Over Multatuli. Delen 38-39
(1997)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 55]
| |
Nop MaasHans van Straten, De man die alle talen kende. Wat deed Douwes Dekker bij L'Indépendance belge? Utrecht, De Multatuliaan 1996. 47 blz., f 14,50. Oplage 60 exemplaren, uitsluitend te verkrijgen in het Multatuli Museum. De opbrengst van het boekje komt ten goede aan de kas van het Multatuli Genootschap.Er is veel over Multatuli geschreven en er is een macht aan documentatie bij elkaar gebracht. Desalniettemin is het niet moeilijk om allerlei kleinere en grotere kwesties aan te wijzen waarover nieuwe informatie opgespoord kan worden. Hans van Straten probeert in De man die alle talen kende klaarheid te brengen in Dekkers veronderstelde medewerking aan L'Indépendance belge. In Max Havelaar wordt vermeld dat Sjaalman bij dit Brusselse blad gewerkt heeft. Deze vermelding en een door Julius Pée geciteerd getuigenis (van de neef van een redacteur die in 1865 bij de krant kwam werken) vormen het enige houvast over deze onbekende episode in Dekkers leven. Er is natuurlijk een derde potentiële bron van informatie, namelijk de leggers van de krant in kwestie. Hans van Straten heeft de moeite genomen deze te raadplegen en in het hier besproken boekje doet hij verslag van zijn bevindingen. Het probleem van zo'n negentiende-eeuwse krant is dat er nog meer dan tegenwoordig sprake is van anonimiteit. Niets is ondertekend. De consequentie is dat de onderzoeker louter op veronderstellingen moet afgaan. In de conclusie van zijn boekje (‘Misschien’ getiteld) somt Van Straten maar hefst twaalf punten op waar onbewezen veronderstellingen zijn betoog aan de gang moesten houden, en dan is hij niet eens compleet in zijn opsomming. De lezer hoeft dus niet te klagen dat de auteur het speculatieve karakter van zijn beschouwingen verzwijgt. Dit eenmaal gegeven zijnde, kan de lezer zich vervolgens met een gerust hart laten verbazen door de vindingrijkheid die Van Straten zelf demonstreert en die hij aan Dekker toeschrijft. In het kort komen Van Stratens bevindingen hier op neer: Dekker was van 1 tot 15 januari 1858 verbonden aan L'Indépendance belge als medewerker voor het vertalen en samenvatten van berichten uit buitenlandse kranten. Enkele apodictische oordelen die Dekker aan de vertaalde berichten toevoegde, schoten bij de redacteurGa naar voetnoot1 in het verkeerde keelgat. De relatie tussen redacteur en medewerker verslechterde snel en dit leidde tot Dekkers ontslag. Dat klinkt redelijk overtuigend. Meer moeite heb ik met de constructie die Van Straten vervolgens opbouwt. Hij laat een kritische brief over het Belgische leger in de Times, waar- | |
[pagina 56]
| |
over L'Idépendance belge zich erg boos maakt, schrijven door de Engelsman Etzerodt, de vader van Tines latere vriendin Stéphanie. Deze Etzerodt kende mogelijk de redacteur van de krant en heeft misschien zelfs Dekker bij de krant geïntroduceerd. Omdat de redacteur zich boos maakte op de briefschrijver in de Times zonder te beseffen dat deze een kennis van hem was, sloeg hij een figuur in de ogen van Dekker die van deze klucht getuige was. Daarom verwijderde hij Dekker uit zijn omgeving. Onmogelijk is het niet, maar onwaarschijnlijk is het zeker. Dat neemt niet weg dat Hans van Straten een aardig nummertje heeft toegevoegd aan de rijke Multatuli-literatuur. In dit geval waren de bronnen hem niet goed gezind, maar voor hetzelfde geld had hij een parel uit de modder kunnen opduiken. |
|