Francisca van Vloten
De paradijsvogel zijn staart niet zijn veren
Het netschrift van de Max Havelaar in facsimile
Max Havelaar moest een roman lijken en tegelijkertijd, aldus Douwes Dekker, de uitwerking hebben van een politiek en sociaal pamflet. Weliswaar had hij de namen van de hoofdrolspelers in Indië veranderd, maar de overige eigennamen had de gefnuikte ambtenaar voluit neergeschreven.
De staatsman, schrijver en vrijmetselaar Jacob van Lennep fungeerde op Dekkers verzoek als bemiddelaar bij de uitgave en trad meteen op als redacteur. Zijn behoedzame aanpak zorgde naast belangrijke verbeteringen voor een veel minder direct gerichte aanval. Zo werden bijvoorbeeld de eigennamen geschrapt en de plaatsnamen en jaartallen ingekort. Dekker, die zijn ‘aanklacht’ daarmee werkelijk zag verworden tot een ‘roman’, stond het auteursrecht desalniettemin voor vijfhonderd gulden aan Van Lennep af. Maar hij hield zijn poot stijf bij het slot, waaruit Van Lennep het aanroepen van koning Willem iii wilde verwijderen: ‘Moest Max H. zijn staart missen? 't is er mee als de paradijsvogel. Het heele dier is om dien staart geschapen.’
In de onderhandelingen die rond de mogelijkheden van publicatie plaatshadden, gaf Dekker aan daarvan te willen afzien als men hem tot resident op Java zou benoemen, een voorschot zou geven en hem zou onderscheiden met de ‘Ned. Leeuw’. De Nederlandse regering ging daar zoals bekend niet op in. Op 14 mei 1860 verscheen aldus Max Havelaar, geschreven door Multatuli, in twee delen en in een oplage van 1300 exemplaren à f 4,-, het toenmalige weekloon van een arbeider. Daarmee zag het boek, dat volgens velen het grootste in de Nederlandse canon is, het licht.
Vijftig jaar na de oerpublicatie van de Max Havelaar stal Multatuli's verloren gewaande manuscript de show op een herdenkingstentoonstelling in Amsterdam. Het handschrift - Dekkers netschrift met wijzigingen in roodpaarse inkt door Van Lennep - was opgedoken in de nalatenschap van Joost de Ruyter, de eerste uitgever ervan. Hoewel de door Dekker aan Van Lennep afgestane versie nu voorhanden was en als onderdeel van de Multatuli-collectie al gauw een plaats in het handschriftenmagazijn van de uba zou krijgen, heeft die geen invloed op de steeds weer nieuwe drukken van de Max Havelaar gehad. Het duurde nog tot na de Tweede Wereldoorlog voordat er iets met het netschrift gebeurde.
De letterkundige Garmt Stuiveling, bezorger van Multatuli's Volledige Werken, kwam in 1949 in samenwerking mer de uitgever Geert van Oorschot met een gedrukte versie van het manuscript, de ‘nulde druk’ van de Max Havelaar. Hij voegde daar een uitstekende inleiding aan toe, die in de toelichting op de in