Over Multatuli. Jaargang 22. Delen 44-45
(2000)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
John Cornelisse en Chantal Keijsper
|
druk | jaar | uitgever |
---|---|---|
[eerste druk] | 1865 | R.C. Meijer |
nieuwe druk | 1871 | G.L. Funke |
1872 | G.L. Funke | |
(4e vermeerdere druk) | 1875 | G.L. Funke |
(1876) | G.L. FunkeGa naar voetnoot* | |
5e druk | 1877 | G.L. Funke |
6e druk | 1879 | G.L. Funke |
1889-1918 | [Elsevier]Ga naar voetnoot** |
In de periode Funke (1871-1880) zou Verspreide Stukken dus met grote regelmaat opnieuw zijn uitgegeven. Uit de bewaard gebleven exemplaren van Verspreide Stukken, advertenties en fondslijsten van Funke, alsmede de correspondentie Multatuli-Funke komt echter een afwijkende drukgeschiedenis naar voren:
druk | jaar | uitgever |
---|---|---|
[1e druk] | 1865 | R.C. Meijer |
[2e druk] | 1872 [=1871] | G.L. Funke |
[3e druk]Ga naar voetnoot* | [1872?] | G.L. Funke |
[4e druk]Ga naar voetnoot** | 1875 | G.L. Funke |
[5e druk]Ga naar voetnoot* | 1875? | G.L. Funke |
6e druk | 1879 | G.L. Funke |
[7e druk]Ga naar voetnoot* | 1879? | G.L. Funke |
6e druk [=dubbeldruk= | 1879 [ca. 1885?] | G.L. Funke |
8e druk?] | [=Elsevier?] | |
[9e druk]Ga naar voetnoot*** | 1889-1891 | Elsevier |
Drukgeschiedenis van Verspreide Stukken
In 1865 werden de afzonderlijke teksten door Meijer gebundeld in Verspreide Stukken. De teksten werden voor deze gelegenheid niet door Multatuli herzien. Meijer bood Verspreide Stukken ook in een bundel samen met Minnebrieven en De Maatschappij tot Nut van den Javaan aan. Toen Funke in 1870 de restantexemplaren met bijbehorende rechten van R.C. Meijer kocht, waren daaronder nog exemplaren van de eerste druk van Verspreide Stukken en van de Herdrukken.Ga naar voetnoot7 De eerste brief van Funke aan Multatuli (24 juli 1871) is een reactie is op de bekende voetnoot van Multatuli in Duizend en eenige hoofdstukken over SpecialiteitenGa naar voetnoot8, waarin deze zich beklaagt over de handelwijze van uitgevers zoals Funke om zonder de auteur daarin te kennen, herdrukken uit te geven. Na zijn excuses te hebben aangeboden, vraagt Funke Multatuli in de toekomst alle herdrukken te corrigeren. Hij schrijft dan: ‘Jammer genoeg dat ik intusschen ook al van Uwe <Herdrukken> [= Verspreide Stukken] op één blad na een nieuwen druk gereed heb liggen en van den herdruk der <Minnebrieven> ook al 2 vel afgedrukt zijn.’Ga naar voetnoot9 Deze beide herdrukken kwamen in november 1871 op de markt en werden zowel afzonderlijk als samen in een band aangeboden.Ga naar voetnoot10 Het titelblad van Minnebrieven vermeldt 1871 als jaar van uitgave, het titelblad van Verspreide Stukken 1872.Ga naar voetnoot11 In het najaar van 1874 herziet Multatuli op Funke's verzoek de Verspreide Stukken voor een herdruk. De bundel zal vermeerderd worden met ‘De Maatschappij tot nut van den Javaan’ en de ‘Brief aan den Koning over de Openingsrede’. Op 15 april 1875 verzendt Funke een circulaire waarin hij een vierde, vermeerderde druk van Verspreide Stukken aanbiedt.Ga naar voetnoot12 Op 1 december 1876 plaatst hij een advertentie in de Nieuwe Rotterdamsche Courant, waarin hij de vierde druk van Verspreide Stukken afzonderlijk alsook gebonden met de zesde druk van Minnebrieven aanbiedt.Ga naar voetnoot13 Op 18 november 1876 schrijft hij Multatuli jaarlijks 150 à 200 exemplaren van beide bundels te verkopen.Ga naar voetnoot14
