Over Multatuli. Delen 38-39
(1997)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 45]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Jaap Grave
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 46]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
bij uitgeverij J.C.C. Bruns zijn verschenen. Ze bieden belangrijke informatie naast de al bekende correspondentie tussen Wilhelm Spohr en Mimi uit dezelfde tijd. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De voorbereidingen voor de grote ‘Multatuli-Ausgabe’In zijn eerste brief van 19 april 1898 legde Spohr uitgeverij J.C.C. Bruns zijn plan voor de uitgave van Multatuli voor. Hij gaat in op het eerste deel, dat een inleiding over het leven en werk van Multatuli en een keuze uit diens werk bevat. Spohr laat er geen twijfel over bestaan dat hij de aangewezen persoon is om het werk van Multatuli te vertalen: ‘Ich schmeichle mich, der beste Multatuli-Kenner in Deutschland zu sein.’Ga naar voetnoot3 Hij noemt enkele tijdschriften die zijn bijdragen over Multatuli opgenomen hebben, en roemt zijn contacten met Nederland. Spohr gaat er in zijn plannen van uit dat er wellicht een tweede deel, of bij veel belangstelling zelfs de verzamelde werken bij Bruns kunnen verschijnen. In augustus schrijft Spohr: ‘Und was mich angeht, ich sage: punctum!’Ga naar voetnoot4 Hij heeft de voorwaarden van Bruns geaccepteerd. Spohr had vrije hand gevraagd en bemoeienis met de uitgave die verder gaat dan de vertaling alleen. Zijn wensen beginnen met het formaat van het boek, het type druk en hij krijgt de toezegging dat hij als enige verantwoordelijk zal blijven voor deze uitgave. Deze eisen hangen samen met de status die Multatuli in de ogen van Spohr heeft: Multatuli ist nicht ein junger Mann, aus dem vielleicht einmal was werden wird, sondern es handelt sich um eine durchaus originale, gefestete Grösse, der die Beachtung von Gegenwart und Zukunft gewiss ist; ein eigenartiges Gegenstück zu den Norwegern und Nietzsche; er ist aktuell im besten Sinne, in einem ewigen Sinne, und muss jetzt energisch angepackt werden.Ga naar voetnoot5 In de plannen van Spohr stond alles al vast: het jaar van uitgave, het aantal pagina's, de prijs. Bruns hoefde alleen nog maar te drukken. Het ‘Multatuli-Unternehmen’ kon van start gaan, onder Spohrs motto: ‘gute Ausstattung, ge- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 47]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
ringer Preis.’ Uitgeverij J.C.C. Bruns is geen partner voor Spohr, het is een middel. Maar J.C.C. Bruns gaat er in grote lijnen mee akkoord; Spohr heeft hem er kennelijk van weten te overtuigen dat het werk van Multatuli hem voldoende winst zal bieden. En Bruns heeft zoveel ruimte in zijn planning dat het werk van Multatuli nog ingepast kan worden.
Drukkerij van J.C.C. Bruns omstreeks 1935. (Afbeelding uit: Klaus Martens, J.C.C. Bruns' Verlag. Seine Autoren und Übersetzer, 1996).
Uit de brieven wordt duidelijk dat Spohr voor het werk van Multatuli eerst aan uitgeverij S. Fischer had gedacht, dezelfde uitgever waar het werk van de door hem bewonderde schrijvers als Henrik Ibsen en Gerhart Hauptmann uitgebracht werd. Het contract voor het eerste boek was al getekend toen Spohr van gedachten veranderde. Hij zocht contact met J.C.C. Bruns, informeerde naar diens voorwaarden en betaalde zijn van S. Fischer verkregen honorarium, 200 Mark, weer terug. Uitgeverij S. Fischer verbond daar wel de voorwaarde aan, dat enkele door Spohr zelf uitgekozen fragmenten in het door S. Fischer uitgegeven literaire tijdschrift Neue Deutsche Rundschau konden verschijnen. Aan Bruns stuurde Spohr op 23 augustus 1898 een brief met de gehele planning van de uitgave van de delen van Multatuli. Spohr gaat uit van de volgende zes delen: Multatuli (1899), Max Havelaar (1900), Minnebriefe (verscheen in 1900 onder de titel Liebesbriefe), Millionenstudien (1900), Fürstenschule/Dramen (1902) en als zesde misschien de Geschichte des kleinen Walther (1901-1902), zoals de titel dan nog luidt. Spohr wenst in de uitgaven opgenomen te hebben dat ook een deel Briefe und Dokumente van Multatuli gaat verschijnen. Dit om andere vertalers en uitgevers af te schrikken. