Parmentier. Jaargang 3(1991-1992)– [tijdschrift] Parmentier– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 35] [p. 35] Michel van Nieuwstadt Elegische gedichten 1. De reiger die oversteekt de beek heeft - heeft vroedvrouwachtige grijsrode benen en hij draagt in het achteroverge-: als in een kappersstoel achterovergelegde hoofd nog immer mee, terwijl hij oversteekt, een portefeuille vol waardeloos geachte bankbiljetten: hem zet op stelten een landschap / dat doet zichzelf een servet om - ... Kroek: alle vogels; kraaf: en ik ga huishouden onder de lekebroeders der leestekens. Al met de kraai op het aanrecht en het zwanenteken der vragen schuift en schuifelt de gang door - Maar een veer nu eens niet gelegd in een Indianenboek? 2. Komt een hyena uit struikenblauw; wolken daarboven als pofmouwen - o, zo een grootmogende doofheid hoe het begon, nu het aflopend is. Er was - aan landschapsranden - publiek met tot hoedjes gevouwen krantenkoppen op het hoofd zich / met tot mutsen gevouwen wimpers en oogleden zich aan 't verbranden. In zo'n okeren keteltje wil je mij mijn longen wel stukgezongen zien hebben, niet? Nog langs zomen... Nog langs zomen strijkend met een laatste rinkelende nagelslof. 3. - Een hutkoffer alsof varen wij gingen hoog op de zee. Nummer drie cijfers, twee - acht - zes. Op de kleffe bodem van een city-bag liggen naast brekebenen van de herinnering nu zwijgende oorschelpen. Sirenes, niet te stelpen ooit, verwilderen rond wat heet vijvers.- Vijvers (wat heet!) liepen wij om. Spelden de cantilenes uit die lust verbeidden en verbeeldden. - Sla met stoffer en blik nu luide de trommele. Flutkoffers waren het goddome! [pagina 36] [p. 36] 4. Rondhangen nog als blondharige tussen torso's en trommels en met blote hand slaan naar de libelle van de letter ‘L’. Terwijl al korzelige wind speelt tussen de tentakels van nog op te trekken cirkus- tenten, - en daar dan, ver achter het cynisme van leestekens en achter de schlemielige lineatuur van knippatronen, verschijnt plots opstijgend vanonder smeulende rokzomen, en scherp even later afgetekend tegen het eczeem van de aether: de begeertevolle ballon, die witschroeit de wimpers. - “Ooievaars vol ijzervijlsel worden de jaren; een pendule in dons verstikt.” Vorige Volgende