Jaarboek Multatuli 2017
(2017)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 63]
| |
Max Havelaar, Sardinië en de verdrukking van minderheidstalen
| |
De taal van SardiniëMaar weinig Nederlanders weten dat het Sardisch (ik gebruik het woord ‘Sardijns’ liever niet) een aparte taal is die evenals het Italiaans, Spaans of Frans behoort tot de grote familie der Neolatijnse talen en net zo oud is. De vroegste middeleeuwse handschriften bevatten ook teksten in het Sardisch. Volgens taalkundigen staat het Sardisch van alle Latijnse talen het dichtst bij het Latijn. Dante Alighieri, de Italiaanse nationale dichter, auteur van De goddelijke komedie, schrijft in zijn traktaat De Vulgari Eloquentia (Over de volkstalen) aan het begin van de veertiende eeuw: ‘Sardi grammaticam tamquam simiae homines imitantes’ (‘De Sarden apen het Latijn na zoals de apen de mensen na-apen’) - een dubieus compliment. Daarnaast bevat het Sardisch de talloze sporen van de vele volkeren die Sardinië voor kortere of langere tijd hebben bezet. Dit, en de unieke genius loci van het eiland, hebben de taal een eigen en onherhaalbare individualiteit gegeven. En precies in deze ‘onherhaalbare individualiteit’ ligt de waarde van het Sardisch dat het belangrijkste onderdeel is van onze volksidentiteit, in de welbegrepen trots op het feit dat we zijn wie we zijn. Persoonlijk zie ik de strijd voor het behoud van het Sardisch als een vorm van ‘massapsychotherapie’ voor een volk dat door de bijna continue overheersing van vreemde machten nog altijd aan een chronisch minderwaardigheidscomplex lijdt. Maar helaas, tot het bewustzijn van de Sardische politici - decision makers gevangen in een beperkte, economisch-materialistische visie - is nog niet voldoende doorgedrongen hoe | |
[pagina 64]
| |
belangrijk voor ons volk de eigen taal is. De wél strijdlustige groep intellectuelen en taalkundigen die voor het Sardisch vecht, wordt met steeds minder middelen in de steek gelaten. Aan de andere kant is deze groep het er nog steeds niet helemaal over eens hoe uit de vele dialecten één schriftelijke standaardtaal kan worden afgeleid.Ga naar eind3 Voor deze vertaling van Max Havelaar heb ik gebruikgemaakt van de laatst goedgekeurde regionale standaard, de lsc (Limba Sarda Comuna, Algemene Standaard voor het Sardisch), een veelomstreden maar toch belangrijk referentiepunt voor de eenwording van de Sarden, ten minste wat hun geschreven taal betreft.Ga naar eind4 | |
Belang van minderheidstalenHet Sardisch is de grootste minderheidstaal van Italië en wordt door meer dan een miljoen Sarden in het dagelijks leven gebruikt naast het Italiaans. Over het belang van minderheidstalen is veel geschreven en in verschillende landen en bij internationale instellingen bestaat de wil om deze talen door wetgeving te beschermen.Ga naar eind5 De ruimte ontbreekt om dit veelomvattende onderwerp hier uitputtend te behandelen. Wel wil ik het belang van minderheidstalen nader belichten vanuit humanistisch perspectief.Ga naar eind6 De dood van de minderheidstalen zou een groot verlies zijn voor iedereen die een humanistische visie heeft en niet alleen economisch, puur rekenkundig en commercieel denkt, voor iedereen die gevoelig is voor schoonheid en voor het wonder van de menselijke creativiteit.Ga naar eind7 Het zou een ramp zijn van dezelfde omvang als het verdwijnen van de biodiversiteit voor de natuur. Talloze onderzoeken bewijzen dat biodiversiteit van vitaal belang is voor het leven op onze planeet.Ga naar eind8 Zo heeft ook de diversiteit van talen en culturen - door complexe interacties en wederzijds contact zowel met elkaar botsend als elkaar verrijkend en bevruchtend - de evolutie van de menselijke geest mogelijk gemaakt.Ga naar eind9 Minderheidstalen, ontstaan en gevormd in verschillende culturele milieus, spelen in deze geestelijke