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 48]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De beoogde afzetmarkt van het ‘Unternehmen-Multatuli’In vrijwel niets onderscheidt zich de grotendeels door Spohr ontworpen strategie van uitgeverij J.C.C. Bruns van huidige marketingstrategieën. Er worden boekenleggers en inlegvellen gedrukt met recensies en verwijzingen naar verschenen en nog te verschijnen werken. Door de kunstenaar Fidus (pseudoniem van Heinrich Höppener) wordt een affiche van Multatuli ontworpen, dat ook gedrukt zal worden. Alleen houdt niet de schrijver maar de vertaler lezingen in het land. Tussen zijn vertalingen aan het werk van Multatuli door maakt Spohr plannen voor een nieuw boek: hij werkt hard aan een uitgave over zijn vriend Fidus, waarover gedurende de gehele correspondentie tussen Bruns en Spohr gediscussieerd zou worden.Ga naar voetnoot6 Op 21 augustus 1899 schrijft Spohr tevreden dat hij de omslag van een deel Multatuli, een ontwerp van Fidus, heeft ontvangen: ‘Für mich alles in allem wirklich ein Juwel von Umschlag!’ Daarna volgen zijn voorstellen tot verbeteringen: reclame in het boek bevalt hem niet (‘Vornehmheit ist für uns die beste Reklame.’). Spohr zoekt actief naar kringen die het werk van Multatuli willen recenseren. Het gaat hem er niet alleen om dat de boeken nu uitgegeven zijn, maar vooral ook dat ze goed verkocht worden. Voor de verkoop heeft hij verschillende groeperingen op het oog. In kringen van arbeidersorganisaties verwacht Spohr op veel belangstelling te stuiten. Hij raadt Bruns aan contact op te nemen met de krant en boekhandel van het sociaal-democratische Vorwärts en schrijft: ‘Wenn die von dort aus was thun, geht das Buch in das ganze Reich in die Arbeiterkreise. Denn sie haben da mit Colporteuren, Buchhändlern u.s.w. aller Welt zu thun.’Ga naar voetnoot7 Hij stuurt Bruns regelmatig een lijstje met namen aan wie Bruns presentexemplaren moet sturen: Gustav Landauer, Weidner, Wille, Wilhelm Bölsche, Frau Dekker en het archief, F. Domela Nieuwenhuis, Joh. Domela Nieuwenhuis, Dr. Benedict Friedländer en Dr. Karl Federn. De meeste personen zijn te situeren in de progressieve kringen rond de Friedrichshagener Kreis, waar Spohr zelf ook deel van uitmaakt. Sommigen zijn ook als recensent aan een tijdschrift verbonden. Benedict Friedländer is een onbekende in deze opsomming. Hij vertegenwoordigt weer een heel andere groep waarop Spohr zich richt. Over Friedländer schrijft Spohr aan Bruns: Ein Forschungsreisender, Herr Dr. Benedict Friedlaender, der den malaijischen Archipel mehrfach und erst in diesem Jahre wieder besucht hat und mit seinem Bruder dort Besitzungen hat, erfuhr durch einen gemeinsamen Freund, dass durch | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 49]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
meine Einführung Multatuli's die Frage der Holländerwirthschaft auf den ostindischen Inseln gründlich angeschnitten würde. Er veröffentlicht nächstens in Zeitschriften Erfahrungen von den Viti-Inseln, die denen Multatuli's ganz ähnlich sind. Ich habe mit ihm über diese Fragen korrespondiert, und er will nun ausdrücklich auf meine demnächst zu veröffentlichenden Arbeiten hinweisen. Ich halte das, wo auch bei uns jetzt die Kolonialfrage lebhafter behandelt wird, für nützlich für unser Unternehmen. Ich habe meine Einwilligung zu seinem Vorhaben gegeben.Ga naar voetnoot8
Frontispice van de kunstenaar Fidus (pseudoniem van Heinrich Höppener) bij de uitgave: Multatuli, Frauenbrevier. Hrsg. von Wilhelm Spohr, 1905.
Spohr richt zich niet alleen op literaire en progressieve kringen maar ook op dat deel van de bevolking dat belangstelling heeft voor koloniën. Rond 1900 vormde dit in Duitsland een groeiende lezerskring. In de politieke debatten werd er steeds weer met nadruk op gewezen dat het Duitse Keizerrijk in vergelijking met andere wereldmachten wel erg karig bedeeld was als het ging om het bezit van koloniën, dus van goedkope grondstoffen en arbeidskrachten. Afgezien van het politieke aspect was er in Europa een groeiende belangstelling voor het exotische en vreemde. Spohr dringt er meerdere keren bij Bruns op aan dat er ook recensie-exemplaren naar etnologen en politici worden gestuurd. Meerdere keren, want Bruns | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 50]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
en Spohr hebben verschillende strategieën: Bruns verstuurt de exemplaren niet allemaal tegelijk om te voorkomen dat alle recensies over het werk van Multatuli in korte tijd verschijnen. Multatuli moet in het nieuws blijven. Spohr heeft van zijn kant van bevriende journalisten gehoord dat zij het werk van Multatuli niet onmiddellijk recenseren omdat zij zijn werk zorgvuldig willen bespreken. Paul Raché is een recensent die volgens Spohr zeker recensie-exemplaren moet krijgen: ‘Herr Dr. Paul Raché in Hamburg am “Hbgr. Fremdenbl. [Hamburger Fremdenblatt]” hat in den letzten Tagen zwei neue Aufsätze veröffentlicht, im “Hbgr. Fremdenbl.” und in “A.