
is het oog rustiger, dan - rust...
...................’
Ik kan - ‘eraan toe voegen’ (om dat zo maar te noemen): bij voorbeeld (als vierde vers) - ‘tot Leonardo's hand haar wakker kust’ of iets dergelijks. Het vak - is een onvermijdelijke ‘profanatie’ van de ruimte. Het begin van het ‘ambacht’. | |
12Het schijnt, het schijnt, ja, dat Faulkner (maar was hij de enige?) vellen aan de muur hing met een uiterst gedetailleerde opsomming van de gebeurtenissen van elk uur-dag-hoofdstuk van zijn volgende roman. Voor mij is de poëtische tekst - een beweging van strofe naar strofe (van regel - naar regel), die in het onderbewustzijn hangen, van klank - naar klank. Maar - het principe van de collage, van de montage - is verouderd: van Sjersjenevitsj (in de poëzie), Eizensjtein (in de film) tot Rauschenberg (in de schilderkunst). Blijft over - het principe van het ‘fragment’, het ‘ambacht’ van Odysseus' pijl. Pasternak schreef: ‘De kwelling en het spel
Van de zege zwaar bevochten
Zijn als gespannen bogen
Die maar niet schieten mochten.’
Maar - het kan best zijn, dat ik me ook van hem distantieer. Want - als ‘de zege bevochten is’! - waarom dan nog Penelope?
Moskou, januari 1989 |
|