Over Multatuli. Delen 7-8
(1981)– [tijdschrift] Over Multatuli– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 37]
| |
Idee 12831283. Bij 't opnieuw ordenen en 't hernummeren myner Ideën... ...Een verdrietig werkje, lezer! Liever beschikte ik over wat loisir om nieuwe idées te schryven; doch dit is nu eenmaal zo niet... ...kwam ik tot het besef nog nooit eens aandacht te hebben besteed aan 't Hilversums omroepstelsel zoals 't Haags parlementarismus dat heeft doen instellen en doen verworden. Verworden, ja! want hoe anders kan een stelsel genaamd worden, dat niet anders dan vervelend gedeun, al dan niet goddienend gewawel, smaakloze muziek en opnieuw meer van 't zelfde, elk etmaal weêr, ten gehore brengt? ‘Ei, dit is nu eenmaal wat het volk wil’, zo luidt de gewone verdediging van 't stelsel. Stel nu, dit ware zo, en het volk wilde inderdaad niet anders dan de gehele godganse dag het aether-verpestend...doch waartoe nog geest verspillen met alsmaar nieuwe adjectieven ter beschryving van dit kwaad, waar toch myn flinke geestverwant Rudy Kousbroek reeds voor jaren zyn rake satyre ‘Een dagje radio’ (thans in de 4e bundel zyner Anathema's) aan het onderwerp wydde?...stel nu, dit ware zo,Ga naar voetnoot1. dan ware hieruit wellicht ene rechtvaardiging te verkrygen, indien er slechts één zender bestond die allen zonder onderscheid tevreden stellen moest. Wellicht diende men dan te zeggen ‘het zy aldus, het Volk wil pop, sport en gewawel, welnu ook over de radio zy er slechts gewawel, sport en pop, en alwie zulks niet verkiest, hy oefene zichzelve in schoonheid van klank, gezondheid van lichaam en verstandigheid in 't spreken, zonder daarmeê 't Volk lastig te vallen.’ Doch zo is het niet, waarlyk het is zo niet. Want er is niet één, er zyn vier zenders waarover het radiovolkjen uitzenden kan! Welnu dan, kan aan de wensen des volks hiermeê niet op de billykste wys tegemoet worden gekomen? Zelfs kan men het, desverkiezend, zo inrichten dat één der zenders uitsluitend voor pop, één uitsluitend voor sport en één uitsluitend voor gewawel in gereedheid wordt gebracht. En is dit niet reeds in hoge mate verwezenlykt? En als dit zo is, wat verhindert dan het omroepvolkjen, de aldus overschietende zender (waar nu immers zo ruimschoots aan de verlangens des volks op de drie eerste zenders is | |
[pagina 38]
| |
tegemoet gekomen) eindelyk te besteden aan wat een, wellicht kleine, doch daarom nog niet noodwendig verwaarloosbare minderheid gaarne horen zoû: wat in het omroepland met onverbeterlyke miskenning van het ware karakter der zaak genoemd wordt ernstige muziek? Geen myner lezers zal my houden voor een blind vereerder van al 't geen oude pruikenkoppen maar aan 't schrift hebben toevertrouwd (wond Publiek zich niet hevig op over enige spottende aperçu's van my over die geensints onbegaafde doch op voor 's mans reputatie noodlottige wys zo overschatte Goethe?), doch dat veel schone muziek in vroeger tyd is voortgebracht die het aanhoren nog geheel waard is, zal toch wel niemand my willen afstryden. Zeker, nooit zal een motet van Ockegem, een opera van Monteverdi tot troetelschyf worden uitverkoren, doch kan dit een beletsel wezen deze dan op Hilversum IV ten gehore te doen brengen? En zo veel meer zoû met die zender kunnen worden gedaan. Gelyk in 't behoudend Albion zoû men een ‘componist van de week’ kunnen aanwyzen, en aldus het publiek inzicht kunnen verschaffen in 's mans (ja, 's mans! stond ooit een vrouwelyke componiste op? en werd het niet daartoe de hoogste tyd, nu de onderdrukking van 't vrouwelyk geslacht goddank vrywel geheel is opgeheven?), in 's mans ontwikkelingsgang, in zyne minder bekende werken, in zyn verwantschap en zyn onderscheid met tydgenoten. Of men zoû verschillende uitvoeringen kunnen vergelyken van eenzelfde werk, en aldus Publiek tot billyke kwaliteits- en prysvergelyking der beschikbare gramofoonplaten aanmoedigen. Doch in plaats van dit alles, en van nog veel meer dat met enig loisir te bedenken ware, wordt ook Hilversum IV verknoeid door gewawel, sport, pop en operette's, en blyft in de weinige uren die na dit alles nog overschieten slechts gelegenheid tot het doen horen van het uittentreure bekende, van het dusgenaamde yzeren repertoire, en zelfs daarvan zelden meer dan een enkel afzonderlyk Allegro of Andante. Is het nu niet verdrietig, hierop doordenkend, dat een zo prachtig middel als de draadloze meêdeling van al wat belangwekkends in onze zowel als anderer beschaving geschapen werd en wordt, waarnaar zovelen vóór de tyd van Herz en Marconi gehunkerd hebben, nu het er dan eenmaal is misbruikt wordt tot het verbreiden van 't allerplatste? Waarlyk, het schynt wel of ieder met enig verstand, enige oorspronkelykheid, enige geest, voorzover zich bezig houdend met de media communicationis, nu juist slechts de technische kant beroert, ja of al het scheppend vernuft zich concentreert op het vervaardigen van steeds betere radio's, televisies, video-systemen, teleteksten en wat dies meer zy, zodat niemand meer overblyft die met al die nieuwe media nog iets zinnigs te doen weet! Is het geen grenzenloze verspilling, de fraayste middelen te bedenken om programma's op te kunnen vangen die het aanhoren en bekyken niet waard zyn? Diende niet Hilversum eens van Philips wat geest, wat vernuft | |