Vier jaar na deze uitgave schrijft Funke aan Multatuli: ‘Hebt Ge al eens tijd gevonden om den Verspreide Stukken te herzien? Ik zou die gaarne zoodra mogelijk herdrukken.’Ga naar voetnoot15 Een dag later antwoordt Multatuli positief op Funke's voorstel. Woest zal de bundel gaan drukken.Ga naar voetnoot16 Funke wil nog vóór oktober 1879 herdrukken van Verspreide Stukken, Over vrije arbeid, Minnebrieven en Pruisen en Nederland op de markt brengen.Ga naar voetnoot17 Op 25 juli 1879 vraagt hij Multatuli of de drukker op korte termijn kan beginnen met de bovengenoemde geplande herdrukken.Ga naar voetnoot18 Multatuli antwoordt op 1 augustus dat Woest kan gaan beginnen met Over vrije arbeid en Pruisen en Nederland, waarna hij Verspreide Stukken en Minnebrieven zal gaan corrigeren.Ga naar voetnoot19 Een dag later stuurt Funke Multatuli al een financieel overzicht over 1879, waar hij als honorarium voor de correcties van Minnebrieven en Verspreide Stukken f250 opvoert. Ook voor de andere herzieningen krijgt Multatuli betaald.Ga naar voetnoot20 Kort daarop wordt Multatuli ziek en vreest kanker te hebben. Hij komt niet meer tot schrijven of corrigeren en eind november 1879, na een lichte aanmaning van Funke, schrijft hij over zijn situatie: ‘Ik ben als suf en loop te mymeren, en kan me by niets bepalen, en als ik dan eens dáárdoor begonnen heb, noodzakelyk werk uittestellen, komt er later de schaamte by.’ Zijn depressie duurt voort, ‘kanker of niet, ik zal 't toch niet lang meer maken’.Ga naar voetnoot21 Van corrigeren komt voorlopig niks en op 1 december 1879 schrijft Funke:
Inmiddels ben ik gedwongen geweest Uwe Verspreide Stukken en uw polemiek tegen Bosscha te herdrukken zonder dat Uw scherp oog daarover ging. Vooral voor de brochure tegen B. speet mij dit meer dan ik U zeggen kan, maar ik mocht niet langer van <<uitverkocht>> spreken. Van ieder dezer herdrukken zend ik U eenige ex en ook van den 7e bundel [Ideën] ontvangt Ge een paar ex. Keert de oude veerkracht terug, dan hoor ik dat wel en in dàt geval kom ik U lastig vallen met proeven voor de noodigste herdrukken. Het allereerst zal nu bundel II aan de beurt komen. Desnoods echter zou die bundel zonder veel bezwaar onherzien gedrukt kunnen worden.Ga naar voetnoot22
Daarmee komt een einde aan een periode waarin Funke herhaaldelijk probeert Multatuli over te halen drukproeven te corrigeren en mogelijk teksten te herzien of van nieuwe commentaren te voorzien. Zoals de brief aangeeft, besloot Funke
tot een ongewijzigde herdruk van Verspreide Stukken. Deze zesde druk verscheen op 12 december 1879, tegelijk met de tweede druk van Een en ander over Pruisen en Nederland,Ga naar voetnoot23 een jaar voordat Funke zijn Multatuli-fonds aan Elsevier zou verkopen. Het was de eerste uitgave van Verspreide Stukken met een drukvermelding op het titelblad.
De dubbeldrukGa naar voetnoot24
De druk 1879-A is een (niet geheel geslaagde) pagina-voor-pagina herdruk van de uitgave uit 1875. Van deze zesde druk bestaat een dubbeldruk (1879-B) die op het oog identiek is aan de originele zesde druk. Beide drukken zijn ongeautoriseerd, de daaropvolgende druk verscheen pas na Multatuli's dood. Daarmee blijft de druk van 1875 de laatste door de auteur ‘herziene en gecorrigeerde’ uitgave van Verspreide Stukken.
