J. Kortenhorst
Had Multatuli een public relations functie bij Hotz?
Door Mimi Hamminck Schepel leerde Multatuli in maart 1863 de familie Hotz in Den Haag kennen.
Hotz was één van de twee directeuren van de ijzergieterij ‘De Prins van Oranje’ en hij bezat een belangrijk aandeel in de onderneming. (‘Eigenaar’ zoals Mimi in een aantekening bij haar brievenuitgave zegt was hij dus niet).
Zowel Marie Anderson in haar Multatuli-memoires, als Meerkerk in de eerste en tweede druk van zijn Multatuli-biografie alsook de neef van Multatuli Dr. Th. Swart Abrahamsz in zijn bekende ziektegeschiedenis zeggen dat de schrijver in 1863 werk voor Hotz verrichtte en daarvoor geld ontving.
In mijn Multatuli en Hotz (eerste versie in het Jaarboek ‘Die Haghe’ van 1965, tweede versie in een uitgave van de Jako Pers (1965) en derde versie als Geschrift VIII van het Multatuli-Genootschap (1966) heb ik getracht een antwoord te vinden op de vraag: wat voor werk deed Multatuli voor Hotz of welk werk had hij in ieder geval beloofd voor Hotz te verrichten?
Ik meende de sleutel tot de beantwoording in handen te hebben in de toen pas teruggevonden brief die Dek, Tine en Edu van Brussel uit op 25 april aan de familie Hotz schreven. (Die brief zat in een kist boeken met Arabica uit het bezit van Hotz' zoon Albert aan de U.B. Leiden).
De betreffende zin (geschreven door Multatuli) luidde: ‘Bewaar goed (...) 't Ned. Magazyn met de beschryving van de fabriek. Neen, zend me dat onder kruisband. -’
Mijn conclusie was toen:
Het gaat hier om het eind maart 1863 verschenen nummer 12 van het geïllustreerde tijdschrift ‘Nederlands Magazijn ter verspreiding van algemeene en nuttige kundigheden’.
In dat nummer staat een artikel van ruim één pagina over de katoenspinnerij Gelderman te Oldenzaal. Daarbij is een houtgravure van W. Hekking geplaatst waarin men de fabriek romantisch in het landschap ziet liggen.
Het is wel duidelijk dat het de bedoeling van Hotz is geweest eenzelfde soort artikel geplaatst te krijgen van zijn ‘Prins van Oranje’.
Maar die conclusie was onjuist: Multatuli bedoelde twee nummers van het ‘Nederlandsch Magazijn’, nl. nr. 15 en nr. 17 van het jaar 1862 waarin