OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 35
(2016)– [tijdschrift] OSO– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 261]
| ||||||||||
Tessa Wuijts
| ||||||||||
OnderzoeksmethodeDit artikel is een weerslag van empirisch onderzoeksmateriaal dat ik heb verzameld gedurende drie maanden antropologisch veldwerk in de periode januari 2015 tot april 2015. De onderzoeksmethode bestond uit participerende observaties, semigestructureerde interviews en social network-analyses. Daarnaast maakt een secondary documents research ook deel uit van dit onderzoek. Daarin bestudeer ik tot in detail de geschiedenis van verschillende vormen van krediet in Suriname en hoe deze zich tot nu ontwikkeld hebben. Door herhaaldelijke bezoeken aan de Centrale Markt ben ik in contact gekomen met een kasman op de textielafdeling (een kasman of -vrouw ziet erop toe dat de deelnemers van de kasmoni hun verplichtingen nakomen), die mij vervolgens in contact heeft gebracht met andere leden van zijn kasmoni, evenals met een kasvrouw van een andere kasmoni. Zo was ik in staat om twee kasmoni-netwerken te lokaliseren en deze nader te onderzoeken. Omdat kasmoni een privéaangelegenheid is, is het niet met zekerheid te zeggen hoe- | ||||||||||
[pagina 262]
| ||||||||||
veel kasmoni-netwerken er op de Centrale Markt bestaan. De eerste kasmoni die ik heb gelokaliseerd heeft een dagelijks karakter en bevat negen directe leden en vijf indirecte leden. De laatstgenoemden leggen in via de directe leden en hebben daardoor geen rechtstreeks contact met de kasman. Deze kasmoni duurt 25 dagen en de minimale inleg per dag is twintig Surinaamse Dollar (SRD), dat is omgerekend ongeveer tweeënhalve euroGa naar voetnoot*. De kasmoni bestaat sinds 2002 en de meeste leden participeren al jaren. De tweede kasmoni heeft eveneens een dagelijks karakter en telt ook negen leden, maar heeft geen indirecte leden. Eén ronde duurt 20 dagen en de minimale inleg per dag is 25 SRD (ongeveer drie euro en vijftien cent). Deze kasmoni is negen jaar oud en ook hier participeren de meeste leden al jaren. Er is één lid dat in beide kasmonis participeert. De twee kasmoni-netwerken zijn met elkaar verweven door indirecte en directe banden, zoals familiebanden en huwelijksbanden. De leden van beide kasmonis zijn overwegend Hindostaans en sommigen hebben een gemengde etnische achtergrond. Er nemen zowel mannen als vrouwen deel aan beide kasmonis hoewel mannen in de meerderheid zijn (zes vrouwen en zestien mannen). De leeftijd van de leden varieert van 23 tot 63 jaar. De overwegend homogene etnische achtergrond van de leden kan mogelijk een verklaring zijn voor het succes van beide kasmonis. Ondanks dit gegeven gaven alle informanten en respondenten aan dat zaken zoals etniciteit en gender absoluut niet van belang zijn voor participatie in kasmoni. Zoals de kasman van de eerste kasmoni stelde: De begane grond van de Centrale Markt in Paramaribo (foto auteur)
| ||||||||||
[pagina 263]
| ||||||||||
‘Er zitten zowel mannen als vrouwen bij. Weliswaar meer mannen dan vrouwen. Er zijn meer Hindoestanen in mijn kasgeld, maar dit komt doordat er hier op de markt voornamelijk Hindostanen zijn die een kraampje bezitten. Je afkomst maakt niet uit, zolang je maar op tijd betaald.’ | ||||||||||
Economisch gedrag en kredietEr zijn veel pogingen gedaan vanuit verschillende disciplines om keuzeprocessen te begrijpen, vooral wanneer het aankomt op het verklaren van economisch gedrag. Een langdurig debat tussen economen en sociologen kleurt het veld van keuzeprocessen, waarin beide disciplines aan weerszijden van twee extremen staan. Aan de ene kant beargumenteren economen dat economisch gedrag verklaard kan worden door rationele keuzetheorieën, een dominante traditie sinds de negentiende eeuw welke is ontstaan door het utilitarisme (Hann en Hart 2011: 7). Deze traditie is gericht op individuele maximalisatie van ‘waarde’, waarin waarde vaak wordt omschreven in termen van kosten en baten, uitgedrukt in geld. Wanneer individuen ervoor kiezen om giften aan bijvoorbeeld familie, vrienden of een goed doel te geven en zij dus duidelijk geen ‘waarde’ maximaliseren, maken ze toch keuzes in omstandigheden van schaarsheid om hun nut te maximaliseren, maar economen schenken echter verder geen aandacht aan dit ‘mysterieus verschijnsel’ (ibid.). Sociologen aan de andere kant hebben hier wel aandacht aan besteed en beargumenteren dat economisch gedrag bepaald wordt door sociale relaties en structuren, welke niet los van elkaar kunnen worden gezien. Vooral in ‘primitieve’ of ‘non-market’ samenlevingen worden