De vele al eerder ontdekte dubbeldrukken van de Max Havelaar, de Idëen-bundels en van Vorstenschool hebben inmiddels een nieuw licht geworpen op de verkoopaantallen van Multatuli's werk en de uitgeversstrategieën in de negentiende eeuw. Identificatie van de dubbeldruk enerzijds en verkoopaantallen van de verschillende drukken van Verspreide Stukken anderzijds kunnen informatie geven over de uitgever én de datering van deze dubbeldruk.
Identificatie van de dubbeldruk
Een dubbeldruk moet zoveel mogelijk op de oorspronkelijke druk lijken. Nieuw zetsel wijkt echter altijd af van het originele zetsel. De verschillen in de exemplaren van de zesde druk lijken niet op varianten binnen één druk, maar wijzen op geheel nieuw zetsel voor de dubbeldruk.Ga naar voetnoot25
Met behulp van transparant kopieën is het mogelijk verschillen in zetsel op te sporen. 1879-B is - zoals gezegd - een regel-voor-regel herdruk van 1879-A; de pagina-indeling van beide drukken is identiek. De twee drukken onderscheiden zich door verschillen in: 1. het zetsel, 2. de plaats van paginacijfers en katernsignaturen, 3. de hand van zetten, 4. afbrekingen en 5. tekstvarianten.
Om een antwoord te krijgen op de vraag welke de ‘echte’ zesde druk en welke de dubbeldruk representeert, worden de verschillen vergeleken met de
vierde druk uit 1875 - die als legger heeft gediend voor 1879-A - en de uitgave in de Verzamelde Werken uit 1888-1889. In de Verzamelde Werken zijn de ‘Brief aan den Gouverneur-Generaal in ruste’, ‘De Maatschappij tot nut van den Javaan’ en ‘Brief aan den Koning over de Openingsrede van Sept. 1872’ niet opgenomen; de uitgave heeft een nieuwe pagina-indeling en paginering. In de hieronder opgenomen tabellen is steeds voor enkele voorbeelden gekozen die illustratief zijn voor het zetsel van de complete bundels.
1. zetsel
Het gebruikte zetsel toont niet alleen het bestaan van de dubbeldruk aan, maar laat tevens zien dat 1879-A dichter bij de de 4e druk van 1875 staat dan 1879-B. Beide drukken zijn in dezelfde letter gezet, maar het asterisk-tekens, waarmee de noten zijn aangeduid, verschillen in beide drukken.
pagina | 4e druk 1875 | 6e druk 1879-A | 6e druk 1879-B | Kopjeseditie |
---|---|---|---|---|
p. 15 (noot) | *) Et | *) Et | 1) Et | n.v.t. |
p. 25 (noot) | (Noot van 1865.) | (Noot van 1865.) | (Noot van 1865) | n.v.t. |
p. 33 (noot) | *) | *) | †) | n.v.t. |
p. 37 | afgekomen!/’ | afgekomen!/’ | afgekomen!/’ | n.v.t. |
p. 65 | (Noot van 1875.) | (Noot van 1875,) | (Noot van 1875.) | [=p. 16:] (Noot van 1875.) |
p. 65 (noot) | 4e hoofdstuk | 4e hoofdstuk | 4e hoofdstuk | [=p. 16:] 4e hoofdstuk |
2. plaats paginacijfer en katernsignaturen
Een methode om het zetsel van verschillende drukken te onderscheiden, is de plaats van het paginacijfer en - waar aanwezig - de katernsignatuur ten opzichte van de bovengedrukte letters met elkaar te vergelijken. De plaats van de katernsignaturen, maar ook de cijfers zelf maken duidelijk dat we met verschillende drukken te maken hebben.
3. Hand van zetten
De beide drukken zijn hoogstwaarschijnlijk in verschillende drukkerijen gezet. Niet alleen de verschillen in letter en zetmateriaal wijzen hierop, ook het zetsel laat een andere hand van zetten zien. Dit is duidelijk waarneembaar bij de spatiëring tussen woorden en lettertekens: in 1879-A is tussen woord en letterteken een vliesje geplaatst, in 1879-B volgt het letterteken direct na het woord. De overeenkomsten tussen het zetsel van 1879-A en de vierde druk uit 1875 (die hoogstwaarschijnlijk ook door Woest werd verzorgd)Ga naar voetnoot26 zijn groot; 1879-B wijkt duidelijk af van de uitgave uit 1875.
