richshagen, ooit de woonplaats van de Duitse Multatuli-vertaler Wilhelm Spohr. Diens brieven betreffende zijn Multatuli-vertalingen zijn uitgegeven, brieven die voor een belangrijk deel afkomstig zijn uit het Genootschapsarchief in het Multatuli Museum. Jaap Grave annoteerde de brieven en becommentarieerde ze in een uitgebreid nawoord. Op 25 oktober werd de publicatie ‘Verdammt sei, wem das nicht heilig ist!’ Die Korrespondenz von Wilhelm Spohr mit Mimi Douwes Dekker und dem J.C.C. Bruns' Verlag in Minden 1898-1928 gepresenteerd in een antiquariaat in Friedrichshagen. Behalve Jaap Grave spraken Heinz Eickmans van de Universiteit Münster en ondergetekende.
In een ander buitenland is Multatuli nu ook weer in de boekhandel verkrijgbaar. In oktober verscheen de nieuwe Japanse vertaling van de Max Havelaar van de hand van professor Hiroyuki Sato. Zijn leermeester wat betreft het Nederlands, Sumitaka Asakura, zorgde in 1942 voor de eerste Japanse Max Havelaar-vertaling, die echter na een korte tijd door de censuur werd verboden. Meer dan een halve eeuw later kunnen de Japanners in hun eigen taal de parabel van de Japanse steenhouwer weer lezen, de enige Multatuli-tekst die naast de Max Havelaar beschikbaar is in het Japans, en al die andere prachtige hoofdstukken in de Havelaar.
Het Multatuli Museum kon zich het afgelopen jaar verheugen op enkele bijzondere aanwinsten. In Vlaanderen werd van een particulier een onbekende brief van Multatuli aangekocht (brief aan Julius Sabbe van 19 april 1869; zie voor de brief elders in dit tijdschrift), alsmede twee fragmenten uit de vijfde bundel Ideën met delen uit de Wouter-geschiedenis. De brieven waren al zeer lang familiebezit en de familie vond het tijd worden dat deze unieke manuscripten terecht zouden komen waar ze thuishoren, in de collectie van het Multatuli Museum.
Als we die collectie iets oprekken en het Multatuli-bezit van de ub Amsterdam daarbij betrekken, dan was ook daar een aanwinst te melden: een brief van Multatuli aan de heer Ph. Haas Az. van 26 november 1873. In december werd de brief geveild bij Bubb Kuyper in Haarlem. De inhoud van deze brief was al bekend en is opgenomen in de Volledige Werken (vw xvi: 317).
Jos van Waterschoot