Reinder Storm
Multatuli Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. Uitgegeven en toegelicht door Anneniarie Kets-Vree. Klassieken van de Nederlandse letterkunde, XV. Amsterdam, Prometheus/Bert Bakker, 1998. ISBN 903511955x. 418 p. f 75,-
In 1992 verscheen de meest uitgebreide editie van Max Havelaar in 132 jaar: de wetenschappelijke, historisch-kritische editie, bezorgd door Annemarie Kets-Vree. Deze uitgave omvatte twee delen, één met de tekst van Multatuli (284 pagina's) en één met, zoals dat heet, een ‘apparaat’ en commentaar (CII, 596 pagina's). Ze verscheen als deel zes in de reeks Monumenta literaria Neerlandica. Deze uitgave is gemaakt ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek en studiedoeleinden en dient als ijkpunt in de Havelaar-kunde te worden beschouwd. Kets-Vree gaat in het apparaat en commentaar uitvoerig in op het ontstaan van Max Havelaar en op de verschillen tussen de diverse drukken. Zij verschaft honderden toelichtingen bij de tekst van zeer diverse aard. In 1992 is dit boek onderwerp geweest van diverse besprekingen, waaronder ook de polemische reacties van Hugo Brandt Corstius (pro) en W.F. Hermans (contra). Hét nadeel van deze editie voor de gemiddeld geïnteresseerde lezer is de omvang: met de twee grote, zware boekdelen opengeslagen op schoot is het niet prettig lezen. En het is niet ondenkbaar dat de geboden toelichting voor velen meer uitleg biedt dan eigenlijk wordt verlangd.
Wie, wél prettig lezend, kennis wil nemen van een goede editie van Max Havelaar kan sinds enige tijd terecht bij een tweede, eveneens door Kets-Vree bezorgde uitgave. Zoals voor de hand ligt is enerzijds in deze uitgave voor het commentaar en de toelichting gebruik gemaakt van het materiaal dat in de historisch-kritische editie uit 1992 al is gepresenteerd. Anderzijds is de uitgave, door de benadering van de tekst en de omvang van het commentaar, meer geschikt voor de gemiddeld geïnteresseerde lezer. Zo is het bijna 400 pagina's tellende varianten-apparaat uit de historisch-kritische editie in deze nieuwe uitgave weggelaten. Hieraan is in deze context weinig verloren, omdat de varianten merendeels van ondergeschikt belang waren. De lezer kan aldus gemakkelijk in de luie stoel of op bed een goed verantwoorde Max Havelaar tot zich nemen, wat met de super-editie uit 1992 eigenlijk niet mogelijk was.
Maar, zoals Johan Cruyff zegt, elk voordeel heeft zijn nadeel. De omvang van de wetenschappelijke uitgave uit 1992, had dan misschien zo zijn bezwaren maar bood ook de nodige ruimte voor commentaar. In het tekst-gedeelte van die Max