Parmentier. Jaargang 6

[p. 98]

H.H. ter Balkt
Gebed aan de razernij

Razernij, verhef je boven de wateraderen,
verlaat de leliën en de raderen, vaar uit
in het luchtscheepje in de mist

Jij die laag vliegt, daal toch af
in 't sterke water van de addertong
in 't prikkeldraadkluwen; 't ijzeroer

Vestig je in het lege mussenest
vlieg met de bliksemtoppen weg
naar een speerdoordrenkte hemel

Spat uiteen op de lemen vloer
van een schuur ver onder de landkaart
schuil in de rugzak van de langpootmug

Ga met Loki, reis met Loki
naar een doodstil middaguur, daal
in een trog naar de diepzeebodem af

[De Revisor, 21(1994), 5/6(dec.)]

[p. 99]

De heer

De stap van de heer is een leerdicht
en leert wat zich wikkelt in leer
is machtig uitgestoten boven de koehoorn
en blaast op de koehoorn van macht

Het bos is een grondvorm van jonkerdom
Het kiezel zijn trouw dienaar en alles
het ligt onderworpen en blauwbekkend
uitrustend onder zijn duister glas

De sneeuw die valt hij valt voor hem
De regen die valt hij regent voor hem
Voor hem vliegt de valk en tuimelt de duif
zong de oude roeier aan zee

Wij zijn maar bittere adem in zijn hals;
de tocht onder zijn deur door die
zijn zool slijpt, het stof in zijn neusgat
en wij branden als was in zijn vlam

Wij kenners van onder- en achterkant
zijn schalmen die rinkelen moeten
op 't veld aan zijn ketting van knechting
zong de oude roeier aan zee

[1970; gewijzigd]

[p. 100]

De hersens (Psalm)

Aan de mooie toren en gemaal
van het hart; zoveel stromen

Wit paard van elektriciteit
dat springt in de muur

Als in de ritselende eiken
wind en wikkegroen schijnsel

Wagenmenner, wagenmenner
Hemelzweep en paarden!

Ruisende wateren, als bladeren
aan de vlier van de kennis

Bij afgronds zuigende kolken...
Bij de dreunende Wurlitzer dwaalt

Gogols stap, wervelt de veldslag
onder sterrenlicht; in de raten

Stofjes dwarrelen boven webben...
Ruiven van licht en duister

Draak van elektronen, dommelend
in de koboldgrijze muur

Tussen worm en komeet, noord
en zuid, as-van-de-gokhal en jade

Damp slaat van ons af, echter
de eik komt de hemel niet te na

Ruiter! Flitsende ruiter,
wagenmenner, paard en ruiter