Garmt Stuiveling
Uit het Multatuli-museum
VII. Het raadsel-Post is opgelost
Mijn vorige bijdrage (zie Over Multatuli 8, blz. 47-52) is geëindigd met een vraagteken: waarom heeft Multatuli op dezelfde dag, 22 november 1872, twee brieven aan de leidse theologische student D. Post geschreven? Zijn ze beide verstuurd, en zo neen, welke dan wel en welke niet? Het is over het algemeen niet gebruikelijk, op éen dag twee brieven aan dezelfde persoon te schrijven, tenzij in een bijzondere situatie, bijvoorbeeld verliefdheid. Toch komen er bij Multatuli in zijn correspondentie met Funke ook wel eens zulke dubbel-gevallen voor; maar dan is er bijna altijd wel een duidelijke aanleiding voor de tweede brief: een intussen ontvangen postbestelling met drukproeven of met geld, waarvan de goede aankomst onmiddellijk moet worden bevestigd. De volgorde van de twee brieven is dan meestal onproblematisch, de motivering eveneens; en die twee hangen ten nauwste samen.
Maar in het geval-Post liggen de zaken ánders: noch over de volgorde, noch over de motivering bestaat er volstrekte zekerheid. De ene brief, de kortste, destijds door Mimi aan de heer Storm ten geschenke gegeven en door hem, jaren later, aan mij, bevat niets anders dan het verzoek aan Post om zijn gehele artikel uit de Vox Studiosorum te mogen overnemen in de Ideën; de andere brief, de langere, thans in het Multatuli-Museum, houdt zich bezig met een aantal van de door Post gemaakte opmerkingen en loopt uit op ditzelfde verzoek. Ofschoon het mij het meest waarschijnlijk leek dat Multatuli deze langste brief het eerst zou hebben geschreven maar hem bij nadere overweging had vervangen door de kortere, bestond dienaangaande geen volstrekte zekerheid. En vooral hinderde het mij, dat Mimi dan juist de verzonden brief, die dus écht tot de door Multatuli met Post gevoerde correspondentie heeft behoord, zou hebben weggegeven. Toch blijkt dit inderdaad het geval te zijn geweest.
Op 5 januari 1873 heeft Mimi namelijk in haar Dagboek het volgende genoteerd: ‘Dezer dagen vond ik op D's tafel een brief die waarschynlyk verscheurd zou worden. Hy schreef dien aan Post maar verzond hem niet voor hy diens brief in Idn behandelde. Ik wil dien brief bewaren en leg hem hierin’.
Men kan er niet aan twijfelen, dat Mimi op die dag de lángste brief heeft gevonden, de enige die de moeite waard was om te worden behouden, de enige ook die door Multatuli zelf gebruikt kon worden als een soort eerste ontwerp van wat hij in de Ideeën 996-1046 als beantwoording van Post wilde be-