[Aus] fremden Zungen”. Der Mann darf von uns nicht übergangen werden.’Ga naar voetnoot9 Kennelijk was Spohr niet op de hoogte van Rachés reputatie. Dat is opmerkelijk en maakt duidelijk dat het Spohr alleen om Multatuli te doen was. Voor Nederlandse literatuur had hij kennelijk geen belangstelling. Raché schreef al vanaf 1891 in Die Gesellschaft over Nederlandse literatuur, was de vertaler van onder meer Noodlot van Couperus en in 1902 zou zijn vertaling en keuze uit Multatuli's werk onder de titel Kleine Erzählungen und Skizzen bij Reclam uitkomen.Ga naar voetnoot10 De bekendheid van Multatuli en de Duitse vertalingen moest vergroot worden door de Multatuli-avonden die in Duitsland gehouden worden. Een van eerste avonden wordt op 27 september 1901 georganiseerd door de Deutsche Kunsterziehungstag in Dresden. Ook is er een zekere Fräulein Käthe Hellmaches die lezingen in Duitsland houdt.Ga naar voetnoot11 Op 4 november 1901 stuurt Spohr Bruns een lijst met alle steden waar hij lezingen over Multatuli zal houden. Bruns kan op deze manier de boekhandels in die steden van voldoende exemplaren voorzien. Later vraagt hij Bruns eens te mogen zien waar de boeken van Multatuli afgezet worden: ‘Am liebsten möchte ich sogar über den Verbleib jedes einzelnen Buches unterrichtet sein, so dass sich eine Gemeinschaft zwischen Autor und Leserwelt entwickeln könnte, was für die Sache selbst auch sehr wichtig wäre. Na, sowas giebst ja nicht’12. Spohr waant zich hier, niet voor het eerst, Multatuli's plaatsvervanger op aarde. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 51]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Financiële zorgen en het drama FürstenschuleSpohr en Bruns waren in 1899 overeengekomen, dat Spohr een maandelijkse toelage zou krijgen. Op 24 maart 1900 schrijft Spohr dat dit bedrag te gering is en hem ertoe dwingt zijn inkomen aan te vullen door artikelen voor tijdschriften en kranten te schrijven. Hij vraagt om een hogere toelage die hem ‘Schaffensruhe’ zal geven. Hij stuurt enkele lovende recensies van het eerste deel mee en wil Bruns er daardoor van overtuigen dat zijn investeringen in Spohr hem een groot financieel gewin zullen opleveren. Hij betoogt dat de recensies nu al zo positief zijn terwijl de besprekingen in de belangrijkste tijdschriften nog moeten komen. De recensenten, schrijft Spohr om zijn eisen kracht bij ze zetten, hebben ingezien ‘dass es sich um eine Nachdichtung handelt. Das bedeutet: ein Schaffen, das die grösste körperliche und seelische Anspannung erfordert. Ist das sowieso schon aufreibend, unter den gegenwärtigen Verhältnissen muss ich mich fast zu Grunde richten dabei.’Ga naar voetnoot13 Met het oog op de komende uitgaven (Fürstenschule, Kleiner Walther en een nieuwe oplage van het eerste deel Multatuli) vraagt hij om een verhoging van zijn toelage. Per 1 december 1900 zal hij die ook krijgen. Het drama Fürstenschule, waarvan Willem Paap de correctie heeft verricht, laat Spohr door het bekende theaterbureau Felix Bloch Erben verspreiden en uitgeven. De renommee van dit bureau blijkt uit het feit dat het alleen al voor het lezen van het stuk vijftien mark kan vragen. Als Bloch te kennen geeft de opvoering van het stuk op zich te nemen, moet Bruns nog eens investeren. Bloch vraagt namelijk honderd, en na voorzichtig protest van Spohr vijftig exemplaren van het stuk tegen een prijs van tezamen slechts honderd mark. Bruns protesteert, maar Spohr verdedigt Bloch tegenover Bruns. Voor het theaterbureau is het ook een risico, schrijft Spohr, te meer, daar Fürstenschule door de censuurwetgeving vrijgegeven moet worden voor een opvoering. Hoewel Spohr een mogelijk opvoeringsverbod zelfs als een voordeel beschouwt: Ja, es kann uns nützen! Denn das sage ich Ihnen: es wird nicht umsonst verboten werden! Es wird dann ein Streifband herumgelegt werden: ‘Aufführung von der Censur verboten!’ und dann wird es rasend gekauft werden. Aufführung oder Verbot: wir haben von Beidem allergrössten Vortheil.Ga naar voetnoot14 Spohr vraagt of in Bruns' levering aan Bloch ook prospectussen van de uitgaven van Multatuli bijgevoegd kunnen worden. Om de toneeluitgave van Fürstenschule ziet Spohr graag een wikkel met de opdruk ‘Dramatisches von Multatuli!’ Als Fürstenschule verboden was geweest voor de theaters dan had het er als een reclamezuil uitgezien, tussen twee wikkels door nog net wat ruimte voor de | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 52]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
naam van de auteur, de titel van het stuk en in het boek een inlegvel en wellicht nog een boekenlegger. Fürstenschule wordt echter niet verboden, loopt in de Duitse theaters zelfs erg goed en in 1902 wordt er een nieuwe oplage gedrukt.
