briefje de toedracht zover geopenbaard had, dat de keuze tot politionele opsporing gepaard met omvangrijk schandaal óf wachten op terugkeer van het verloren schaap niet moeilijk meer was. Het ergste gevolg was slechts dat toestemming tot het huwelijk thans onvermijdelijk zou zijn.
Het tweede feit was de tocht naar Haarlem. Voor Dekker, die niet kon weten of de familie de politie in de arm zou nemen, stond het vast dat een vlucht naar het buitenland de politie zou inspireren tot een actie aan het station Arnhem of aan de Moerdijk. Arnhem was het eind van de Rijnspoorweg (en het begin van een reis naar Duitsland). En de veerboot Moerdijk was de natuurlijke opvangplaats bij een vlucht naar het zuiden. Vandaar de slimme zet om de te verwachten achtervolgers schaakmat te zetten en naar het noorden te gaan.
Hij bracht dus het meisje naar zijn Haarlemse vrienden, de heer en mevrouw Kruseman-Goteling Vinnes in de Kleine Houtstraat (nu nr. 13), aan wie hij verzocht - zonder haar naam te noemen - Annetje die nacht te herbergen. Hij zei alleen dat hij haar kende en dat zij behoefte aan bescherming had ... die hij, Kruseman, haar zeker gaarne zou verlenen. Dat was uiteraard in orde. Maar met één complicatie had hij geen rekening gehouden. Er werd bij de Krusemans een rietperenkoekpartij gehouden. Er bestaat een soort rietpeer (stoofpeer), die in september geplukt wordt. Deze moet meteen tot gelei verwerkt worden. Bij de Krusemans gebeurde dat ieder jaar in september door een stel oude vrouwtjes onder het genot van flensjes, besmeerd met die gelei. Die vrouwtjes nu bekeken en begluurden Annetje en maakten haar verlegen met hun gevraag. Zij zijn het geweest, die door hun praatjes tien jaar later, toen de Max Havelaar al verschenen was, de basis legden voor het gerucht ‘dat Multatuli met een publieke vrouw, die hij voor zijn echtgenote liet doorgaan, met Kruseman samen in een rijtuig door Haarlem had gereden’. Of het verhaal, zoals de heren Van Eck en Enschedé het elkaar deden in de trein in de zomer van 1884.
Het verhaal is alleen al onzinnig omdat de Krusemans al lang vóór de herfst van 1853 met Tine hadden kennis gemaakt.
In waarheid was Dekker die avond naar een logement in Haarlem gegaan nadat hij opdracht had gegeven die nacht nieuwe kleren voor Annetje te laten maken, zodat zij gedurende de verdere reis niet herkend zou worden aan japon en mantel.
De volgende dag vergezelde Dekker haar via een zonder twijfel listige ontsnappingsweg naar België, mogelijk via Maastricht, waar zij door haar verloofde werd opgewacht. Dekker zelf, die naar Frankrijk had willen reizen, heeft op weg daarheen in Spa de speelbank aangedaan. Hij verloor daar al zijn geld en kwam berooid in Nederland terug zonder in Frankrijk geweest te zijn.
Zoals hiervoor al gezegd, zijn de jonge gelieven kort daarop in Den Haag getrouwd en zij trokken bij mama op de Zuidwal in. Dank zij de bruidsschat van zijn vrouw kon Van Heyst voor kandidaatnotaris studeren. Reeds op 15