Dik van der Meulen
Een linkse herenboer
Hilde Krips-van der Laan, Woord en daad. De zoektocht van Derk Roelfs Mansholt naar een betere samenleving. Assen, Van Gorcum, 2000. Groninger Historische reeks, dl. 19. X, 328 p. ISBN 9023234367.
Het noorden is de bakermat van het Nederlandse socialisme. Troelstra kwam er vandaan, Domela Nieuwenhuis werd er in 1888 gekozen als eerste ‘rood’ Tweede-Kamerlid, in een tijd dat Nederland nog een soort districtenstelsel had. Het had echter weinig gescheeld of een ander was Domela voor: Derk Roelfs Mansholt (1842-1921), die wordt gezien als een van de pioniers van het socialisme in (Noord-)Nederland.
Over Mansholt verscheen vorig jaar Woord en daad, het proefschrift van Hilde Krips-van der Laan. Haar boek (met als ondertitel: ‘De zoektocht van Derk Roelfs Mansholt naar een betere samenleving’) beschrijft de rusteloze politieke levensloop van de Groningse herenboer. Een ontwikkeling die begon bij Marx en Domela, en (zoals zo vaak) aanzienlijk ‘rechtser’ eindigde, aan de zijde van zijn protectionistische collega's. Dat laatste was vooral het gevolg van zijn teleurstelling over wat hij niet bereikte. Mansholts jarenlange inzet voor politieke hervormingen en landbouwnationalisaties hadden niets opgeleverd; hij trad niet uit de schaduw van Domela Nieuwenhuis, met wie hij later gebrouilleerd raakte, en verzuimde zich bij Troelstra aan te sluiten, de eerste socialistische noorderling die werkelijk succes had. Bovendien waren alle pogingen van Mansholt om in de Tweede Kamer te komen vruchteloos gebleken. Toch zou Nederland er zonder Mansholt anders hebben uitgezien - al had dit niets met zijn politieke oogmerken te maken: dankzij zijn berekeningen (en die van zijn zoon Lambertus) werden de Afsluitdijk-plannen van Lely bijgesteld, en ligt de dijk nu een stuk noordelijker dan oorspronkelijk de bedoeling was.
Zoals alle sociaal bewogen noorderlingen had Mansholt de invloed ondergaan van Multatuli. Ze kenden elkaar sinds januari 1874, toen Mansholt het in een ingezonden krantenstuk voor Multatuli opnam en de schrijver hem met een warme brief bedankte. Hun vriendschap hield (ondanks wat koeltes) stand tot kort voor Multatuli's dood.
Vanzelfsprekend gaat mevrouw Krips op deze episode uitvoerig in. Maar veel nieuws levert dat niet op. De schrijfster heeft zich, op een enkel krantenbericht na, beperkt tot de documenten die al bekend waren uit Multatuli's Volledige Werken. Wat ze over Multatuli zelf te zeggen heeft, beperkt zich tot een stel gemeenplaatsen (een ‘pedante’ schrijver bij wie ‘afbraak en ontmaskering de