gespaard. Gezien de omstandigheden had hij er nog het beste van weten te maken. Het stuk was door hem uitstekend in scène gezet, maar hij had kennelijk niet kunnen voorkomen dat tussen de vele taferelen - van de oorspronkelijke negentien waren er al twee geschrapt - langdurige changementen noodzakelijk bleken. Naar het schijnt was de voorstelling, die om half negen begon, omstreeks half twee 's nachts pas afgelopen. Te laat voor de recensent van de Nieuwe Rotterdamse Courant in ieder geval die, om de trein te kunnen halen, de laatste vijf taferelen moest missen. Wat zal Anne Teenstra van Het Vaderland hem hebben benijd; zij snakte na een paar scènes al naar het einde. Haar oordeel over Les caves du Vatican was dan ook vernietigend: een regelrechte mislukking.
Vriendelijker woorden waren er na afloop van collega-verenigingen. Traditiegetrouw woonden vertegenwoordigers van andere corpora de jaarlijkse gala-uitvoering bij. In hun bedankbrieven lieten zij zich echter vooral lovend uit over het aansluitende souper dansant in de Stads Doelen. Over de toneelvoorstelling van die avond hulde men zich over het algemeen in beleefd stilzwijgen.
Voor het dstg was het even slikken en weer doorgaan. Op de rol stond alweer een nieuw stuk, dat de viering van het xxi ste lustrum in 1953 luister bij moest zetten. Maar van Gide waren de studenten nog niet helemaal af.
Met het oog op een internationaal festival van het studententoneel, dat in het kader van het Holland Festival zou worden gehouden, was een commissie van deskundigen in het leven geroepen die de prestaties van het Nederlandse studententoneel moest beoordelen. Deze bracht vervolgens advies uit over de voorstellingen die voor een opvoering tijdens dat festival in aanmerking konden komen. De commissie bestond uit de dichter Eric van der Steen en de toneelcritici Pieter Verdoes (nrc) en Ben Stroman (Algemeen Handelsblad). Eind augustus 1953 deden zij verslag van hun bevindingen, na het bijwonen van dertien toneeluitvoeringen.
De toeschouwers die het boek van Gide niet hadden gelezen, zullen er weinig van begrepen hebben, rapporteerde Verdoes over Les caves du Vatican: ‘Een trage, vele uren durende voorstelling zonder veel contact met het publiek, voor zover het de 17 taferelen heeft uitgezeten.’ Ongeschikt voor een festival, luidde dan ook zijn conclusie.
Van der Steen zette zijn beoordeling kracht bij met een cijfer. De Delftenaren gaf hij een 5. Ze hadden veel te hoog gegrepen, ‘voor zo ver men naar kelders te hoog kan grijpen,’ voegde hij er lollig aan toe. Alleen het optreden van de Utrechtsche Studenten Tooneel Vereeniging werd door hem nóg lager gewaardeerd. Dat kreeg een 3.
De gala-uitvoering van 1952 was er een die het dstg maar het beste snel kon vergeten. Gide was niet zijn fort geweest. Van geen enkel toneelgezelschap trouwens, want voorzover bekend heeft niemand zich in Nederland daarna nog aan Gide gewaagd. De studenten uit Delft waren de eersten en bleven de eersten, toch een prestatie om geboekstaafd te worden. Ere wie ere toekomt tenslotte.
De brieven en documenten die voor dit artikel zijn gebruikt, bevinden zich in het Archief van het Delftsch Studenten Tooneel Gezelschap, 1881-1970, Regionaal Historisch Centrum Delft (inventaris nr. 498). Met dank aan ir. E.J. Vles (Rhoon), oud-preses dstg.