4. Afbrekingen
De afbrekingen van woorden aan het einde van een regel in 1879-A vertonen een grote overeenkomst met de uitgave uit 1875:
pagina | 4e druk 1875 | 6e druk 1879-A | 6e druk 1879-B |
---|---|---|---|
p. 3 | den Ha- | den Ha- | den |
p. 5 | den Have- | den Have- | den Ha- |
p. 5 | genoegen | genoegen ge- | genoegen |
p. 6 | hebben. Mis- | hebben. Mis- | hebben |
p. 64 | voort | voort | voort dat |
p. 132 | Bamberg | Bamberg | Bam- |
(noot) |
5. Tekstvarianten/zetfouten
pagina | 4e druk 1875 | 6e druk 1879- | 6e druk 1879-B | kopjeseditie |
---|---|---|---|---|
p. 41 | Buitenplaats | Buitenplaats | buitenplaats | - |
p. 73 (noot) | ter-zy | ter-zy | terzy | [=p. 23:] terzy |
p. 95 | voor'n | voor'n | voor 'n | [=p. 39:] voor 'n |
p. 95 (noot) | -makery, die | -makery, die | -makery die | [=p. 38:] -makery die |
p. 131 | théâtre | théâtre | théater | [=p. 63:] théater |
p. 136 | zou 'k m'n | zou ik 'k m'n | zou ik m'n | [=p. 66:] zou ik |
vrouw | vrouw | vrouw | m'n vrouw |
1879-A volgt steeds de uitgave van 1875, 1879-B staat verder af van deze druk. Vooral het voorbeeld van p. 136 laat dit mooi zien: 'k (1875) wordt foutief overgezet als ik 'k (type A), waarna dit gecorrigeerd wordt in ik (type B). Voorlopig kan dan ook geconcludeerd worden dat 1879-A de echte zesde druk en 1879-B de dubbeldruk is. De verschillen tonen eveneens aan dat 1879-A als legger is gebruikt voor de dubbeldruk 1879-B en dat 1879-B de legger is geweest voor de kopjeseditie van 1888-1889.
Met de dubbeldruk is echter nog meer aan de hand. Naast de dubbeldruk die geheel uit nieuw zetsel is gemaakt, zijn er dubbeldrukken gevonden die katernen uit de ‘echte’ zesde druk bevatten.Ga naar voetnoot27 Deze oude katernen zijn naast een ander zetsel te herkennen aan de maat van de afgesneden vellen: ze zijn kleiner - dus in een eerder stadium - schoongesneden dan de overige dubbeldrukkaternen. De binder heeft deze zogenaamde bindexemplaren samengesteld uit stapels oude en nieuwe katernen. Papier was immers duur en zo kon de oude voorraad worden opgeruimd. Verder blijken de papieren omslagen van 1879-A en 1879-B identiek. Ook hier is oude voorraad gebruikt bij het samenstellen van de dubbeldruk.
Datering van de dubbeldruk
Na de identificatie van de dubbeldruk volgt de vraag wanneer en door welke uitgever de dubbeldruk is gemaakt. Informatie over oplagen en verkoopaantallen van de verschillende drukken van Verspreide Stukken kan hier wellicht antwoord
op geven. Op 5 maart 1874 probeert Funke Multatuli er - tevergeefs - van te overtuigen zijn toekomstig werk niet langer als voortzetting van de reeks Ideën te laten verschijnen, maar er een nieuwe titel voor te kiezen. Hij vergelijkt de verkoop ‘sedert de eerste uitgaven van Uw Havelaar’ van de reeks Ideën met de afzonderlijk uitgekomen titels waaruit blijkt dat de afzonderlijke titels veel beter verkopen dan delen uit een reeks. In deze brief schrijft Funke dat er van de Herdrukken, d.i. Verspreide Stukken (Funke gebruikte deze titels vaak door elkaar), inmiddels 3000 exemplaren werden verkocht.Ga naar voetnoot28 Dit betekent een gemiddelde oplage van 1500 exemplaren en een verkoop van circa 330 exemplaren per jaar voor de eerste twee drukken.
