Over Multatuli. Jaargang 33. Delen 66-67
(2011)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 62]
| ||||||||||
Potloodcommentaar bij Multatuli
| ||||||||||
[pagina 63]
| ||||||||||
verzamelaar van Multatuliana - aldus de karakterisering in de Multatuli Encyclopedie - onderstrepen. gdd was Bataviaas redacteur van het Semarangse blad De Locomotief, haalde enkele onderwijzersdiploma's en werd ambtenaar op het hoofdkantoor van de Nederlands-Indische Spoorwegen te Bandoeng. Auguste Douwes Dekker, oudste zoon van Jan Douwes Dekker
Zijn bekendere broer Ernest (1879-1950) speelde in de periode van de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd een niet onbelangrijke rol; hij was minister zonder portefeuille in een van de eerste kabinetten onder president Soekarno, die hem een nationale held noemde. Samen met hun oudste broer Jules (1878-1940) stortten zij zich in hun jonge jaren onvervaard in de Boerenoorlog in Zuid-Afrika. Ze gaven daarmee, naar de woorden van J.H.W. Veenstra, al vroeg blijk van een duidelijk multatuliaanse neiging tot ridderlijkheid. Frans Glissenaar zet dat in zijn biografie van Ernest wat scherper aan: ‘Door alle dd's loopt een streep!’ zoals het in de familie heette.Ga naar eind1
Voor het museum is de aanwinst in merendeel bestemd voor de doublettenkast: dat geldt voor Multatuli door A.J. (1891), de Dageraad-uitgave uit 1892 met herinneringen aan Multatuli, voor de drie delen uit de Mimi-editie van Multatuli's brieven (1893), de twee exemplaren van de Garmond-Multatuli, het exemplaar van de Stoa-uitgave van Minnebrieven (1967) en de Privé-Domein Multatuli Liefdesbrieven van Paul van 't Veer (1979, met ingeplakt visitekaartje en opdracht van de auteur voor N.A. DD, die op de titelpagina heeft aangetekend dat Van 't Veer de week erna plotseling overleed). | ||||||||||
[pagina 64]
| ||||||||||
Maar de boekenverzameling bevat wel een paar opmerkelijkheden: een verzamelband met vier brochures over Multatuli (reacties op Een ziektegeschiedenis van Th. Swart Abrahamsz uit 1888, waaronder Aesculaap als caricatuurschilder van Auguste Douwes Dekker zelf) en een exemplaar van het socialistisch maandblad De Nieuwe Kern uit 1937 waarin redacteur J. de Kadt het zich op dat moment voltrekkende Multatuli-jaar bespreekt. Dit exemplaar is volgens de notatie van gdd hem ‘uit Holland toegezonden door Ed. Du Perron 1937’. In de marge van het artikel bieden niet alleen de potloodglossen van gdd markante nota bene's bij De Kadt, maar ook de eerste lezer, Du Perron, heeft aantekeningen-sporen achtergelaten. Du Perron leerde de broers edd en gdd kennen tijdens een verblijf in Tjitjoeroeg (Java) in 1937 waar hij research deed voor De Man van Lebak, dat in datzelfde jaar zou verschijnen. Het contact leverde een spannende episode op die ook de Multatuligeschiedschrijving heeft gehaald. gdd was door zijn vader in het bezit gekomen van het gebrekkig gekopieerd en niet compleet afschrift van de nooit verzonden brief van Multatuli aan gouverneur-generaal Duymaer van Twist van 9 april 1856Ga naar eind2 die Du Perron per se wilde openbaren, omdat, zoals Kees Snoek benadrukt, in deze brief voor Du Perron de geboorte plaatsvond van de schrijver Multatuli (Snoek 2005). Omdat hij vreesde voor zijn baan was gdd huiverig voor publicatie. Er waren negentien foliovellen van Du Perron voor nodig om gdd over te halen, met daarin de zinnen ‘Ik moet mij dus nogmaals bekend maken. Waarde heer Douwes Dekker, ik ben hyper-individualist (...)’ - gdd had zich beroepen op zijn individualist-zijn als reden van zijn aarzeling. Op die vellen schreef Du Perron een van zijn mooiste brieven - ‘bijna een brochure!’.Ga naar eind3
