Jos van Waterschoot
Multatuli-Kroniek 1996
Er bestond grote vrees dat na het gereedkomen van de Volledige werken èn de Multatuli-encydopedie de belangstelling voor Multatuli zou afnemen. Immers, de grote aandacht van de pers zou weg kunnen vallen en uit het oog betekent, zeker in onze tijd met een overdosis aan informatie, uit het hart. De belangstelling van de pers is inderdaad nagenoeg geheel weggevallen, maar de aandacht van het publiek is gebleven. Wederom werd in het Multatuli Museum het bezoekersaantal van duizend dit jaar overschreden (1028). Niet meegeteld zijn dan de ruim 700 (!) mensen die het Multatuli Museum bezochten tijdens de Open Monumentendagen in het weekend van 14 en 15 september, met andere woorden, bijna een jaarresultaat in twee dagen tijd. Per saldo is het Genootschap overigens iets kleiner geworden: 317 leden in 1996 tegen 323 in 1995. Een extra ingelaste vergadering van het Multatuli Genootschap op zaterdag 26 oktober van dit jaar werd behoorlijk goed bezocht. Het nieuwe Genootschapsbestuurslid professor C. Fasseur verzorgde op deze dag een interessante lezing over de Atjeh-crisis.
Aan publicaties van Multatuli, heruitgaven, nieuwe bloemlezingen, heeft het dit jaar ontbroken. Na de hausse van vorig jaar hebben de boekhandelaren en uitgevers waarschijnlijk nog voldoende Multatuli in huis. Er verschenen wel een paar interessante titels over Neêrlands grootste schrijver. Allereerst moet worden gewezen op de dissertatie van Jaap Hoogteijling, Door de achterdeur naar binnen. Over de wording van Multatuli's Max Havelaar. De bekendste roman uit onze letterkunde wordt in zijn componenten ontleed en de wordingsgeschiedenis van het boek wordt tot in de details weergegeven. Bij de Internationale Multatuli-Gesellschaft in Ingelheim verscheen het vijfde aflevering van de Mitteilungen. Ook in dit jaarboekje weer volop Multatuli's Nachleben in Duitsland, met soms verrassende, soms zeer interessante bijdragen over onder meer Multatuli's denksysteem door professor Erwin Leibfried en over de achterneef van de schrijver, de revolutionaire E.F.E. Douwes Dekker door Holger Warnk. De Multatuli-biograaf Hans van Straten zet in een boekje uiteen wat Multatuli deed bij de Brusselse krant L'Indépendance belge. Het boekje is getiteld: De man die alle talen kende.
Annemarie Kets-Vree verzorgde tenslotte een uitgave van de brief van Eduard Douwes Dekker aan zijn jeugdvriend, de Haarlemse uitgever Arie Kruseman. Deze brief werd bekend als de, zeer lange, brief uit Menado. De brief kan gezien worden als een vooraankondiging van de komst van Multatuli, 9 jaar voor hij daadwerkelijk als schrijver van de Max Havelaar opdook. Deze uitgave verscheen in de Griffioen-reeks bij Querido.
Om een jong publiek voor Multatuli te interesseren werd in de afgelopen