Wilhelm Spohr
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Onverwachte concurrentieIn de eerste jaren gaat de verkoop van de tot dan toe verschenen delen boven verwachting goed. De belangstelling voor het werk van Multatuli is zelfs groeiende. Spohr kan eisen stellen die Bruns bijna allemaal zonder morren inwilligt. Enige onrust ontstaat bij Bruns als plotseling ook een andere uitgever het werk van Multatuli gaat uitgeven. Het gaat om uitgeverij Hendel die in 1900 de Max Havelaar-vertaling van Karl Mischke publiceert. Er zijn dan dus twee recent vertaalde Max Havelaars op de Duitse markt. De uitgave van J.C.C. Bruns is veel duurder (M 4,50 resp. M 5,50 tegenover Hendel M 0,25) maar kwalitatief beter. Voor de boekhandelaars is het aantrekkelijker de Bruns-uitgave te verkopen omdat hun marge bij de verkoop van de uitgaven van Bruns groter is dan bij die van Hendel. Uit de brieven van Spohr valt op te maken dat er vanaf deze gebeurtenis een andere toon in de correspondentie heerst. Bruns neemt het initiatief van Spohr over. Deze verandering hangt ten dele ook samen met het feit dat de meeste delen | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 53]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
van Spohrs geplande Multatuli-uitgave inmiddels verschenen zijn of op het punt van verschijnen staan. Voor Bruns vormt de concurrentie van Hendel de aanleiding Spohrs honorarium voor de tweede oplage van Max Havelaar sterk te verlagen. Het zijn taaie onderhandelingen, waarbij Spohr zijn uiterste best doet Bruns ervan te overtuigen dat geen enkele uitgever het aan zal durven behalve de Max Havelaar nog een werk van Multatuli te vertalen. ‘Herr Bruns’, schrijft Spohr, ‘Sie sind ein reicher Mann, und ich freue mich von Herzen darüber, dass der liebe Gott Tüchtigkeit lohnt. Aber richesse oblige!’Ga naar voetnoot15 Bruns houdt voet bij stuk en Spohr moet genoegen nemen met 800 Mark voor de tweede oplage van 1500 exemplaren. De angst van Bruns wordt bewaarheid. Spohr schrijft hem op 10 juni 1901 dat uitgeverij Hendel de Abenteuer des kleinen WaltherGa naar voetnoot16 in vertaling van Mischke wil gaan uitgeven. Spohr, die op dat moment bezig is met de vertaling van dit boek, is daar bepaald ongelukkig mee. Aan Bruns schrijft hij, citerend uit de aankondiging van Hendel: ‘Damit sucht der Mann der schlechten “Havelaar-Übersetzung” uns mit dem Werke “Walther” des “erst in den letzten Jahren für Deutschland entdeckten holländischen Schriftstellers Multatuli” zuvorzukommen.’Ga naar voetnoot17 Maar toch ziet hij nog lichtpuntjes: de uitgave van Hendel heeft niet kunnen voorkomen dat van alle delen Multatuli die door J.C.C. Bruns zijn uitgegeven inmiddels nieuwe oplagen zijn verschenen. Bruns en Spohr willen alle zeilen bijzetten om hun uitgave van Walther eerder op de markt te krijgen dan Hendel. Hoewel ze eerst van plan waren de twee delen tegelijk uit te geven moeten ze nu noodgedwongen afzonderlijk verschijnen. Dat brengt moeilijkheden met zich mee, want het is niet aantrekkelijk dat deel twee, dat omvangrijker is, duurder wordt dan het eerste deel. Om de uitgave van het eerste deel eerder dan Hendel gedrukt te krijgen is Spohr zelfs bereid op eigen kosten een andere zetterij in de arm te nemen. Het zal allemaal niet baten. Hendels Abenteuer des kleinen Walther verschijnt eerder en Spohr maakt van deze gelegenheid gebruik om in het voorwoord bij zijn vertaling felle verwijten aan het adres van Mischke en T. Stromer, een ande- | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 54]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