Verreweg de meeste opmerkingen zijn aan gdd ontlokt door de brochure (in tweevoud aanwezig, met verschillend gekleurde omslagen; ‘niet in den handel’ en daarom ontsnapt aan de aandacht van De Mare) Multatuli overleden 19 Februari 1887. Hoe het lezend publiek, de critiek, zijn chefs, zijn vijanden, zijn vrienden en zijn familieleden over hem dachten. 100 extracten uit in druk verschenen beoordeelingen van zijn persoon en zijn werk tusschen 1860 en 1937. In chronologische volgorde gerangschikt en toegelicht door hantoe. Druk en uitgave A.C. Nix & Co. Bandoeng 1937. Enkele van deze extracten worden in de brochure in extenso weergegeven. Ik noem er hier twee: de literarische kritiek ‘Camera Obscura en Max Havelaar’ van Busken Huet en ‘Het verloren Genie’ van H.J.A.M. Schaepman. Over de schrijver deelt gdd op de omslag van één van beide exemplaren het volgende mee: ‘Dit is het ps. van den Luit.-Kol. Tit. B.D.L.H. Spook te Bandoeng. (Spook is in het Soend. “Hantoe.”) gdd’. Op de titelpagina: ‘Ik heb gemeend dit pamfletje van kantteekeningen te moeten voorzien. Zie aldaar. Dit is een eigenaardig boekske, met ook wel wat goeds. gdd’. | ||||||||||
[pagina 65]
| ||||||||||
De drie broers Douwes Dekker, ca. 1899-1900. V.l.n.r.: Ernest, Jules en Guido (uit Glissenaar 1999, p. 25)
Eén van die ‘kantteekeningen’ naar aanleiding van de begeleidende tekst bij een portret van Raden Adipatti Karta Natta Negara, en wel (uit Van Sandicks Leed en Lief uit Bantam)Ga naar eind4 ‘Deze regent werd in 1856 door Multatuli beschuldigd van knevelarij, op welke beschuldiging de Regering, gelukkig voor de Ned. Letterkunde, eerst later is ingegaan en die toen als juist moest worden erkend’: Dit is het vaak naar voren tredend cynisme van een egoïstisch nageslacht. Zijn tijdgenooten, die zich zoo uitlieten, vervloekte Multatuli erom. Vergeten werd en wordt de hoofdzaak, vergeten de grootheid van zijn figuur, vergeten al de bittere ellende welke het gevolg was voor hem en de zijnen van zijn onrechtvaardige behandeling. ‘Gelukkig voor de Nederl. Letterkunde’ werd hij schrijver; waarbij men schijnt te meenen dat hij het te vooren niet was. Publiek schrijver ging hij - ongewild - worden. ‘Schrijver’ en krachtige, geniale figuur was hij al lang! gdd En de volgende karakteristiek van de schrijfster van Uit Multatuli's leven (1902), neergezet op de titelpagina met bovenaan de initialen ‘ahe’ is te mooi om - vanwege de hoge flaptekstpotentie - niet te citeren: Een vieze rammelslag, die zoowat alle kluts kwijt was! Die blijkbaar alleen een Daniëls vinden kon als uitgever van haar vieze hysterische uiteraard door niemand (zelfs Mult. niet!) openlijk te bestrijden sterk overdreven ‘memoires’, | ||||||||||
[pagina 66]
| ||||||||||
naast de andere pornografische lectuur van dien uitgever, zie de aankondigingen op den omslag achterin!Ga naar eind5 gdd De verzamelde commentaren vanuit de losse gdd-pols zullen ons Multatulibeeld niet drastisch bijstellen, ze geven wel meer inzicht in het leven van een ander markant ‘hereditair belast’ lid van de Douwes Dekkerdynastie. Het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (kitlv) in Leiden bezit dank zij de goede zorgen van zijn zoon Niels Alexander een groot deel van gdd's nagelaten papieren. Daarnaast bevat het Multatuli Genootschapsarchief tot nog toe ongepubliceerd materiaal - gdd correspondeerde onder andere met Julius Pée en met Toos Everts, Mimi's levensgezellin uit haar Haagse jaren - dat nodig eens uitgezocht en beschreven moet worden voordat de grote verkruimeling (gdd schreef meestal op luchtpostvelletjes) toeslaat. GL Dank aan Liesbeth Dolk voor de mondeling verstrekte mededelingen en aan Willem van Duijn en Klaartje Groot voor het bibliografisch speurwerk. De inventarislijst met aantekeningen zal worden geplaatst op de website van het Multatuli Huis. | ||||||||||
Literatuur
|
|