Parmentier. Jaargang 6(1994-1995)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Victor Vroomkoning Psalm 144 (143) Van David U die mijn handen strijdbaar maakt, mijn vingers staalt, mijn fort, asiel en toeverlaat, die volkeren onder mij dwingt, U prijs ik, Heer, mijn rots, mijn schild. Wat is het dat U zich om mij bekreunt, een mensenkind, een zucht, een schim, niet meer? Kom, reik mij Uw hand, bevrijd mij van belagers die mij lasteren, U vals bejegenen. Daal uit Uw hemel neer, smijt Uw toorn in het rond, verdrijf hen van mijn grond. Dan kan Uw dienaar David op zijn harp spelend U die koningen laat triomferen, andermaal bezingen: ‘Door U ontkwam ik aan het zwaard van mijn belagers die mij lasterden, U vals bejegenden. Planten zijn nu onze zonen, pilaren onze dochters, gepolijste draagsters van paleizen, zuilen van Uw tempel. [pagina 86] [p. 86] Onze voorraadschuren zijn gevuld met allerhande vruchten, onze weiden lopen vol jong leven. Nergens wrok of tweedracht, nergens weeklacht. Wat toch een gezegend volk dat U als Heer en God erkent!’ Vorige Volgende