re vertaler van Multatuli, te schrijven. Hij deelt Bruns mee: ‘Hier das Vorwort, also das allerletzte Manuscript. Die lange Execution an Mischke muss gebracht werden. Sie ist ja auch nicht langweilig... vor allem aber nothwendig.’Ga naar voetnoot18 Het voorwoord in deze vorm zal beperkt blijven tot de eerste oplage. Het leidt namelijk tot een proces tussen Mischke en Spohr, het zogenaamde ‘Beleidigungsprozess’. Op aanraden van Bruns wordt het op de lange baan geschoven, zodat de uitgave van Die Abenteuer des kleinen Walther niet in gevaar komt. Het proces vindt uiteindelijk plaats op 1 september 1902. De rechtbank laat een officieel verslag schrijven over de beide vertalingen. Volgens Vanrusselt eindigde de zaak ‘met een vergelijk tussen de partijen. Spohr moest de gerechtskosten betalen en met een handdruk scheidden de partijen.’Ga naar voetnoot19 Vrijwel onmiddelijk na het proces schrijft Spohr Bruns, dat hij in de afgelopen tijd niet veel heeft kunnen werken, onder meer omdat ‘mein Beleidigungsprozess dazwischen kam’. ‘Ich bin doch wahrhaftig bis jetzt gerade der, der kolossal Schaden gelitten hat bei der ganzen Sache, besonders dadurch, dass ich zu einem unmöglichen Vertrag mich herbeiliess.’Ga naar voetnoot20 Nog geen maand later volgt een lange brief van Spohr aan zijn uitgever waarin hij hem alle problemen van de laatste maanden schildert: Ich habe für unsere Multatuli-Ausgabe einen langwierigen Process geführt [...], Eine Verurtheilung war gewiss, aber sie hätte mich zu Anfang, ebenso wie ein Vergleich zu Anfang, einige Mark gekostet. Schliesslich, um nicht noch mehr Kosten zu bekommen und um aufjeden Fall die Rückwirkung einer Verurtheilung auf den ‘Walther’ zu vermeiden, ging ich unter Drängen aller Betheiligten auf einen Vergleich ein. Er kostet mich über 600 M (die Gutachten allein 400 M). [...] Das Gutachten kann ich nicht einmal ausschlachten, weil ich die paar Mark für Abschreibung des Dokuments nöthiger brauche. Bei dieser meiner Noth muss ich mir noch an Gerichtsstelle wie zum Hohn und als selbstverständlich sagen lassen, dass dem Verleger das Gutachten wohl den Preis werth sein werde. In Wahrheit wird mir unterdessen die Wirthschaft versiegelt.Ga naar voetnoot21 De uitspraak van de rechtbank heeft Spohr ertoe verplicht behalve de gerechtskosten ook de kosten van het verslag over beide vertalingen te betalen. Dit bedrag, 600 mark, is hoog; het komt bijna overeen met het honorarium van zijn vertaling van de Minnebrieven. Bruns betaalt niet mee aan de boete van Spohr. Waarom Spohr nu juist Die Abenteuer des kleinen Walther als forum gebruikt | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 55]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
om zo fel van leer te trekken, heeft verschillende redenen. Natuurlijk is zijn ongenoegen groot omdat Mischke hem voor is met de uitgave. Nog groter zal Spohrs ongenoegen zijn geweest, omdat hij juist dit boek heeft uitgekozen om aan de weduwe van Multatuli op te dragen. Het belang dat hij aan die opdracht hecht blijkt uit het feit dat hij zich verzet tegen de reclame die Bruns in de Walther-uitgave op de eerste twee pagina's wil drukken: Ein grosses, vornehmes, zweibändiges Werk, sowie man es aufschlägt, hat man Reklame vor sich! Es verletzt mich gerade bei diesem Werk, auch weil es als einziges von allen eine Widmung an Frau Dekker trägt [en wel: ‘Meiner verehrten Freundin der Weggenossin Multatulis Mevrouw M. Douwes Dekker-Hamminck Schepel widme ich diese Uebersetzung].Ga naar voetnoot22 Spohr wenst het ‘schön und schicklich’ en doet nieuwe voorstellen waarvan zijn laatste uiteindelijk wordt aangenomen: reclame aan het eind van het eerste deel. Dat de ‘kleine Walther’ in zijn vertalingen een speciale plaats inneemt en hij het daarom onverdragelijk vindt dat Mischke hem voor is, is ook aannemelijk, omdat kinderen in Spohrs werk altijd een bijzondere plaats hebben ingenomen. In de jaren rond 1900 had hij rond het thema kinderen en kunst een reizende tentoonstelling georganiseerd. De exclusiviteit van zijn vertaling wordt teniet gedaan door Mischke, en Spohr schrijft zijn ‘executie’. Zoals ook zijn voorbeeld Multatuli al eens had gedaan, die zich schriftelijk beklaagde over T. Stromers vertaling van zijn Max Havelaar.Ga naar voetnoot23 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe drukken en de verkoop van de rechtenIn het voorjaar van 1902 wordt duidelijk dat er nieuwe oplagen moeten komen van Millionenstudien en Fürstenschule en dat Spohr afspraken wil maken over het nieuwe deel Ideën.
