Over Multatuli. Delen 12-13
(1984)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 57]
| |
Martine de Clercq
| |
[pagina 58]
| |
bevrijding van de vrouw heeft hij bijgedragen (Idee 195) en zelfs in belangrijke mate’Ga naar eindnoot14.. Het is eveneens een gekend feit dat hij door sommigen als een ‘vrouwengek en vrouwenverleider versleten werdGa naar eindnoot15.. We kunnen hier eveneens verwijzen naar wat E. du Perron noemt zijn ‘onbarmhartige exhibitionisme’Ga naar eindnoot16.. Diepenhorst die over zijn emancipatie spreekt, geeft anderzijds wel toe dat zijn gedrag niet altijd overeenstemde met zijn ideeën: ‘Behalve dat hij meende vrouwen welke hij op zijn weg ontmoette en met wie hij soms dadelijk aannam in goed geestelijk contact te staan, ook lichamelijk te mogen bezitten, was hij te aanhalig voor bloedverwanten...’Ga naar eindnoot17.. De paradoxen tussen Idee en Werkelijkheid, tussen Ideaal en Realiteit vormen het wezen van Multatuli: ‘het romantisch genie’Ga naar eindnoot18. bij uitstek of de ‘verwende fanaat’Ga naar eindnoot19., of nog ‘de bezetene’Ga naar eindnoot20.. Zijn kenschetsende leuze was ‘De roeping van den mensch is mensch te zijn’ (Idee 136)Ga naar eindnoot21.. Zijn hele leven is daar een getuigenis van geweest. Uit de verschillende bijdragen krijgen we een beeld van de relaties tussen E.D. Dekker met o.m. Everdina Huberta van Wijnbergen, Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel en Sietske Swart Abrahamsz of tussen Multatuli en Tine, Mimi en Fancy, e.a. Treffend echter is de wijze waarop die relaties worden voorgesteld; het zegt ons niet alleen iets over die relaties zelf maar het geeft ons eveneens indicaties over hoe diegenen die erover schrijven er tegenover staan. Het bepaalt ook hun eigen visie. Zo zegt P.H. Dubois o.i. terecht dat het boek van Hermans, De raadselachtige Multatuli, Amsterdam, Boelen, 1976, een ‘eigenzinnig boek (is), een boek waarin hij zijn eigen wil volgt’Ga naar eindnoot22.; het is ‘een werk dat volkomen in de lijn ligt van Hermans' eigen schrijverschap. Via zijn optiek van Multatuli zegt hij essentiële dingen over zijn eigen visie op het leven’Ga naar eindnoot23.. Zo ‘etaleert (hij) wel de contradicties met een gepassioneerde koelheid’Ga naar eindnoot24.. Garmt Stuiveling denkt er echter heel anders over en ziet uit hoofde van de biografische feiten heel wat tekorten in wat hij noemt zijn ‘biografisch vermomd essay’Ga naar eindnoot25.. In de context van Dekkers relatie tot vrouwen verwijt hij hem een paar karakteristieke absolute uitspraken zoals o.m. ‘deze zo genereus (...) aan Multatuli toebedeelde moederhaat (en) een parallel in de veronderstelde gevoelens van Dekker voor Tine’Ga naar eindnoot26.. Het eerste wordt helemaal ontkracht, daar er volgens Stuiveling over ‘de negatieve gevoelens van Eduard voor zijn moeder niets bekend is’Ga naar eindnoot27.. Bij het tweede wordt Hermans van ‘subjectivisme’ verdacht, vooral ‘wanneer men tussen de regels leest wat er niet staat en binnen de | |
[pagina 59]
| |
regels overslaat wat er wél staat’Ga naar eindnoot28.. Bij de meest absolute uitspraak ‘dat hij ALLES met zijn mond deed (p. 110)’, gekoppeld aan de verzuchting die Mimi deed dat Multatuli over zijn amoureuze bevliegingen zijn mond zou houden, zijn mond hield en voorgoed, valt volgens Stuiveling de ‘verdenking onweerhoudbaar op Mimi’Ga naar eindnoot29.; hetgeen geen steek houdt. Hier zijn we reeds beland bij een receptie in de tweede graad; de receptie van de receptie van Multatuli. Ons doel was na te gaan hoe verschillend de vrouw in Multatuli's werk en leven gerecipieerd wordt. In haar essaybundel Zelfstandig, bijvoeglijk; zeven essays over schrijvers, schrijfsters en hun personages, Amsterdam, Querido, 1972, wijdt Hella Haasse een 40-bladzijden-lange bijdrage aan ‘de vrouw’ in het leven en werk van E. Douwes Dekker. Het is een systematische studie over de verschillende vrouwen die bij Multatuli een rol hebben gespeeld. Zij begint bij de moeder en zegt ervan dat zij een vrouw moet geweest zijn ‘met een sterke behoefte aan maatschappelijk