Parmentier. Jaargang 6
(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 104]
| |||||||||||||||||||
Bij Frans RoggenBasjan: is een hoogvlakte aan weerszijden van de Jarmoek in het Overjordaanse. Volgens Deut. 3:1-11, Num. 21:33-35 en Joz. 9:10 en 12:14-15 werd koning Og van Basjan door de binnentrekkende Israëlieten verslagen. David wist een groot deel van het gebied onder zijn heerschappij te brengen (2 Sam. 24:6). De vette koeien van Basjan zijn in de bijbelse literatuur spreekwoordelijk geworden (Ez. 39:18, Amos 4:1, Deut. 32:14). Niet altijd positief. Rijkdom en bedreiging, zie Psalm 22. Tatanka Yotanka: Zittende stier, Sitting Bull. | |||||||||||||||||||
Bij Chrétien Breukers‘het lichaam, anders niets’ - Hugo Claus. | |||||||||||||||||||
Bij Peter van LierVoor de citaten is gebruik gemaakt van de vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap. | |||||||||||||||||||
Bij G.L. DehaeringkeysereDe in deze psalm verwerkte ontleningen komen uit de zogenaamde Canisiusvertaling (1938). | |||||||||||||||||||
Bij Irun ScheifesIn deze psalm zijn zinnen en zinsneden verwerkt uit de volgende psalmen: 7, 16, 25, 34, 43, 52, 61, 70, 77, 88, 97, 106, 115, 124 en 142. De gehanteerde vertaling is die van het Nederlands Bijbelgenootschap, uitgave 1968. | |||||||||||||||||||
[pagina 105]
| |||||||||||||||||||
Bij Remco EkkersEen psalm voor Vivaldi
Antonio Vivaldi (1675-1741) werd de rode priester - il prete rosso - genoemd. Zijn vader was violist en leerde hem spelen. De roodharige Antonio raakte in zijn tijd vooral bekend als viool-virtuoos. Hij ontving de priesterwijding, maar kon naar eigen zeggen de mis niet opdragen, omdat hij driemaal tijdens een mis moest rusten voor hij verder kon. Het is een raadsel dat hij later met zijn zwakke astmatische gestel zo verschrikkelijk hard gewerkt heeft, zoveel heeft geschreven en georganiseerd. Hij trad zelf op als impresario en regisseur van zijn vele opera's, maakte verre reizen, ook in de winter per koets, naar Amsterdam bij voorbeeld. Hij bleef zijn priesterlijke wijding trouw, maar trok met één van zijn begaafdste leerlingen van het Ospedale della Pietà en haar moeder rond in Noord-Italië, Duitsland en Oostenrijk. We weten weinig van zijn leven en wat we weten is nogal zakelijk: bekend van rekeningen en aanstellingsbrieven. Hij stierf, min of meer vergeten, in Wenen en werd begraven op een armenkerkhof. Dat hij geniale muziek schreef werd begrepen door Bach. Pas in onze eeuw werd zijn grootheid algemeen erkend.
De psalm ‘Nisi Dominus’ (126 ook wel 127) is zeer geliefd bij de componisten van de achttiende eeuw. Ook Händel en Mozart bij voorbeeld schreven muziek op deze psalm. De strekking van de psalm is, dat we niets kunnen zonder de bescherming van de Heer. ‘Wil God uw huis niet bouwen, vergeefs is al uw werk.’ De strofe die begint met ‘Cum dederit’: ‘Zie, 't erfgeschenk des Heren / zijn zonen, sterk en groot: / de vruchten van de schoot / zijn het loon van die Hem eren’, stelde me voor raadsels. Ik vroeg me bij het steeds weer beluisteren van deze strofe af waarom de melodie zo hartstochtelijk weemoedig was. Kon Antonio zijn eigen verlangen naar zonen niet beheersen? | |||||||||||||||||||
[pagina 106]
| |||||||||||||||||||
Bij Rein BloemNu binnenkort de Kabbala haar intree doet in Nijmegen, is de tijd daar om ons te wijden aan de geheimtaal van de Litauer, geboren in 1877, Parijse student in Hebreeuws en Assyriologie, vredesapostel voor zijn land in Genève, tot Fransman genaturaliseerd in 1931, gestorven en vergeten in 1939. De Vogelman, die bekant voor dag en dauw in het park van Fontainebleau sprak met de vinken, de blauwmezen en de grasmus. Sela.
Bij wijze van een in-memoriam voor de Amsterdams-Groningse-Parijse-Brusselse bewonderaar die in de dichterlijkst denkbare roman schreef: ‘geheime boodschappen! Dubbel gecodeerd!’
Milosz die zich herkende in de vredestichter Schilo (Genesis 49:10), die zich in de Apocalyps opwerpt als trooster en zijn beloning - Schilom = Milosz - ontvangt. Zijn ‘Psaume de l'étoile du matin’ is een zwanezang, het zegel op leven en werken. Op de laatste bladzijde van zijn Verzamelde Gedichten (Éditions André Silvaire, 1960; ik weet niet of het in de Rue Donat, 20, Ve het Geheime Genootschap nog bestaat) wordt de lacuneuze typografie door de dichter voorgeschreven, naar voorbeeld van de Hebreeuwse schîrs der verheerlijking in het Oude Testament. Sela.
Volgens melancholicus Milosz, die in december 1914 het licht zag - j'ai vu le soleil spirituel - lag het aardse paradijs in Andalusië. Vandaar de ster Artizarra, Iberia enzovoorts. Alle Israëlitische lokaties worden in Spanje weerspiegeld of andersom. Met de sterrenbeelden is het niet anders en als er in taal iets aan elkaar geklonken kan worden, zal de dichter het niet laten. Hij schreef in een brief aan Armand Guibert: ‘...Artizarra, de geestelijke ster van het paradijs, die tot de fysieke Astaroth werd bij de kanaaïsche polytheïsten en Ajeleth ha-schahar bij de Joden leidde, om uiteindelijk zijn ware gestalte te vinden in de apocalyps en de katholieke litanieën...’ Halleluia. | |||||||||||||||||||
[pagina 107]
| |||||||||||||||||||
|
|