De volgende titels zijn tot dan toe verschenen:
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 56]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Uit oktober 1902 zijn enkele telegrammen van Spohr bewaard gebleven. Hij biedt Bruns de rechten van de zes tot dan toe verschenen delen aan. Hij telegrafeert Bruns: ‘ist ihnen eine endgültige abfindung meiner person bezüglich der sechs werke erwünscht?’Ga naar voetnoot24 In een tweede telegram op die dag schrijft Spohr: ‘für alle hundertsechsundfünfzig bogen dreitausend mark für immer, also bogen neunzehn mark. erste auflage war sechsundvierzig mark, zweite achtundzwanzig mark.’Ga naar voetnoot25 Het is onduidelijk waarom Spohr plotseling dringend om geld verlegen zit. De verkoop van deze rechten betekent niet dat de briefwisseling over de planning van verdere delen ophoudt. Het is waarschijnlijk dat de brieven tussen 26 oktober 1902 en 16 mei 1903 verloren zijn gegaan. Want na lange onderbreking schrijft Spohr in mei 1903: Bezüglich des ‘Ideen’-bandes antworte ich in Folgendem. Was ich aus den sieben Bänden ‘Ideen’ für die Übersetzung ausgesucht hatte, mag 20 bis 25 Bogen unseres alten Formats ausmachen. Ich will jedoch - um nur das allerbeste zu haben und einen kleineren Band zu erzielen - noch soviel ausmerzen, dass der Band höchstens 15 bis 18 Bogen ausmacht. [...] Ich bitte 50 Mk für den Bogen. Zu dieser Forderung komme ich, nachdem ich Ihre Einwände gegen meine früheren Honorarvorschläge und alle nöthigen Umstände berücksichtigt habe [...].Ga naar voetnoot26 Ter verduidelijking van zijn verlaagde eisen rekent Spohr zijn uitgever voor hoeveel hij voor de eerste zes delen per ‘Bogen’ kreeg: Die ersten sechs Bände machen 154 Bogen aus, wofür ich in Summa 11 775 M erhielt, 11 775: 154 Bogen = 76,50 pro Bogen. [...] Angenommen, das Werk hat 16 Bogen und sie machen 2000 I. Auflage, so entfällt 40 Pfg. vom Exemplar auf mich. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 57]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[...] Dass der Band nicht in der teuereren Ausgabe würde erscheinen können, schmerzt mich wohl, aber ich wäre es zufrieden, wenn die billigere mit der Zeit ein abgeschlossenes Werk bildet. Ohne die ‘Ideen’ ist sie unvollkommen. Auch das ist ein Grund für die bescheidene Bemessung meines Honorarvorschlages.Ga naar voetnoot27 Al het rekenen zal niet helpen. Bruns wenst het overige werk van Multatuli zelfs niet tegen Spohrs verlaagde bod te kopen.Ga naar voetnoot28 Van Spohrs plannen de andere delen bij Bruns uit te geven is niets terecht gekomen. De Ideen verschenen in 1903 bij Fleischel & Co, Frauenbrevier (1905) net als de Multatuli-Briefe (1906) bij Rütten & Loening. Het is onduidelijk wat er met Spohrs voorstel uit 1901, een jeugduitgave van Saïdjah en Adinda uit te brengen, gebeurd is. Spohr had het manuscript in dat jaar af.Ga naar voetnoot29 Over het boek Saïdjah en Adinda had Spohr vaste ideeën: oplage 5000, een stevig boek, dik papier, en zo'n 44 pagina's. Op de wikkel wenst hij Volksund Jugendschrift te laten drukken. Zijn honorarium moet 12,5% van de winkelprijs keer de oplage bedragen. Dit voorstel illustreert de toon tussen Bruns en Spohr: Bruns is van mening dat hij deze vertaling zijn eigendom mag noemen en ziet niet in waarom hij Spohr voor Saïdjah en Adinda drie keer moet betalen (eerste en tweede oplage Max Havelaar en nu nog eens). Spohr antwoordt Bruns dat hij er in de boekhandel ook drie keer geld voor vraagt. ‘Ist das Recht?’, schrijft Spohr zijn uitgever. ‘Ist das Recht, dann wird es Zeit, dass so etwas an den Pranger gestellt wird, neben vielen andern. Es schmerzt mich, dass speciell die Firma Bruns es für denkbar hält, ein solches Recht ausnutzen zu dürfen.’Ga naar voetnoot30 Dit is een van de weinige keren dat Spohr zich in zulke scherpe woorden tot zijn uitgever richt. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 58]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
WrijvingenIn de eerste helft van 1902 is er in het ‘Unternehmen-Multatuli’ sprake van groeiende irritaties. Zowel Spohr als Bruns verliezen snel hun geduld als ze met tegenslagen worden geconfronteerd. Spohr schrijft het voorwoord van Die Abenteuer des kleinen Walther op een verkeerd moment en laat het op de verkeerde plaats verschijnen. Bruns wordt zeer nerveus van de concurrentie van uitgeverij Hendel die bijna al het werk van Multatuli in een zeer goedkope uitgave uitgeeft. Dit ongenoegen reageren ze op elkaar af. Wat Bruns Spohr nu precies verwijt laat zich niet eenvoudig uit de brieven van Spohr reconstrueren. Wel wordt duidelijk dat Bruns van mening is dat Spohr niet snel genoeg werkt. In een brief van 26 juni gaat Spohr in op zijn werk aan de vertalingen: Ich habe Sie noch kein Jahr mit den Bänden im Stich gelassen. Wo ich fehlte, habe ich mit