respectabiliteit volgens de toen gangbare normen’Ga naar eindnoot30.. In 't verlengde van de respectabiliteit wordt nogmaals het accent gelegd op ‘een oer-Nederlandse variant van de sfeer waarvoor het Victoriaanse Engeland de kwalificatie genteel bezat’Ga naar eindnoot31.. Vanuit datzelfde perspectief wordt Caroline Versteegh belicht: ‘Al ligt de nadruk op een romantisch in-vuur-en-vlam-staan, toch krijgt men de indruk, dat de wereld waarvan Caroline in vele opzichten het levende symbool was, voor de jonge Dekker bij zijn werven om haar een zeer belangrijke rol heeft gespeeld (...) zij was niet in de eerste plaats zich zelf, een individu, maar de draagster van de gevestigde orde; (...) eene eerekroon’Ga naar eindnoot32.. Van Si Oepi Keteh zegt ze dat ze zijn eerste vrouw is geweest. Hij gaf haar de naam ‘Clio’; de naam van de muze van de geschiedenis en het heldendicht. Door haar onderging hij ‘zowel lichamelijk als geestelijk nieuwe verruimende invloeden’Ga naar eindnoot33.. Everdina Huberta van Wijnbergen wordt meteen als zijn ‘Vesta’, de belichameling van ‘Eigen Haard Veel Waard’ gezien. Zij ook wordt geschetst als ‘het prototype van de heldinnen uit vele vroeg-Victoriaanse romans’Ga naar eindnoot34.. Zij beschouwt haar als ‘in wezen een gedisciplineerde Victoriaanse vrouw’Ga naar eindnoot35.. Hella Haasse gaat nogal intiem en openhartig in op de oorzaak van de ‘tragische verwijdering tussen de echtgenoten’Ga naar eindnoot36.. Volgens haar is die vooral te wijten aan haar ‘koelheid’ tegenover zijn ‘driften en hartstochten’Ga naar eindnoot37.. Het is zeker niet louter te wijten aan een gevoel voor onafhankelijkheid of het beklemmende gevoel dat zijn ‘creativiteit’ | |
[pagina 60]
| |
aan de ‘claims van het gezin’Ga naar eindnoot38. zou te lijden hebben. Nochtans bleek Everdine alles behalve koel te zijn, zoals bleek uit ‘de wat geëxalteerde sentimentele negentiende-eeuwse correspondentietoon tussen haar en Stephanie Omboni’Ga naar eindnoot39.. Het is vooral om haar ‘ardeur, zèle en courage’ dat Dekker haar levenslang nodig heeft gehad: ‘Haar geloof steunt het myne.’ ‘Op die eigenschappen van haar baseerde hij zijn conceptie van “Tine”, eerst in Max Havelaar later in Minnebrieven’Ga naar eindnoot40.. Volgens Hella Haasse is de verhouding van Dekker tot Everdine stellig de meest complexe geweest. Zij stelt deze verhouding in haar studie centraal. Zo bespreekt ze de verschillende fasen van hun leven samen, waarvan de laatste tot een fatale verwijdering moest leiden. H. Haasse merkt evenwel op dat er tussen Dekker en Everdine een ‘eigenaardige overeenkomst’Ga naar eindnoot41. is; ‘het meest innerlijk aan Dekker verwant, de personificatie van het ideaal van goedheid’Ga naar eindnoot42.. In die zin beantwoordt Everdine aan het verzoek dat Multatuli in zijn Minnebrieven (1861) richt: ‘O, geef méér aan de uwe, als gij trouwt... geef iets anders. Maak Uw vrouw tot een spaarbank uwer ideeën, tot een levensverzekering van uw gemoed!’Ga naar eindnoot43.. Verder geeft Hella Haasse het verhaal van de prostituée, Eugénie, schetst de verliefdheid op zijn nichtje Sietske en plaatst deze ‘amourettes’ in de context van zijn ‘verve... 't is my de stof waaraan zich de vlam hecht’Ga naar eindnoot44.; ‘'t Romantisch, 't avontuurlyk vuurt my aan, en burgerlyke braafheid doodt me’Ga naar eindnoot45.. Vooral Sietske betekent de geboorte van Fancy, de afgezante der onmetelijkheid; zij behoort samen met een aantal anderen tot de ‘Kinderen van Insulinde’Ga naar eindnoot46.. Maria Frederika Cornelia Hamminck Schepel - Mimi - is voor hem ‘een verschyning... Je was me een fancy’Ga naar eindnoot47., wordt een ‘compagne’, waarmee hij samen met de moeder van zijn ‘deftig gezin’Ga naar eindnoot48. een ménage à trois wil bouwen. Zonder succes evenwel. Haar betekenis ligt vooral in de publicatie van een grote bloemlezing van zijn werk in 1876 onder het veelbetekenende pseudoniem ‘Héloïse’ en uiteraard ook in de uitgave van de Brieven van Multatuli; Bydragen tot de kennis van zyn leven, in 1890 en herdrukt in 1912. Van haar en Everdine zegt H. Haasse dat ze als geen enkele man een functie vervuld hebben in Dekkers leven. Zij bewondert hun grootheid ‘dat zij het failliet van wat zij persoonlijk als een volledige liefdesverhouding beschouwden, zo liefdevol en moedig hebben aanvaard’Ga naar eindnoot49.. Dat is waarschijnlijk hun emancipatie à la Multatuli, of misschien dé emancipatie: ‘een mens mens te laten zijn, hoe moeilijk ook te verwerkelijken en te verwerken soms’. | |
