dat later, in 1987, in de Privé-domeinreeks van de Arbeiderspers verscheen onder de titel De omgevallen boekenkast, dat we als zijn magnum opus kunnen beschouwen. Het is een verzameling losse invallen, leesverslagen, aforismen, anekdotes en droomverslagen die hij schreef in de jaren zestig en zeventig - een boek in de traditie van Du Perrons Cahiers van een lezer en In deze grootse tijd.
In het register van De omgevallen boekenkast is Multatuli een van de meest genoemde schrijvers en een ander uitgaafje van de Sjaalmanpers bevat onder de titel Multatuli onder vuur (1986) ‘schimpscheuten en schampschoten’ aan het adres van Multatuli. Een klein onderzoekje van Van Straten in 1996 leidde tot een andere publicatie in eigen beheer over Multatuli: De man die alle talen kende. Wat deed Douwes Dekker bij l'Independance Belge?
Voelde hij zich aanvankelijk wel prettig bij zijn marginale positie in de letteren, het lijkt erop alsof die in later jaren een frustratie werd. Zijn Multatuli-biografie, Multatuli, van blanke radja tot bedelman. Een schrijversleven (1995), kreeg een matige ontvangst. Veel recensenten stoorden zich eraan dat Van Straten zich wel erg veel bezighield met de misstappen van Eduard Douwes Dekker op financieel en erotisch gebied en het werk van Multatuli verwaarloosde. Het lijkt alsof hij er vooral op uit is aan te tonen dat de grote schrijver heus ook maar een gewoon mens was.
Ik vroeg hem indertijd wat hij toch tegen Multatuli had. Hans schreef: ‘Ik bezweer je: niets! Ik ben beslist niet met boosaardige bedoelingen begonnen, zoals Swart Abrahamsz of Meerkerk. Van de geheimen die ik op het spoor zou komen, had ik geen flauwe notie. Ik ben er gewoon door overvallen.’ Misschien was het de journalist in Hans van Straten die het uiteindelijk won van de literator?
Hetzelfde euvel kleeft aan zijn boek over W.F. Hermans, Hermans, zijn tijd, zijn werk, zijn leven (1999). Was de ontvangst van zijn Multatuli-biografie verre van enthousiast, zijn boek over Hermans werd met de grond gelijk gemaakt, vooral vanwege de vele slordigheden. Men beschouwde het als biografie, iets dat nooit Van Stratens bedoeling was. Bovendien kreeg hij niet de kans het boek af te maken omdat hij werd getroffen door een hersenbloeding, waardoor de uitgever hem het manuscript te vroeg uit handen nam. Ook hier werden de kleine persoonlijke onvolmaaktheden van de schrijver benadrukt, terwijl zijn oeuvre nauwelijks een plaats kreeg.
Begin jaren negentig verraste hij zijn vrienden met een eenmanstijdschrift, de Vlagtwedder Grensbode, een soort voortzetting van De omgevallen boekenkast. De Times van Van Stratens ziel. Een abonnement nemen kon niet, je kreeg het of je kreeg het niet.
Een van Van Stratens notities in De omgevallen boekenkast luidt: ‘Literair succes laat mij onverschillig, maar ik zou wel graag voortleven in een klein werk van letterkunde.’ Het is niet eenvoudig om in de toekomst te kijken, maar het lijkt me niet onmogelijk dat deze wens in vervulling zal gaan: De omgevallen boekenkast belooft voorlopig een gezocht boek te blijven in het antiquariaat.