Zes jaar later schrijft Funke een brief aan een lid van De Dageraad, waarin hij ‘Ter voldoening van mijne belofte’ de verkoopaantallen noemt van zijn Multatuli-uitgaven sinds 1869 - het jaar waarin hij eigenaar werd van de toen reeds bestaande Multatuli-uitgaven. Van de Verspreide Stukken verkocht hij in de periode 1869-1880 4443 exemplaren.
Op 15 december 1880 - ruim een jaar na het verschijnen van de zesde druk - verkocht Funke zijn gehele fonds om zich in de toekomst toe te leggen op de uitgave van Het Nieuws van den Dag. Multatuli's werken werden, aldus vermeldt de veilingcatalogus, samen met een brochure van Vosmaer, eerst afzonderlijk geveild en later ‘bij elkaar in slag genomen’. Directeur Jacques G. Robbers van uitgeversmaatschappij Elsevier kocht alle restant-exemplaren incluis kopijrechten voor f 20078,14.Ga naar voetnoot29 Hieronder bevonden zich 1180 exemplarenGa naar voetnoot30 van Verspreide Stukken, waarvan nog 22 exemplaren van de vierde druk; de koper kreeg gratis de restantexemplaren van de losse uitgaafjes van de in de bundel opgenomen stukken. De veilingcatalogus vermeldt daarnaast ook de oplagen van de laatste twee drukken (samen 3500 exemplaren) en de verkoopcijfers over 1877, 1878 en 1879. In deze drie jaren werden er respectievelijke 195, 172 en 329 exemplaren verkocht.
Wanneer we de verkochte aantallen optellen bij de voorraad in 1880, zijn er tussen 1869 en 1880 in totaal 5623 exemplaren gedrukt van Verspreide Stukken. Funke vermoedt dat van deze bundel - evenals van de andere door hem aangekochte Multatuli-titels - in de periode voor 1869 1200 à 1500 exemplaren werden verkocht.Ga naar voetnoot31 Op basis van deze gegevens, zouden van Verspreide Stukken circa 7000 exemplaren gedrukt zijn, verdeeld over diverse drukken.
De oplage- en verkoopcijfers van Verspreide Stukken laten zien dat een oplage van ca. 1750 exemplaren - waarin Funke de laatste twee drukken van Verspreide Stukken uitgaf - in vier à vijf jaar uitverkocht was. In 1871 gaf Funke zijn eerste herdruk van Verspreide Stukken uit, de volgende druk kwam in 1875 van de pers. Van deze druk is bekend dat hij eind 1879 nagenoeg geheel uitverkocht was.
In de periode 1877-1879 werden er gemiddeld 232 exemplaren per jaar verkocht van Verspreide Stukken. Wanneer we voor de zesde druk van een oplage van 1750 exemplaren uitgaan - waarvan op de veiling in 1880 nog 1158 exemplaren over zijn - zijn er in 1880 592 exemplaren van deze druk verkocht, een gebruikelijke stijging na het verschijnen van een nieuwe druk.
Het is uiterst onwaarschijnlijk dat Funke binnen een jaar een nieuwe druk heeft opgelegd. De dubbeldruk moet dan ook door Elsevier zijn vervaardigd, waarmee de vraag rijst waarom Robbers geen (zevende) nieuwe druk heeft uitgegeven met de firmanaam Elsevier in het impressum. In 1881 verscheen er immers wel een nieuwe druk van Minnebrieven met het impressum van Elsevier. Met slechts 429 restantexemplaren van Minnebrieven moet Elsevier een nieuwe druk snel hebben gepland terwijl de 1180 restantexemplaren van de Verspreide Stukken bij een gemiddelde jaarverkoop van ca. 250 exemplaren daarentegen de markt nog jarenlang - mogelijk zelfs tot 1885 - zou hebben kunnen voorzien. De bindexemplaren van de dubbeldruk (driekwart van de dubbeldrukken bevat een katern uit de vorige druk) laten zien dat Robbers een nieuwe druk heeft opgelegd op het moment dat er nog katernen en omslagen van de oorspronkelijk zesde druk voorradig waren. De nog aanwezige omslagen en oude katernen, die hij dus met de nieuwe vellen kon vermengen, moeten de verklaring zijn waarom Robbers deze nieuwe druk niet als zevende druk, maar als zesde druk op de markt heeft gebracht.
