Prins Willem-Alexander
Toespraak bij de voltooiing van Multatuli's Volledige Werken
Dames en Heren,
Toen ik tien jaar geleden geslaagd was voor het mondelinge deel van mijn eindexamen Nederlands, had ik het gevoel een Multatuliaan te zijn. Van de veertig minuten werden er namelijk twintig besteed aan ‘de Havelaar’, één van de twee boeken die gedetailleerd bestudeerd moesten worden. Nu besef ik echter, dat ik nog vierentwintig delen dundruk te gaan heb, voordat ik mij een echte Multatuliaan mag noemen.
Dit is een belangrijk moment in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Ik ben zeer vereerd dat ik - deskundig of niet - bij de presentatie van de uitgave van de Volledige Werken van deze ‘denkend dichtend kunstenaar’ aanwezig mag zijn. En - bovenal - dat ik de eerste serie in ontvangst mag nemen.
Behalve vereerd ben ik ook opgelucht. Deze uitgave komt op het moment dat ik een nieuw en groter huis in Den Haag betrek. Ik behoor namelijk tot ‘die ontwikkelde Hollanders’ (van E. du Perron) ‘die graag complete werken van de grote Nederlandse schrijvers overeind gezet op hun buffet zien.’ En daarvoor was in Leiden geen plaats.
Ik wil daarmee niet zeggen dat deze vijfentwintig prachtbanden uitsluitend als versiering zullen dienen. ‘Ik wil gelezen worden door lieden, die verplicht zijn te letten op de tekenen des tijds’, een zin van Douwes Dekker die ik mij nog goed herinner!
Maar: ‘Voorwaar, voorwaar, al dat geciteer is luiheid en bedrog: luiheid om het zelfdenken te ontwijken. Bedrog om de domme menigte te doen verbaasd staan over nagemaakte - i.e. valse - sleutels.’ (Idee nummer 159)
U vraagt zich nu natuurlijk af: Wat denkt hij te doen met deze vijfentwintig delen? Bijvoorbeeld op vrije avonden, tussen staatsbanketten en buitenlandse reizen door, stukken lezen uit Vorstenschool, dat befaamde pleidooi voor daadkrachtig regeren. Of, in de verdere toekomst, van één van de ‘1200 Ideeën’ gebruik maken voor een kerstspeech.
Bovendien ben ik erg benieuwd naar wat Douwes Dekker te zeggen had over de dienstplicht en over ongehuwd samenwonen. Had hij niet over alles en iedereen een mening?
Kortom: een nuttige, welkome en zeer waardevolle aanwinst, niet alleen voor mij, maar voor iedereen die de zaak van de Nederlandse literatuur is toegedaan. Ik ben het Multatuli-genootschap en allen die bij deze uitgave zijn betrok-