evolutie een onmisbare rol. De strijd voor het behoud van minderheidstalen is in het algemeen zwaar en tegenwoordig nog zwaarder door de economische en culturele globalisering, die niet alleen leidt tot economische maar ook tot culturele eenvormigheid.Ga naar eind10 Zwaar - maar niet onmogelijk. Velen beschouwen globalisering als iets noodlottigs en onvermijdelijks. Maar ik volg liever de les van mijn landgenoot Antonio Gramsci (1891-1937), filosoof van de praxis, slachtoffer van het fascisme, niet ver van mijn dorp op Sardinië geboren - die stelt dat ‘noodzakelijkheid’ in de menselijk ge- | |
[pagina 65]
| |
schiedenis niet bestaat.Ga naar eind11 Globalisering is door mensen gemaakt en kan door mensen worden omgebogen in een andere richting dan de tegenwoordige, die het haast onvermijdelijk maakt dat de mensheid straks alleen nog maar Engels, of misschien Chinees, spreekt. Volgens de Franse filosoof Simone Weil is elke taal - de eigen taal van elk volk - deel van de enraçinement, de geworteldheid van elk mens in de gemeenschap waarin hij is geboren.Ga naar eind12 Door deze enraçinement krijgt de mens vanaf zijn geboorte een schat aan wijsheid mee, moeilijk te definiëren maar in essentie de voorwaarde voor een authentiek persoonlijk leven. Los van de puur wetenschappelijke en/of economische visie waarop alle ‘ideologieën van de vooruitgang’ (zoals de Verlichting, het socialisme en liberalisme) zijn gegrondvest, fundeert Simone Weil de waardigheid van de mens op een diepdoordacht humanisme en - meer dan dat - op een ware ‘religie van de mens’ waarin elke vorm van geweld van de ene mens tegenover de andere ondenkbaar is. Hieronder valt ook het onder dwang opleggen van een vreemde taal terwijl tegelijkertijd de moedertaal wordt afgeschaft. | |
Boodschap van Max HavelaarNu wil ik, als vertaler en gewone lezer, mijn mening en gevoelens over Max Havelaar en Multatuli met u delen. Er wordt gezegd, grotendeels terecht, dat een van de beste manieren om een boek te leren kennen en te waarderen is het te vertalen. Dat is waar, gezien het noodzakelijk streven door te dringen tot in de diepste, ik zou haast zeggen moleculaire, structuren van het verhaal en het gewicht van elke zin en elk woord te wegen. Aan de andere kant wordt ook gezegd dat vertalen onvermijdelijk verraad betekent. Als vertaler naar het Sardisch hoop ik, ondanks mijn tekortkomingen, ten minste de boodschap van mensenliefde aan mijn volk te hebben doorgegeven - de rode draad in het boek naast de passie, de kracht en de humor van de auteur, Multatuli. Deze boodschap blijkt, bijvoorbeeld, uit de poëzie, de menselijkheid, de liefde voor de armen en vooral de ‘honger en dorst naar gerechtigheid’ in de sublieme toespraak van Max Havelaar tot de hoofden van Lebak in het achtste hoofdstuk van de roman.Ga naar eind13 Deze bladzijden behoren mijn inziens tot de mooiste van het boek. Daar zien we een ware homo iustus et misericors, een rechtvaardig en barmhartig mens. Hij wil het recht herstellen maar toont tegelijkertijd medelijden met de misdadigers. Ecce homo, zou ik zeggen: Zie, een echt mens! Hier, en in het hele boek, beschouw ik hem als een held die onvoorwaardelijk en vanzelfsprekend vóór het goede en tegen het kwade vecht. Helaas is hem - evenals de andere | |
[pagina 66]
| |
kampioenen van het goede in de geschiedenis, van Jesus tot El Che - het bittere lot ten deel gevallen van degene die gezegd heeft: ‘Dilexi iustitiam, odii iniquitatem; propterea morior in exilio.’ (Paus Gregorius vii: ‘Ik heb de gerechtigheid liefgehad en het onrecht gehaat; daarom sterf ik in ballingschap.’)Ga naar eind14 Poort van het Swigtershofje, Amstel 86/88-98, Amsterdam, met citaat uit psalm 41. Beeldhouwwerk van Pieter Pantel, 1746. Foto door Rudolphous/Rabanus Flavus, 2010/2015 (foto van public domain: https://commons.wikimedia.org).