[pagina 39]
| |
te leen te vragen om al dat bedenken van nieuwe technieken ook naar de inhoud een eigen zin te verschaffen? En het is ook niet zo, dat Hilversum het eigen falen geheel zoû ontgaan. Want waarom anders die hand over hand toenemende pogingen van 't jammerlyk zendvolkjen, de uitzending, tegen alle richting der aethergolven in, door de luisteraar te doen verzorgen? Wie zelve iets te zeggen heeft, wie waarlyk tot het volk spreken wil vanuit eigen ziel, vanuit eigen aandoening, die doet zulks, en laat niet 't spreken aan de hoorder over. Neen, het overlaten der zaak aan de luisteraars is 't definitief, zelf uitgereikt testimonium paupertatis der radio-omroepers. En zy weten dit zelve. Ons allen gaat dit aan; ook wy zyn hierin party. Doch meer dan enig ander onzer, gaat dit alles U aan, Mr... ...Neen, voor éénmaal niet U, Van Twist! Want wel verzaakte Gy Uw plicht te Buitenzorg, toen ik de myne deed te Lebak, doch nooit werd een plicht U opgelegd te Hilversum. Schoon ook uit dit niet-falen te Hilversum Gy U geen eretitel voor Uzelve behoeft te maken, waar immers te Hilversum U zelfs de gelegenheid tot plichtsverzaking nooit werd geschonken!... ...neen ik bedoel U, Mr. Jurgens, Voorzitter der Nederlandse Omroep Stichting! Gy weet dit alles, en gy zwygt! Ja, gy weet het; waartoe anders immers schryft ge prysvragen uit, waarin Publiek een geheel nieuw omroepstelsel verzinnen mag? Bewyst dit niet dat gy de kanker kent die heerst te Hilversum? Is het niet Uw Voorzittersplicht, daaraan een einde te stellen, een einde te maken aan de heerschappy van pop, sport en gewawel op alle vier de zenders? Doch ik ken de redenen die U 't handelen beletten, die Uwe hand krachteloos maken tot het doel. Want zyn daar niet de omroepverenigingen, die, machtig in getal, de invoering van het eenvoudig, rationeel stelsel dat ik schetste, verhinderen? Vrezen zy niet, by een waarachtige zenderkleuring (iets anders dan 't slappe, door ontduiking in zyn tegendeel verkerende systeem van thans!) hunne dusgenaamde identiteit te verliezen? Niet of de hoorder hoort wat hy horen wil, doch of hy het gehoorde aan één der omroepverenigingen toe kan schrijven, dàt is voor hen de gehele zaak! Maar Mozart was niet evangelisch, en Brahms geen arbeiders-radioamateur. Hen kan men niet in een vakje stoppen, gereedgemaakt door de bekrompen dragers ener verouderde indeling der maatschappy. Welaan dan, Mr. Jurgens, ligt hier voor U geen schone taak? Verwyder slechts de omroepen, maak alles NOS, en houd deze uit de grypgrage vingeren der overheid! Och, ik ken de redenen die U nopen zullen, opnieuw neen te zeggen. Want wordt het omroepstelsel niet beschermd vanuit Den Haag, door 't | |
[pagina 40]
| |
ergst parlementarismus? Is niet in de Tweede Kamer een vaste meerderheid daar om elke wyziging, zelfs een zo eenvoudige als ik hier voorsla, zonder ernstig debat de nek om te draayen? Want niet of Schubert griffermeerd of socialist was, is voor hen de vraag; zy letten slechts op het verwerven van de stemmen der kiezers. Welnu dan: de omroepen steunen hen in verkiezingstyd; zouden zy dan niet de omroepen steunen in 't parlement, en daarmeê het stelsel waarin deze kunnen voortwoekeren? Ziedaar wat U tot lydelykheid doemt, Mr. Jurgens, of is 't soms zo niet? Doch ligt dan niet hier Uw schoonste taak? Sierde Gy U niet, eenmaal, met de erenaam ‘radicaal’? ja waart Gy niet voorzitter (veel zit Gy voor, doch niet hierin op zichzelve ligt verdienste) ener Party van Radicalen? Welaan dan, weest radicaal, in 't denken eerst, in 't handelen vervolgens! Waar honderdvyftig specialiteiten slechts twisten over zaken die de kern niet raken, ja die met duitenplateryen hunne ganse tyd als Kamerleden verdoen, daar kunt Gy handelen!
Ik breek af 't Walgt my. Immers ik weet dat ook Jurgens niet handelen zal. Gelyk een ieder in het ryk der omroep, verbergt ook hy zich achter officiële praatjes, om niets te hoeven doen. Ik voel my zeer vermoeid.
H.F. Cohen |
|