Opmerkelijk is dat Funke blijkens de Meijer-drukken in de Elsevier-banden, altijd eigen drukken verkocht en niet eerst oude voorraad uitverkocht. Als gevolg hiervan werden deze zorgvuldig bewaarde Meijer-restanten op de veiling van Funke weer aan Elsevier doorverkocht.
De datering 1885 dicht tegelijkertijd het gat tussen de uitgave van 1879 en die van 1889. Immers, uit bovenstaande is gebleken dat een oplage van de Verspreide Stukken na vier à vijf jaar was uitverkocht.
De datering van de dubbeldruk rond 1885 wordt nog door een tweede gegeven bevestigd. Beide zesde drukken van Verspreide Stukken werden zowel afzonderlijk in een papieren omslag als met Minnebrieven samen in een linnen band verkocht. Deze convoluten werden in twee vaste combinaties aangetroffen, beide in uitgeversbanden van Elsevier: de ‘echte’ zesde druk samen met de nieuwe druk van Minnebrieven in 1881, de dubbeldruk samen met een oude uitgave van Minnebrieven uit 1865.
Elsevier lijkt eerst zijn nieuwe druk van Minnebrieven verkocht te hebben
alvorens zijn oude voorraad van 45 Meijer-drukken uit 1865 te hebben opgeruimd.Ga naar voetnoot32 Bij gelijke oplagecijfers en een dito verkoop, zal de Elsevier-druk van Minnebrieven rond 1885 uitverkocht zijn. Rond deze tijd moet dan ook de dubbeldruk gemaakt zijn, waarmee Elsevier toen zijn oude voorraad Minnebrieven is gaan bundelen. Het impressum met de naam Funke en het jaartal 1879 was daarbij mogelijk van weinig belang omdat Minnebrieven steeds als eerste in de bundel werd opgenomen en de uitgeversband de naam Elsevier al vermeldde.
Minnebrieven | Verspreide Stukken | Band | Vindplaats |
---|---|---|---|
4e oplaag Meijer 1865 | type B (dubbeldruk) Funke | Elsevier | UBA, F 219 |
4e oplaag Meijer 1865 | type B (dubbeldruk) Funke | Elsevier | privé-ex. |
7e druk Elsevier 1881 | type A (geen dubbeldruk) Funke | Elsevier | privé-ex. |
7e druk Elsevier 1881 | type A (geen dubbeldruk) Funke | Elsevier | privé-ex. |
7e druk Elsevier 1881 | type A (geen dubbeldruk) Funke | Elsevier | UB Leiden, Hotz 4144 |
Het verschijnsel ‘dubbeldruk’ lijkt op grond van de aangetroffen Multatuli-drukken in de negentiende eeuw een veel algemener gebruik te hebben gekend, dan we tot voor kort wisten. Alleen van Multatuli's werken zijn er inmiddels al drie uitgevers van dubbeldrukken bekend: De Ruyter, Funke en Elsevier.
- voetnoot1
- Zie A. Kets-Vree, ‘Een onbekende druk van “Max Havelaar” uit de negentiende eeuw’, in: De Nieuwe Taalgids 78 (1985) 4, p. 330-340.
- voetnoot2
- Zie John Cornelisse, ‘Herdrukken, overdrukken en titeldrukken, dubbeldrukken en oplagen. Een bijdrage aan de drukgeschiedenis van de Ideen-bundels en Vorstenschool’, in: Over Multatuli 20 [=21] (1999) 42, p. 3-30.
- voetnoot3
- Met dank aan B.P.M. Dongelmans voor zijn deskundig commentaar op een eerdere versie van dit artikel.
- voetnoot4
- Herdrukken bevatte verder nog ‘Wijs mij de plaats waar ik gezaaid heb!’ en ‘Japansche gesprekken’.
