ken Huet, 19 november 1867, vw xii: 509.) Shakespeare voldeed daar niet aan met zijn ‘sprongen en gapingen’ (ibidem), Sterne ook niet - al distantieerde Multatuli zich van hem - met zijn ‘bokkesprongen’ (Idee 1274, vw vii: 629) en Multatuli zelf bekommerde zich niet om ‘verband, noch om homogeniteit’. (Noot bij Idee 34, vw ii: 670.) Hij was, schreef hij, een aanhanger van de ‘niet-methode’. (Ibidem) De Duitse schrijvers hoorden bij de eerder genoemden die het ‘oorspronkelyke’ afbeeldden en dichters waren ‘van de Natuur afgekeken humor [...]’. (Idee 1052b, vw vi: 485)
Wat is humor? ‘Humor is 't weergeven van de Natuur’ (Idee 158, vw ii: 383) Wat nu volgt is geen logische, maar wel een multatuliaanse redenering. De Natuur, betoogt hij, is ‘zeer humoristisch’, ja ‘zy alleen is humoristisch, en meer nog, ze is altyd humoristisch.’ (Ibidem) Maar wat is de natuur? De Natuur is, aldus Multatuli, een ‘bataviase toko’, een Indische winkel, die zich van een normale winkel onderscheidt door niet één ‘soort van goederen’ te verkopen, maar ‘allerlei soorten, alle goederen, alles.’ (Ibidem: 385) Er heerst dus geen eenheid in het aanbod maar ongeordende veelvoud: ‘Vraag naar schoensmeer, ham, tandpoeder, muzenalmanakken, domineesportretten, bonshommes, duikelaartjes, schaatsen, rouwlint, aandelen in 'n schip, of kuitgepsen... dat alles levert u een rechtgeaarde toko.’ (Ibidem) En wat levert de Natuur? ‘Zy heeft in haar oneindig magazyn alles. Lucht, zee, leven, liefde, zwaarte, ziekte, vreugd, schoonheid, karakter, pyn, klank, spoed, traagheid, kracht, groei, ontbinding, dood.’ (Ibidem) Dat in de natuur alles naast elkaar is opgestapeld zonder orde, ‘étalage’ en rangschikking heeft zij gemeenschappelijk met een ‘Kunst- of Wunderkammer’, met een magazijn, een toko etc. Waarom is zij humoristisch? Humor, aldus een definitie van Jean Paul, is als je dingen naast elkaar zet die niet bij elkaar horen. Dat gebeurt in de natuur net zoals in een toko, dus is de natuur humoristisch en tegelijkertijd - wat met de ordeloosheid te maken heeft - realistisch.
Multatuli gebruikt in hetzelfde idee een merkwaardig beeld om de wijze waarop de natuur werkt te beschrijven. Ze werkt als een koperplettery, zij ‘hakt, snydt, stampt, drukt, heft, draait, maalt, samenstelt, verbryzelt’. (Ibidem: 384) Zij bekommert zich niet om schoonheid, hier in de vorm van een mooi meisje. Zij doet maar. Of wij de natuur moeten nabootsen of natekenen (ibidem: 385) of kopiëren is bij deze overweging de vraag. Een nadere blik op dit vreemde beeld van de koperplettery maakt duidelijk dat we deze vraag duidelijk met nee kunnen beantwoorden. De natuur is dom, de koperplettery is dom - als we van dat woord een paar letters schrappen (dat mag, want Multatuli had net zo goed een koperen schaar kunnen nemen, maar hij bleef bij ‘koperplettery’), krijgen we het woord ‘kopy’ - waaruit volgt dat ook de ‘kopy’ van de natuur dom is.
Maar humor, definieert Multatuli, is ‘weergeven van de Natuur’ (zie boven). Dat doet hijzelf door de vorm van zijn werk de verschijningsvorm van de natuur te geven: ordeloos. Aan zijn uitgever schrijft hij hoe de Ideeën eruit gaan zien: ‘Ik zal geven: verhalen, vertellingen, geschiedenissen, parabelen, op-