Voltaire -
Er zijn meer verschillen aan te wijzen tussen Voltaire en Multatuli dan overeenkomsten. Niet verwonderlijk, want Voltaire werd nog opgevoed vanuit een zeventiende-eeuws klassiek ‘gesloten’ wereldbeeld terwijl zijn negentiende-eeuwse navolger als vertegenwoordiger van een meer open maatschappij dichter bij ons staat. Met andere woorden: Voltaire leefde in een aristocratischer wereld. Een ander, meer in het oog springend verschil is dat Voltaire een groot deel van zijn leven gerespecteerd homme de lettres in verschillende Europese kringen was, onder andere in Engeland (waarover hij schreef in Lettres philosophiques ou Lettres sur les Anglais) en Duitsland (waar hij aan het hof verbleef). Maar eerlijk is eerlijk, sommige verblijven moesten weleens prematuur worden afgebroken wegens opkomende moeilijkheden omtrent zijn persoon, en ook was op enkele meer het begrip ‘ballingschap’ van toepassing. De voormalig ambtenaar Douwes Dekker heeft zijn leven lang (op kleine intermezzi na) echter noodgedwongen als vagant buiten Nederland moeten dromen van eerherstel. Voltaire heeft dat uiteindelijk in het jaar van zijn dood op weergaloze en nog nimmer overtroffen wijze, als we de bronnen mogen geloven, mogen smaken. Verder was Voltaire in tegenstelling tot Multatuli een welgesteld, zelfs vermogend man en is hij nooit, laat staan twee keer, getrouwd geweest.
Maar we moeten anders kijken. In Idee 482 vergelijkt Multatuli het werk van de Franse Encyclopédistes met dat van overijverige landarbeiders die een waardeloos veld vol distels en dorens weten om te werken tot een terrein waarop iets kan groeien, en hij noemt daarbij met waardering de hoofdarbeiders Meslier, Rousseau, Voltaire, Diderot (→ Minnebrieven) en D'Alembert. (→ Encyclopedisten) Wat Multatuli vooral in het werk van Voltaire heeft aangesproken, is de onafhankelijke, speculatieve en kritische stijl en de frisse, oorspronkelijke (soms milde, soms sarcastische) humor. Hij zal bij het doorbladeren van Voltaire keer op keer getroffen zijn door de ton qui fait de verwantschap. Hij had het meest geciteerde aforisme van Voltaire, afkomstig uit ‘Epître à l'auteur du livre des Trois imposteurs’ (1768) ‘Si Dieu n'existait pas, il faudrait l'inventer’, te vinden in Minnebrieven, tweede geschiedenis van gezag (1861), zelf neergeschreven kunnen hebben. De lezer wordt trouwens in de inleiding tot dezelfde Minnebrieven gewezen op de wel heel bijzondere drieeenheid ‘Meyer op den Vygendam, waar Voltaire te koop ligt, en 't Gebed van den Onwetende, van den krankzinnigen Multatuli, en veel ander redeloos geschryf. By zulk volk moet ge wezen!’ Beter in slecht gezelschap dan alleen, zal Multatuli gedacht hebben.
Wat Voltaire en Multatuli het sterkst bindt is hun beider kritische houding tot de Kerk, de religie en de bijbel (en ook hun hoogstpersoonlijke opstelling jegens het godsbegrip). De stelseldichtheid van deze instituties stond in Multatuli's ogen de waarheid in de weg, reden temeer om Voltaire te omarmen vanwege zijn stelselloosheid: