De kitsch is dus het belangrijkst.
Het museum trekt waanzinnig veel perfect gekleed publiek. Dat komt ohen en ahen om deze Nieuwe Levensvreugd: Madonna aan de muur, zuurstokvazen, protserige interieuren in goudzwarte dambordmotieven, briljantjes en briljantjes en briljantjes, en schilderijen! Ze zijn soms allemaal precies hetzelfde in verschillende kleurstellingen en passen in elk interieur! Je vervult je geest met blijdschap.
Ze doen ook andere dingen: ouwe kunst, bij voorbeeld. Hoewel, gezien de moderne afdeling zal het wel een postmoderne pastiche wezen. Vandaar natuurlijk dat al dat majestueus uitgestalde oosterse porselein niet of nauwelijks wordt toegelicht. In Groningen ga je tenslotte naar een museum om uit de regen te wezen.
Bedenk: Groningen is niet voor ieder naast de deur, maar haalt je uit de sleur. Korte tijd waren musea zwaarwichtig en gevaarlijk, nu kan iedereen er heen: er is niets te zien. Boze tongen beweren dat je binnenkort wel in het juiste tenue moet arriveren. Wie niet in het interieur past, komt er niet meer in. Toevallig zag ik de kermisbaas, Haks geheten: zwartwitte schoenen, zwartwitte bril, oranje-beige kabeltrui, wijde bruinsige broek. Kledingtip. Een dichteres uit Groningen beveelt wel het restaurant aan. Je schijnt daar vreselijk eigenaardige attracties te kunnen krijgen. Ik was al ziek.
Misschien vervangen ze die borden langs de snelweg door brokstukken museum. Hoelang gaat een Swatch mee? [Lucas Hiisgen]