- voetnoot*
- Samen met Minnebrieven gebonden
- voetnoot**
- Verzamelde werken, dl. x; de zgn. ‘kopjeseditie’
- voetnoot*
- Dit zijn de losse uitgaafjes van de stukken uit de bundel. Funke bood deze afzonderlijke uitgaafjes in een afwijkend formaat, nl. groot-octavo, te koop aan in advertenties en fondslijsten. Het is niet geheel zeker of dit alle echte nieuwe drukken zijn geweest of dat hiervoor gebruik is gemaakt van het bestaande zetsel; er is ons slechts een exemplaar van een losse uitgave bekend.Ga naar voetnoot5 Dit is ‘Het Gebed van den onwetende’. Het bevat geen impressum, maar uit vergelijking van de letter en het zetsel met de verschillende drukken van de Verspreide Stukken, blijkt het een nieuwe druk van nieuw zetsel te zijn (met een eigen paginering) in een groot-octavo formaat, die hoogstwaarschijnlijk tussen de drukken van 1872 en 1875 is verschenen. Door deze losse uitgaven in zijn telling mee te nemen, kon Funke de druk uit 1875 als vierde en die uit 1879 als zesde druk aanduiden.Ga naar voetnoot6
- voetnoot5
- Met dank aan antiquariaat Schuhmacher te Amsterdam.
- voetnoot6
- Een andere mogelijkheid is nog dat Funke de Herdrukken van R.C. Meijer - een bundel die dezelfde stukken als de Verspreide Stukken (plus enkele andere essays) bevatte - heeft meegerekend in zijn drukvermeldingen. De uitgave uit 1872 zou dan de derde druk zijn, maar voor vijfde druk is dan nog geen verklaring gevonden.
- voetnoot**
- Deze bundel heeft geen drukvermelding op het titelblad. In zijn advertenties en fondslijsten duidde Funke deze druk steevast met vierde druk aan.
- voetnoot*
- Dit zijn de losse uitgaafjes van de stukken uit de bundel. Funke bood deze afzonderlijke uitgaafjes in een afwijkend formaat, nl. groot-octavo, te koop aan in advertenties en fondslijsten. Het is niet geheel zeker of dit alle echte nieuwe drukken zijn geweest of dat hiervoor gebruik is gemaakt van het bestaande zetsel; er is ons slechts een exemplaar van een losse uitgave bekend.Ga naar voetnoot5 Dit is ‘Het Gebed van den onwetende’. Het bevat geen impressum, maar uit vergelijking van de letter en het zetsel met de verschillende drukken van de Verspreide Stukken, blijkt het een nieuwe druk van nieuw zetsel te zijn (met een eigen paginering) in een groot-octavo formaat, die hoogstwaarschijnlijk tussen de drukken van 1872 en 1875 is verschenen. Door deze losse uitgaven in zijn telling mee te nemen, kon Funke de druk uit 1875 als vierde en die uit 1879 als zesde druk aanduiden.Ga naar voetnoot6
- voetnoot5
- Met dank aan antiquariaat Schuhmacher te Amsterdam.
- voetnoot6
- Een andere mogelijkheid is nog dat Funke de Herdrukken van R.C. Meijer - een bundel die dezelfde stukken als de Verspreide Stukken (plus enkele andere essays) bevatte - heeft meegerekend in zijn drukvermeldingen. De uitgave uit 1872 zou dan de derde druk zijn, maar voor vijfde druk is dan nog geen verklaring gevonden.
- voetnoot*
- Dit zijn de losse uitgaafjes van de stukken uit de bundel. Funke bood deze afzonderlijke uitgaafjes in een afwijkend formaat, nl. groot-octavo, te koop aan in advertenties en fondslijsten. Het is niet geheel zeker of dit alle echte nieuwe drukken zijn geweest of dat hiervoor gebruik is gemaakt van het bestaande zetsel; er is ons slechts een exemplaar van een losse uitgave bekend.Ga naar voetnoot5 Dit is ‘Het Gebed van den onwetende’. Het bevat geen impressum, maar uit vergelijking van de letter en het zetsel met de verschillende drukken van de Verspreide Stukken, blijkt het een nieuwe druk van nieuw zetsel te zijn (met een eigen paginering) in een groot-octavo formaat, die hoogstwaarschijnlijk tussen de drukken van 1872 en 1875 is verschenen. Door deze losse uitgaven in zijn telling mee te nemen, kon Funke de druk uit 1875 als vierde en die uit 1879 als zesde druk aanduiden.Ga naar voetnoot6
- voetnoot5
- Met dank aan antiquariaat Schuhmacher te Amsterdam.
