Over Multatuli. Delen 20-21
(1988)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 5]
| |
B.P.M. Dongelmans
| |
[pagina 6]
| |
feuilleton Langs velden en wegen, Reis-indrukken van Multatuli (V.W. IX, blz. 364 en V, blz. 19, 23 en 228-229). Afb. 1
Twee jaar later, als hij de draad van de Millioenen-studiën weer heeft opgenomen valt, sept./okt. 1872, opnieuw de naam Staccata (V.W. XV, blz. 399). Wanneer Carel Vosmaer eind mei 1874 Multatuli en Mimi bezoekt in hun woning, of liever etage, aan de Geisbergerstrasse 12 wordt ook hij meegenomen naar de Sonneberg en Rambach. Zijn te verwachten tijdpassering was ook hem in de lopende correspondentie duidelijk gemaakt: ‘O, je zult het hier lief vinden. En we hebben geen 10 minuten te gaan om buiten te zyn. Onze straat zelf ligt al op een der heuvels die de stad omringen. Voor vier dagen maakten wy 'n wandeling naar Frauenstein waar 'n ruïne is die my interesseert omdat men er niet inkomen kan. Ik wil 't toch eens proberen. En daar is 'n linde die vele eeuwen oud is. Die arme kerel is haast geen boom meer en wordt met kunst en vliegwerk in elkaar gehouden. (...) En den vorigen dag waren we naar Rambach geweest waar de grondvesten zyn van 't romeinsch castellum.’ (V.W. XVI, blz. 487). Ook Mimi bereidt Vosmaer voor: ‘Maar d. heeft een vlieger gemaakt - quasi voor 'n kleine jongen ('t kind van Marie Anderson) - en telkens als de zon doorkomt doet hy alles om ons over te halen de vlieger te gaan oplaten. We zullen er dus aan moeten geloven.’Ga naar eind3. Zaterdagavond 30 mei arriveerde hij op het Taunus-Bahnhof te Wiesbaden. ‘Ik zal er wezen met m'n roode parapluie, regen of niet. Verlaat de [sic!] station niet, voor ge my hebt,’ schrijft Multatuli op 27 mei naar Den Haag.’Ga naar eind4. ‘We wonen na by buiten, en zyn terstond in 't wald. Heb je op 't kaartje en in den guide die Grieksche kapel gevonden? Nu die zie je uit | |
[pagina 7]
| |
bed. Die vergulde koepel doet 'n aardig effect in 't groen. Hy is van ons huis ca. 20 minuten gaans.’ (V.W. XVI, blz. 531). Multatuli en volgens hem met name Mimi verheugen zich zichtbaar op het bezoek. Er is al een boom ‘Vosmaerboom’ gedoopt: ‘En ik nam my voor u by dien boom te brengen, zoodra ge hier waart.’ (V.W. XVI, blz. 545). Moest Vosmaer eerst in kamer a slapen, al schrijvend aan dezelfde brief, verandert de indeling en Multatuli corrigeert ‘dat ge niet krygt slaapkamertje a, maar b. Je zult dus den vergulden koepel van de grieksche kapel ('n byou!) niet uit je bed zien. En, en, 't is de vraag hoe we je zoontje zouden “bedden”.’ (V.W., XVI, blz. 534). Maar het zoontje blijkt bij het uitstappen op het station Jeanne Clant van der Myll-Piepers te heten, Vosmaers vriendin Holda. Ze logeren bij de Dekkers, zoals was toegezegd. Afb. 2
Via een getekend plattegrondje kennen we niet alleen de indeling van de etage (V.W. XVI, blz. 531), maar een tweetal tekeningen van Vosmaer laten ook het interieur van de ‘kamer’ (zie afb. 1) annex salon zien. Want Vosmaer heeft thuis en op de wandelingen zijn schetsboeken bij de hand en maakt gedurende zijn verblijf diverse tekeningen, waaronder portretten van Multatuli en Mimi (zie afb. 2 en 3). We hebben ‘zoowel voor kabinet als visite’ | |
[pagina 8]
| |
geposeerd, schrijft Multatuli aan Funke.Ga naar eind5. Ronduit verrassend zijn de twee schetsen van ‘Multatuli te Rambach’, waar Multatuli, Mimi, Carel en Jeanne naar toe waren gewandeld. Vosmaer heeft van dit uitstapje niet alleen via tekeningen, maar ook via een ‘Idylle’ verslag gedaan.Ga naar eind6. ‘Daar krygen we V's vogels! Lees vooral gauw de “Idylle”. Die idylle is historisch! Ik heb ze nog niet gelezen, maar Mimi zegt dat de beschryving allerliefst is. Alles is waar. Hy arrangeerde maar’, schrijft Multatuli aan Funke op 24 december 1875 (V.W. XVIII, blz. 137). ‘Ja, m'n eenige indruk is nu dat ik 't overgelykelyk schoon vind. En 't komt er mal by (maar waar is 't) dat ik vóór Mimi aan den laatsten Abschnitt kwam, zóó gelachen heb, als me in tyden niet gebeurd is.’ (V.W. XVIII, blz. 144). Frouwa, Tscharmaranda, Nanna en Don Zefiro Bueno zijn verbeeldingen voor Holda, Vosmaer, Mimi en Multatuli, terwijl het fictionele windhondje Atta Troll trekken van Maxje heeft. De ‘Idylle’ is, zoals Multatuli al opmerkt, een arrangement dat Vosmaer heeft gemaakt van ervaringen die hij heeft gehad, en van gebeurtenissen die hij heeft meegemaakt. In het korte verhaal heeft hij gesprekken die zijn gevoerd en plaatsen die bezocht zijn tijdens een aantal wandelingen naar diverse richtingen in de omgeving van Wiesbaden op een welhaast poëtische wijze vormgegeven.Ga naar eind7. In het verhaal is ondermeer een passage aan de linde (Vosmaerboom) gewijd en het feit, dat Don Zefiro van schaken en vliegeren houdt, brengt fictie en werkelijkheid samen. ‘Midden op de grond lag een schaakbord’ (Vogels, p. 184) en ‘De doodelijke zet werd vastgesteld, opgeschreven en ter verzending gereed gemaakt.’ (Vogels, blz. 185; zie het schaakbord op afb. 6) verwijzen naar de correspondentie-schaakpartij van Multatuli met J.L. Switzar.Ga naar eind8. De briefwisseling, de schetsen en de ‘Idylle’ vormen samen een unieke combinatie, waarbinnen de afzonderlijke delen elkaar op een verrassende wijze aanvullen. Vanuit drie verschillende invalshoeken kunnen we zicht krijgen op gebeurtenissen die zich tijdens het bezoek van Vosmaer en Holda hebben afgespeeld. Zowel de brieven aan Multatuli en Mimi als de tekeningen van Vosmaer geven aan, dat in de ‘Idylle’ meer Wahrheit dan Dichtung is te vinden. De unieke schetsen die Vosmaer maakte van Multatuli en Mimi en hun | |
[pagina 9]
| |
Afb. 3
| |
[pagina 10]
| |
Afb. 4
| |
[pagina 11]
| |
Afb. 5
| |
[pagina 12]
| |
Afb. 6
| |
[pagina 13]
| |
omgeving zijn nu, honderd jaar na de dood van de maker, beschikbaar. Bovendien vormen ze in hun trefzekerheid en in hun coleur locale een welkome aanvulling op de weinige eigentijdse, en veelal stereotype fotographiën die we van Multatuli en Mimi bezitten. |
|