wild dier, zou ik lang vóór hem de hoofdeigenschap van z'n stelsel beheerst, geopenbaard hebben.’ ‘Het is pretentieuze onzin’, schreef Tijs Goldschmidt al weer jaren geleden in nrc, ‘maar wie kon er zo geestig bluffen als hij?’ Heeft Goldschmidt gelijk?
Darwin en Multatuli hebben beiden de negentiende en twintigste eeuw overleefd en steeds nieuwe aspecten uit hun werk krijgen aandacht. Bij Darwin is dat nu bijvoorbeeld de relatie tussen schoonheid en evolutie, bij Multatuli vrijwel alles, in overeenstemming met de onderwerpen waar hij over schreef.
Darwin had tijdens een zware ziekte Hugh E. Strickland (1811-1853), een geoloog en zoöloog, aangewezen als de editeur van zijn postume werk. Daar kwam het niet van: Strickland werd door een trein gegrepen terwijl hij in het gruis tussen de rails naar fossielen zocht. Hij zal één van de eerste prominente slachtoffers van de trein zijn geweest. Darwin herstelde van zijn ziekte. Strickland is vergeten.
Wat Multatuli van de trein, het nieuwe vervoermiddel van zijn tijd, vond, beschrijft Tom Böhm in een uitgebreide bijdtage in dit nummer. Verder vindt u een voorpublicatie van de biografie die Gaia Koops-van Bruggen over Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel, beter bekend als Mimi, aan het schrijven is. John Cornelisse behandelt het grote veld van invloed en intertekstualiteit heel concreet in ‘Een zandkorrel in het raderwerk. Michel Massons Le Grain de Sable als inspiratiebron voor Multatuli's Vorstenschool’ en Marianne Braun beschrijft in ‘Wilhelmina Drucker, feminist en multatuliaan’ de rol die Multatuli's opvattingen in de eerste feministische golf rond 1900 speelden.
De redactie