Naar mijn idee zijn Multatuli en zijn personage Max Havelaar - in de woorden van Marx en Engels - vertegenwoordigers van het unglückliges Bewusstsein van de Europese bourgeoisie, die er ondanks haar begeerte naar macht en rijkdom, diepgewortelde morele principes op nahield zoals naastenliefde en barmhartigheid.Ga naar eind15 Een voorbeeld hiervan uit een verder verwijderd verleden toont een poort in Amsterdam, vlakbij het Muntplein. Hoog op de architraaf staat een Latijns bijbelcitaat: ‘Beatus qui intelligit super egenum et pauperem, in die mala liberabit eum dominus.’ (‘Zalig wie zorgt voor de behoeftige en de arme, op de dag | |
[pagina 67]
| |
des onheils zal God hem bevrijden.’)Ga naar eind16 Natuurlijk doet dit niets af aan het feit dat over bijbel en religie als dekmantels voor de misdaden van het kolonialisme veel te zeggen valt. In onze roman is dit terug te vinden in de (tegelijk komische en tragische) personages Batavus Droogstoppel en dominee Wawelaar.Ga naar eind17 Multatuli was evenals Max Havelaar geen jakobijn, geen ‘extreem-linkse’ revolutionair. Hij was een kind van de bourgeoisie, zelfs met een licht heimwee naar het ancien régime zoals blijkt uit zijn opmerkingen over de rol van de adel, en over de adellijke afkomst en het veronderstelde vermogen van zijn vrouw Tine, die een baronesse was.Ga naar eind18 Maar hij was ook een zoon van de Franse Verlichting lijdend aan een ‘ongelukkig bewustzijn’. Hij wilde recht doen aan het arme onderdrukte volk dat aan hem was toevertrouwd, en werd diep ongelukkig als zijn pogingen mislukten. Zijn boodschap van gerechtigheid en menselijkheid blijft uitermate actueel, ook nu, aan het begin van het derde millennium. Het ‘ongelukkig bewustzijn’ van de bourgeoisie van toen is het ‘gelukkige onbewustzijn’ van de post-bourgeoisie van nu, gebukt onder een kapitalisme dat alleen aan de wetten van de vrije markt gehoorzaamt en geen aandacht heeft voor mensen en gemeenschappen.Ga naar eind19 De Droogstoppels en Wawelaars zijn aan de winnende hand ten koste van de Max Havelaars. Ziehier het nut en doel van deze vertaling in het Sardisch. Max Havelaar heeft Sardinië veel te bieden. Sardinië is - net als Indonesië - langdurig een kolonie van buitenlandse machten geweest. Sardinië met haar unieke taal en cultuur verdient evenals vele andere kleine, onderdrukte en miskende naties erkenning en waardering, en de mogelijkheid zich in haar eigen taal uit te drukken. | |
Multatuli en ‘plicht’Ten slotte een persoonlijke overweging. Ik denk dat er een interessante overeenkomst bestaat tussen de eerder genoemde mystica Simone Weil en de vrijdenker en atheïst Multatuli. Ook al spreekt de eerste over de eeuwige bestemming van de mens (la destinée eternelle de l'être humain)Ga naar eind20 en gaat het de tweede, met zijn gepassioneerde kritiek op de leugenachtigheid van traditionele religies en de stellige overtuiging dat de fysica, de ‘Natuur’, de enig ware religie is, vooral om een onafhankelijke, niet aflatende en vrije zoektocht naar de waarheid (‘leven als reis naar de haven van het ware’) los van oude mythes en legendesGa naar eind21,Ga naar eind22 - toch hebben deze twee filosofische tegenpolen een raakpunt. De boven alles verheven waardigheid van de mens, die moet worden verdedigd en uitgedragen als summum bonum, het hoogste goed. In het gedachtegoed van zowel Multatuli als Simone Weil keert steeds het woord ‘plicht’ terug. Deze term zou in het Frans letterlijk moeten worden ver- | |