unmenschlichen Anstrengungen das Versäumte gut zu machen gesucht. Mein Arbeiten im vorigen heissen Sommer macht mir niemand nach! Ich leide jetzt noch gesundheitlich an den Folgen jener furchtbaren Hetze. Ich thue das alles willig als meine verfluchte Pflicht und Schuldigkeit, wo ich es selbst dazu kommen liess, und hinterher macht es mir noch Spass. Had Spohr sneller moeten werken om Mischke voor te blijven? Het is al een grote sportieve prestatie van Spohr, dat hij zoveel boeken in zo'n korte tijd vertaalde. Mischke heeft het gemakkelijk gehad en heeft eerst die boeken vertaald die Spohr nog niet vertaald had. Geen wonder dat uitgeverij Hendel die eerder op de markt kon brengen. Wat in de jaren voorheen vanzelfsprekend was, weigert Bruns nu: hij wil Spohr geen voorschot betalen voor de drie komende vertalingen, ook al heeft Spohr dringend geld nodig. Spohr antwoordt verbitterd: Dass Sie mir den erbetenen Vorschuss verweigern, selbst unter den gegebenen Umständen, ist natürlich Ihr Recht. Nur die Art, in der wieder der betreffende Briefschreiber Unwahrheiten und Unanständigkeiten häuft, ist eine unwürdige, und wie man denken sollte, auch des Kaufmannes unwürdig. [...] Die absolut feindselige Art, in der man mir begegnet und die vom Chef des Hauses nicht desavouiert wird, soll mich nicht davon abbringen, sachliche Dinge wie bisher sachlich zu erledigen. Es handelt sich dabei um das Fidusalbum, Neuauflagen von ‘Millionen-Studien’ und ‘Fürstenschule’ und um den nun folgenden Band ‘Ideen’.Ga naar voetnoot31 Het is geen eenvoudige opgave die Spohr zich stelt: zakelijk blijven tegenover een uitgever die hem langzamerhand vijandig gezind is. Maar nog is het niet tot | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 59]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
een breuk gekomen. De onderhandelingen over de tweede oplage van verschillende werken lopen verder. Bruns' voorstellen liggen ver beneden de bedragen die hij in het begin van hun samenwerking betaalde. Enkele weken later gaat Spohr in op een voor zijn begrippen te lage aanbieding voor de herdrukken en van de nieuwe vertaling Ideen: Auf Ihren Vorschlag, nach welchem Sie mir 500 M + 150 M fur die II. Auflage von 1500 Expl. Von ‘Millionen-Studien’ und ‘Fürstenschule’ zahlen wollen, gehe ich ein. [...] Die ‘Ideen’, die einen nothwendigen Bestandtheil meiner Ausgabe ausmachen, habe ich nicht mehr die Freiheit anderswo herauszugeben, auch möchte ich mich nicht diesenhalben noch in neue Verbindungen stürzen. So ermässige ich gezwungenermassen meine Forderungen, obwohl sie nur eben der Mühe und dem Werth einer gewissenhaften Arbeit entsprachen. Ich bitte um die Honorierung von 35 M pro Bogen u. I. Auflage. 15 Bogen Mindestumfang. Auflage: 1500 Expl.Ga naar voetnoot32 Begin augustus wijst alles er nog op dat de Ideen bij Bruns zullen verschijnen. Spohr wil hem het manuscript in die maand nog sturen. Ondanks het feit dat hij ziek is, schrijft hij Bruns op 5 augustus 1902: ‘Seit etwa 14 Tagen kann ich wegen Unwohlseins, das sich namentlich äussert in fortwährendem Kopfschmerz und Schlaflosigkeit, nur sehr wenig arbeiten.’ Deze ziekte heeft waarschijnlijk ook te maken met het proces vanwege zijn voorwoord bij Die Abenteuer des kleinen Walther dat in deze weken plaatsvindt. Daarna ontbreekt de correspondentie van een half jaar. In mei 1903 schrijft Spohr nog eens over de Ideen. Ondanks Spohrs sterk verlaagde honorariumeisen verschijnen deze elders. Bruns heeft kennelijk wat hij wilde: de rechten van de belangrijkste werken van Multatuli. Om te concurreren met Hendel zal hij deze als derde druk in een goedkope volksuitgave uitbrengen. Daartoe zal hij zich gedwongen hebben gevoeld, nadat Karl Mischke bij Hendel Verlag in een bijna even hoog tempo als Spohr behalve de delen Walther ook nog de toneelstukken Fürstenschule (1901) en Die Braut (1902) en het prozawerk Millionenstudien (1902) en Ideen und Skizzen (1904) vertaalde. De ‘executie’ van Mischke, Spohrs grootste concurrent, blijkt uiteindelijk tevens Spohrs zelfexecutie geweest te zijn. | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spohr als bemiddelaar voor vertalingen uit het DuitsEr is in de correspondentie van Spohr aan uitgeverij J.C.C. Bruns een aanwijzing te vinden dat zijn vertalingen een springplank zijn geweest voor verdere vertalingen. Dit bevestigt de vaststelling van Jerzy Koch, dat vele vertalingen van het werk van Multatuli via het tussenstation Wilhelm Spohr liepen. ‘Spohr’, schrijft | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 60]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Koch, ‘staat aan de wieg van Multatuli's Europese vermaardheid.’Ga naar voetnoot33 In 1902 is er belangstelling voor een Portugese uitgave van het werk van Multatuli. Spohr stuurt de brief van Luise Ey (1854-1936), die