passen. Het zijn tevens invalshoeken die voor veel discussie zorgen. Die debatten juichen we toe en we hechten er waarde aan de lezers van Over Multatuli kennis te laten maken met de terminologie en opvattingen uit nieuwe theorieën. Een voorbeeld hiervan presenteren we in dit nummer: het betreft een bijdrage van Giulia Signorato die Nederlands in Padua heeft gestudeerd.
Een terugblik op de geschiedenis van de studie naar Multatuli's leven en werk leert ook dat er na de dood van Multatuli altijd literaire auteurs zijn geweest die zich daarmee bezig hebben gehouden. De bekendste, inmiddels overleden auteurs, zijn E. du Perron en W.F. Hermans geweest. Hun plaats is ingenomen door Atte Jongstra die in 1985 De multatulianen publiceerde, een literatuurhistorisch werk. Inmiddels gaat zijn belangstelling meer uit naar het werk van Multatuli zelf en is hij op zoek naar het kenmerkende ervan dat hij vervolgens op een wijze die typisch is voor zijn wereldbeeld, actualiseert of beter: attualiseert of verjongstraat. Eerder al namen we Jongstra's ‘Biljartvraagstuk’ op, in dit nummer filosofeert hij in ‘Iets over kachels’ over het belang van dit verwarmingstoestel voor Multatuli. Deze bijdragen zullen verschijnen in een bundel die volgend jaar onder de titel Kristalman. Multatuli-oefeningen zal uitkomen.
Ook is er nieuws uit het Multatuli Huis. Met ingang van 1 juli 2011 is Klaartje Groot als conservator in dienst getreden, reden voor de redactie haar in een interview aan de lezers voor te stellen. Haar werkzaamheden begonnen met een prachtig geschenk: in juni nam Liesbeth Dolk, die in 1993 promoveerde met Twee zielen, twee gedachten: tijdschriften en intellectuelen op Java (1900-1957) en van wie volgend jaar een biografie over F. Springer verschijnt, contact op met de redactie. Via haar bemiddeling is de bibliotheek van het Multatuli Huis nu verrijkt met circa 25 boeken uit de nalatenschap van mevrouw Ula Douwes Dekker-Grobben. Meer over deze schenking is te vinden in ‘Potloodcommentaar bij Multatuli’.
Verder gaat Frits Booy in ‘Een kleine boef leert een grote boef kennen. De invloed van de roversroman in Woutertje Pieterse’ in op de invloed van Vulpius' Glorioso op Woutertje Pieterse en vraagt hij zich af of Multatuli het werk zelf wel goed kende. We nemen ook de lezing op die Philip Vermoortel tijdens het symposium ‘Multatuli, vrijdenkers en humanisme’ in 2010 aan de Universiteit voor Humanistiek te Utrecht heeft gehouden. Hij onderzoekt daarin Multatuli's kritiek op de religie. Dick Welsink, ten slotte, zet na veertien jaar zijn rubriek ‘Een aanvullinkje op Ter Laan’ met informatie over S.E. Harthoorn voort.
De redactie