[pagina 68]
| |
taald als devoir. Maar Simone Weil gebruikt het woord obligation (les obligations envers l'être humain), dat iets meer betekent dan gewoon ‘plicht’. Een betere vertaling zou ‘verbindende plicht’ zijn: iets waaraan iedere persoon met een geweten en morele principes zich niet mag onttrekken, een gedragsregel waarvoor het de moeite waard zou zijn zelfs het eigen leven te offeren. Even mooi en plechtig, majestueus en heroïsch klinkt het woord ‘plicht’ in de laatste brieven van Max Havelaar aan controleur Verbrugge, resident Slijmering, de Gouverneur-Generaal en de Koning zelf: ‘Ik heb de overtuiging mijn plicht te hebben gedaan [...] geheel mijn plicht, niets dan mijn plicht [...] In gelyke omstandigheden zou ik opnieuw [...]geheel hetzelfde doen en nalaten. Al ware het zelfs, dat een hoger macht dan de uwe iets afkeurde in wat ik deed [...]: ik heb mijn plicht gedaan!’Ga naar eind23 Deze totale toewijding aan de plicht blijkt uit het feit dat Max Havelaar alles op het spel zet: zijn eigen welvaart en die van zijn familie, zijn carrière, zelfs zijn leven gezien de gewelddadige dood van zijn voorganger. Dit alles lezen we in de roman, maar zien we ook terug in de biografie van Multatuli en is te definiëren als een heroïsche zelfverloochening, bijna een roeping tot het martelaarschap, uit naam van absolute morele principes die totaal bindend zijn en voor degene die erin gelooft van meer waarde dan het eigen leven.Ga naar eind24 Dit lijkt niet alleen een religieuze visie maar ís een religieuze visie op concreet, historisch en menselijk, niveau. Ik durf te zeggen dat Multatuli, ondanks dat hij het atheïsme beleed, een diepreligieuze visie op het leven had. Uit zijn doopsgezinde en rooms-katholieke jeugdjaren heeft hij de essentie bewaard: naastenliefde.Ga naar eind25 Dezelfde wereldbeschouwing vinden we bij Simone Weil. Maar waar zij spreekt over een ‘boven-historische transcendentie’ (la destinée eternelle de l'homme), zien we bij Max Havelaar, die op grond van het vrije denken voor sociale gerechtigheid strijdt, een ‘historische transcendentie’.Ga naar eind26 Wie bereid is zijn leven te offeren uit naam van de menselijke plicht tot liefde en gerechtigheid, heeft noodzakelijkerwijs een geloof in iets dat groter is dan het leven zelf.Ga naar eind27 Om terug te keren tot het thema van mijn overwegingen en mijn presentatie af te ronden: de liefde voor de mens van Max Havelaar (en Multatuli) blijkt óók uit het feit dat Havelaar de taal spreekt van de mensen die hij liefheeft. Hij spreekt Javaans tot het volk van Lebak. Hij heeft de moeite genomen hun taal te leren om niet alleen hun verstand, maar vooral hun hart te kunnen aanspreken.Ga naar eind28 Dat is niet alleen toe te schrijven aan zijn grote talenknobbel maar, in mijn ogen, ook aan zijn liefde voor mensen. Of beter: hij was een groot polyglot omdat zijn liefde voor mensen groot was. Ik durf hier wel te stellen dat Multatuli met veel sympathie gekeken zou hebben naar de strijd voor het behoud van de Sardische taal, en van de andere minderheidstalen op de wereld. |
|