J. Kortenhorst en J.J. Oversteegen
Maria Theresia
Wij zijn de heer C. Bij dankbaar voor de ‘Koran-Korach’-vondst: een duidelijk bewijs dat zeker deze passage op pag. 34 van Maria Theresia en de Vrijmetselaars van de hand van Multatuli is. (Over Multatuli 11 pag 46 ‘Een hardnekkige vergissing als bewijs’).
De heer Bij heeft gelijk als hij ons op de vingers tikt dat Marie Anderson óók al in 1888 per voetnoot mededeelt dat Multatuli de gehele vertaling voor zijn rekening nam.
Maar wij blijven van mening dat men de onvolkomenheden die de vertaling onweersprekelijk aankleven niet of niet alleen aan Multatuli mag verwijten.
Marie Anderson zegt echter zowel in 1888 als in 1901 dat Multatuli haar behulpzaam is geweest. En Multatuli schrijft aan Waltman: ‘Maar er blykt dat m'n beschermeling geen twee regels redelyk hollands schryven kan en ook 't duits niet verstaat’.
Hij had dat niet kunnen constateren als Marie Anderson hem niet haar vertaling (of een stuk vertaling) had voorgelegd.
Hij schrijft ook niet (terwijl hij al 20 dagen aan de Maria Theresia bezig was) dat de onwaarde van Marie's werk hem gebleken was, maar ‘er blykt’. Dat kan er op wijzen dat hij toch wel een heel stuk (of alles) in Marie's vertaling voor zich had.
Wij hebben in onze inleiding tot de vertaling (pag. XXVIII en XXIX) een aantal hypothesen genoemd betreffende de mogelijke vormen van samenwerking tussen Marie Anderson en Multatuli. Wij staan daar nog geheel achter.
Dat Multatuli een heel stevige hand in de vertaling heeft gehad hebben wij niet bestreden maar het geheel... nee.