hem geschreven heeft, door naar Bruns: Sie finden anliegend einen Brief von Luise Ey, welche die Übersetzung Multatulis, bezw. meines I. Bandes, ins Portugiesische betreiben möchte. Wir hätten wohl geeinigt über die Sache zu bestimmen. Ich erklärte provisorisch meine Zustimmung, in dem ich weiterhin sagte, dass Ihnen das weitere zu bestimmen obliege. Ob man da etwas fordern kann, scheint mir beinah zweifelhaft bei kleinem Leserkreis und dem Umstande, dass die Übersetzung ins Portugiesische und die Druckkosten bezahlt werden müssen. Doch das geht uns ja nicht in erster Linie an, das ist zunächst Sache jener. Scheitern lassen sollte man die Sache keinesfalls, denn selbst ohne materiellen Gewinn wäre uns die Sache doch nützlich, während wir nichts davon hätten, wenn die Sache unterbliebe oder wenn nach einem anderen Übersetzer oder wenn nach dem Holländischen übersetzt würde. Nach der Briefichreiberin ist die Sache doch hübsch: ein bedeutender portugiesischer Schriftsteller, der ähnliches verfolgt wie Multatuli, lernt Deutsch, um Multatuli resp. unsern Multatuli in Portugal einzuführen. Die Dame erwartet, dass Sie ihr schreiben. Mir selbst schreiben Sie wohl auch über die Sache. Wie die Nachdruckverhältnisse zwischen Deutschland und Portugal liegen, weiss ich nicht. Ich bitte, den Brief der Dame bald an mich zurückzusenden, da ich ihr noch zu schreiben habe.Ga naar voetnoot34 Uit Spohrs brief blijkt niet welke rechten (‘Nachdruckverhältnisse’) hij bedoelt. Want de kwestie met de rechten is erg ondoorzichtig. Dat Spohr een vergoeding eist voor zijn inleiding op het werk van Multatuli is billijk, vergoedingen die verder gaan dan zijn inleiding zijn dat niet. Ook al wordt in de bij Bruns uitgegeven boeken de regel gedrukt: ‘Alle Rechte, auch das der Uebersetzung in fremde Sprachen, vorbehalten’. Spohr heeft immers zelf het werk van Multatuli uit het Nederlands vertaald zonder de juridische vertegenwoordigers of erfgenamen daarvoor een vergoeding te betalen.
De inhoud van de brieven van Spohr aan uitgeverij Bruns wekt soms irritatie of bevreemding op. Het is merkwaardig dat Spohr erop staat dat de vertalingen van Multatuli in een gebonden en in vergelijking met andere boeken vrij dure versie op de markt moeten komen. Voor de kringen waar Spohr uit voortkwam en in | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 61]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
verkeerde waren deze prijzen hoog. Het volk heeft Spohr - en zijn uitgever - daarmee niet kunnen of willen bereiken. Voor deze groep waren dat duizelingwekkend hoge bedragen. Opvallend is de toon van Spohr: hij schrijft zijn brieven op een lager stilistisch en taalniveau dan vergelijkbare schrijvers uit zijn tijd. Dit heeft wellicht te maken met zijn achtergrond; Spohr was niet academisch geschoold. Misschien ook met zijn zucht tot identificatie met Multatuli. In een brief aan Mimi Dekker schrijft hij: Erstreben eines Stils halte ich für Komödiantenkram, wenn er sich nicht ergiebt als Resultat der Persönlichkeit. Ich denke: ent der Kerl, und dann ein ordentlicher Stil, ein gutes Buch, und es geht schliesslich auch ohne das Letztere. Die Schriftstellerei kommt erst in dritter und vierter Linie. Darum liebe ich Multatuli, darum EmersonGa naar voetnoot35, darum hasse ich das Schriftstellervolk im Allgemeinen.Ga naar voetnoot36 Dat zijn afkeer van schrijvers minder werd naarmate hij meer in hun kringen verkeerde, blijkt uit de aantekeningen van de Duitse politieke politie die de kringen rond Spohr en Landauer lange tijd heeft bespioneerd. In 1902 wordt vastgesteld dat Spohr hard aan het werk is en zich van het anarchisme heeft afgekeerd. Spohr, zo bericht de politie: dünkt sich vertraulichen Nachrichten zufolge jetzt erhaben über seine früheren Genossen, indem er Künstler geworden sei. Thatsächlich ist er sehr fruchtbar und findet viel Beifall in den Kreisen der naturalistisch gestimmten Schriftstellerwelt [...].Ga naar voetnoot37 Uit een bericht uit 1903 oordeelt de politieke politie dat Spohr de banden met zijn verleden bijna heeft doorgesneden: durch den steten Verkehr mit Schriftstellern und besser gebildeten Personen [ist er] sehr eingebildet auf seine Person [...]. In den Kreisen der hiesigen Anarchisten verkehrt er garnicht mehr. Bei seinen früheren Gesinnungsgenossen gilt er für gänzlich von der anarchistischen Bewegung abgefallen.Ga naar voetnoot38 | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 62]
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Spohrs werk als auteur en vertaler is voor hem status verhogend geweest. In deze jaren heeft hij afstand genomen van het anarchisme. Hij zou zich echter ook van de Nederlandse literatuur afkeren: na de vertalingen van Multatuli en Paap zijn er geen vertalingen uit het Nederlands meer van hem verschenen. |
|