- voetnoot6
- Een andere mogelijkheid is nog dat Funke de Herdrukken van R.C. Meijer - een bundel die dezelfde stukken als de Verspreide Stukken (plus enkele andere essays) bevatte - heeft meegerekend in zijn drukvermeldingen. De uitgave uit 1872 zou dan de derde druk zijn, maar voor vijfde druk is dan nog geen verklaring gevonden.
- voetnoot***
- Verzamelde werken, dl. x., de zgn. ‘kopjeseditie’
- voetnoot7
- Zie de aanbiedingscirculaire van Funke uit augustus 1870 (vw xiv, p. 170-171). Hij biedt hierin Verspreide Stukken aan voor f 1,- en Herdrukken voor f 1,60.
- voetnoot8
- vw v, p. 645. Deze noot van 1871 werd door Multatuli niet meer overgenomen in de herdruk in 1879.
- voetnoot9
- vw xiv, p. 596-597. Cf. brief van Funke aan Multatuli d.d. 20 augustus 1871, vw xiv, p. 603.
- voetnoot10
- Zie het bericht in het Nieuwsblad voor den Boekhandel d.d. 3 november 1871, vw xiv, p. 618. De prijs van de afzonderlijke bundels (in een papieren omslag) bedroeg f 1,25, het convoluut in uitgeversband van Funke kostte f 2,90.
- voetnoot11
- In deze en latere convoluten, is steeds Minnebrieven als eerste in de band opgenomen.
- voetnoot12
- vw xvii, p. 655.
- voetnoot13
- vw xviii, p. 549-550.
- voetnoot14
- vw xviii, p. 513-515.
- voetnoot15
- vw xx, p. 63.
- voetnoot16
- vw xx, p. 63-65.
- voetnoot17
- 29 mei 1879, vw xx, p. 67.
- voetnoot18
- vw xx, p. 79.
- voetnoot19
- vw xx, p. 81-82.
- voetnoot20
- vw xx, p. 83.
- voetnoot21
- vw xx, p. 137-138.
- voetnoot22
- vw xx, p. 142.
- voetnoot23
- vw xx, p. 153.
- voetnoot24
- In totaal zijn er 9 exemplaren van de zesde druk Verspreide Stukken bestudeerd uit privé-bezit en uit de collecties van het Multatuli Museum, de universiteitsbibliotheken van Amsterdam (UvA) en Leiden, en de Koninklijke Bibliotheek te Den Haag.
- voetnoot25
- Zie voor identificatie van dubbeldrukken A. Kets-Vree, aw. (noot 1).
- voetnoot26
- In 1875 werkte Woest voor Funke: de beide herdrukken van Minnebrieven en Vorstenschool werden door deze drukkerij gemaakt. Zie brief van Funke aan Multatuli d.d. 26 februari 1875, vw xxvii, p. 413-414.
- voetnoot27
- Deze dubbeldrukken zijn alleen aangetroffen in de convoluten met Minnebrieven; de losse uitgaven van Verspreide Stukken zijn of ‘echte’ zesde drukken of dubbeldrukken die geheel uit nieuw zetsel bestaan. De vindplaatsen van de dubbeldrukken met een katern van de ‘echte’ zesde druk zijn: UB Amsterdam (UvA), sign: F 219 (katern 3), UB Leiden, sign: 2412 C11 (katern 2), privé-exemplaar (katern 4).
- voetnoot28
- vw xvi, p. 444.
- voetnoot29
- Zie de fondsveilingcatalogus (ex. Multatuli Museum) en het bericht in het Nieuwsblad voor den boekhandel van 21 december 1880, nr. 102 (vw xx, p. 577). Cf. de brief van Funke aan Multatuli d.d. 16 december 1880, vw xx, p. 568.
- voetnoot30
- Het bericht in het Nieuwsblad voor den boekhandel (zie vorige noot) spreekt van 1163 exemplaren.
- voetnoot31
- Zie vw xx, p. 503-504.
- voetnoot32
- Zie de veilingcatalogus, waar Funke 45 uitgaven in groot 8o aanbiedt. Hiermee zijn hoogstwaarschijnlijk de vroegere uitgaven van Meijer bedoeld.