[pagina 61]
| |
In ‘De liefdesbrieven van Multatuli en wat Mimi ermee deed’, schetst Paul van 't Veer de rol die Mimi gespeeld heeft bij de publicatie van die brieven. Hoewel zij in een soort voorwoord aan de lezer meedeelt: ‘ik wil in deze bladzyden noch betoogen, noch waarderen. Myn taak is alleen bouwstoffen te leveren’Ga naar eindnoot50., is zij toch wel degelijk selectief geweest. Zo beweert Paul van 't Veer: ‘Wat Mimi echter ook en vooral deed, was manipuleren met haar eigen positie tegenover Multatuli. Door menige weglating in - en hoogstwaarschijnlijk ook van brieven in de in dit brievenboek behandelde periode van hun omgang, heeft zij geprobeerd haar eigen actieve rol in het gebeuren wat meer naar de achtergrond te dringen’Ga naar eindnoot51.. Ze heeft ook de openhartige opmerkingen van Multatuli in verband met zijn ‘amourettes’ weggelaten. Hij meent hier zelfs te mogen spreken van ‘briefvervalsing’Ga naar eindnoot52.. Hij betoogt dat ze zo in plaats van Multatuli's beeld hoog te houden, eigenlijk hen die hem wilden beschuldigen van schijnheiligheid nog meer stof leverde. Zo concludeert hij dat ‘sinds de verschijning van het volledig werk (we weten) dat Mimi's bijdrage (...) een poging was tot opzettelijke verfraaiing, een vertekening’Ga naar eindnoot53.. De echte figuur van E.D. Dekker is volgens hem eigenlijk menselijker en sympathieker dan de ‘wat opgepoetste figuur die Mimi zo hoog wilde houden’Ga naar eindnoot54.. Uit dit relaas waarin zo expliciet naar Mimi verwezen wordt, blijkt toch hoe het centraal om Multatuli zelf gaat; zijn menselijk portret. In het artikel ‘Moeder, wil het toch gelooven, Neen, Uw kind vergat U niet’, wil Paul van 't Veer aantonen hoeveel en tevens hoe weinig er kan gezegd worden over de invloed van het ouderlijk milieu. Nochtans poogt hij een beeld te geven van de karakteristieke eigenschappen. Centraal in verband met de moeder wordt de ‘overdreven moederliefde’Ga naar eindnoot55. belicht vanuit verschillende hoeken; het wordt als ‘jaloezie’Ga naar eindnoot56. geduid of als de ‘knellende liefdesclaim’Ga naar eindnoot57.. Dekkers zenuwachtigheid en depressies worden met haar ‘aantrekkelijkheid of driftigheid’Ga naar eindnoot58. in verband gebracht, zonder evenwel van een ziektebeeld te spreken zoals Swart Abrahamsz het in zijn Ziektegeschiedenis bijna ziekelijk gedaan heeft. De familiale relaties brengen Van 't Veer ertoe zijn rol als vader even te schetsen en concludeert: ‘Dat het Multatulischap hem verhinderde een goede vader te zijn (...) Met het recht op liefde raakt hij in de knoop omdat hij tegelijk opeist en afwijst’Ga naar eindnoot59.. In ‘Multatuli met eene gemeene slet in Haarlem’ geeft J. Kortenhorst het relaas van wat werkelijk in Haarlem is gebeurd en hoe het verhaal van ‘Multatuli en de gemeene slet’ is ontstaan. In ‘Een Haagse cocotte’ wordt door Paul van 't Veer de rol die E.D. Dekker gespeeld heeft bij de entree van Elise van der Meyde | |
[pagina 62]
| |
in de literatuur even belicht, naast de bijdrage van de andere 19de-eeuwse Indische auteur P.A. Daum.
Uit dit kort overzicht moge blijken hoe Hella Haasse de rol van de vrouw in Multatuli's leven benadert vanuit een waardering voor de vrouw. De andere bijdragen, al mogen de titels ervan eventueel andere verwachtingen doen oproepen, functioneren duidelijk meer in 't kader van de groots opgevatte biografie over Multatuli. Voor de echte Multatulianen zal dit artikel niets nieuws verteld hebben. Dat was ook niet de bedoeling. Deze bijdrage fungeert veeleer als een soort test-case van hoe verschillend de receptie van ‘de vrouw’ in Multatuli's leven en werk kan zijn. |
|