economische transacties bepaald door sociale of verwantschapsverplichtingen van de transactors (Granovetter 1992: 28). In een poging deze oude tegenstelling tussen economen en sociologen te overbruggen kiezen antropologen voor een ‘human economy’-benadering, waarbij de focus ligt op personen waarvan de voorkeuren en keuzes soms bepaald worden door individuele calculatie, maar soms ook door de familiale, sociale en politieke contexten waarin mensen zijn vervlochten of ingebed (Hann en Hart 2011: 9). Deze benadering positioneert zich in het midden van de twee extremen. Gedurende dit onderzoek heb ik getracht aan de hand van de human economy-benadering de keuze voor een bepaalde vorm van krediet van marktkooplui op de Centrale Markt in Paramaribo te bestuderen, om zodoende een bijdrage te kunnen leveren aan de discussie over ontwikkeling, en ook om een beter begrip te creëren rondom keuzeprocessen en economisch gedrag. Met deze benaderingskeuze heb ik getracht voorbij te gaan aan de tegenstelling ‘sociaal versus economisch’ (zie ook James 2015) bij het verklaren van keuzeprocessen en economisch gedrag, door het belang van sociale context, percepties ten aanzien van verschillende vormen van krediet en motieven van marktkooplui om al dan niet voor een bepaalde vorm van krediet te kiezen te betrekken in mijn onderzoek. Om de keuze van marktkooplui voor het gebruiken van een bepaalde vorm van krediet te begrijpen, is het belangrijk om te weten welke vormen van krediet er aanwezig zijn. In Suriname wordt krediet aangeboden door formele instanties zoals reguliere banken en sinds een aantal jaar ook via microkrediet | ||||||||||
[pagina 264]
| ||||||||||
arrangementen, maar men kan ook op een informele manier aan krediet komen, door bijvoorbeeld zelf lid te zijn van een ROSCA (Rotating Savings and Credit Association) of via familie of vrienden. ROSCAs komen voor over de hele wereld en delen vaak hetzelfde basisprincipe. Het betreft een groep mensen die dagelijks, wekelijks of maandelijks samenkomen en dan een bepaald bedrag inleggen in een gemeenschappelijke pot. Deze pot wordt dan, afhankelijk van de duur van de ronde, steeds uitgekeerd aan één lid van de groep. Dit lid kan vervolgens niet nog een keer de pot ontvangen, maar blijft wel steeds bijdragen aan de pot. Dit proces wordt herhaald totdat iedereen van de groep de pot heeft ontvangen. De ronde is dan afgelopen en vaak volgt er dan weer een nieuwe ronde en begint de hele cyclus opnieuw (Ambec & Treich 2007: 120-121). Vanwege zijn informele karakter is lid zijn van een ROSCA ideaal voor mensen die snel en renteloos krediet nodig hebben, zonder de administratieve rompslomp waar men ongetwijfeld mee te maken krijgt bij een lening van een reguliere bank. | ||||||||||
MicrokredietIn het Caraïbisch gebied bestaan er lange tradities van ROSCAs (Ardener 1964; Momsen 2010; Hossein 2013), met elk hun eigen termen. Zo is er de susu in Trinidad, de ‘meeting’ en ‘boxi money’ in Barbados en Guyana (Herskovits en Herskovits 1947; 292) en de kasmoni of kasgeld in Suriname (Bijnaar 2002a). Sociale netwerken, zoals kasmoni, zijn belangrijke bronnen voor het genereren van economisch kapitaal door middel van sociaal kapitaal. Zoals Bourdieu (1985: 248) beargumenteerde, sociaal kapitaal is ‘the aggregate of the actual or potential resources which are linked to possession of a durable network of more or less institutionalized relationships of mutual acquaintance or recognition’. Vooral voor marktkooplui op de Centrale Markt in Paramaribo is het hebben van sociaal kapitaal van significant belang, wat zal blijken uit dit artikel. In Suriname zijn er enkele pogingen gedaan om microkrediet te introduceren, hoewel deze pogingen niet erg effectief zijn gebleken. Microkrediet is een vorm van formeel krediet en bestaat uit kleine leningen die gebruikt worden voor het opzetten en financieren van een onderneming. Het is voornamelijk bedoeld voor mensen die normaal gesproken geen toegang hebben tot formeel krediet van reguliere banken, bijvoorbeeld de armen, die vaak geen onderpand of een stabiel inkomen hebben. Verscheidene auteurs beargumenteren dat ROSCAs een manier zijn om ‘het gat te vullen’ van een beperkte of niet-bestaande toegang tot formeel krediet (Etang, Fielding & Knowles 2011: 461), maar dankzij microkrediet kunnen ook de armen profiteren van de mogelijkheden die toegang tot krediet biedt. Ondanks dat krediet steeds meer toegankelijker wordt voor de gehele bevolking, blijft kasmoni bestaan. Het naast elkaar bestaan van verschillende vormen van krediet geeft zeer interessante inzichten voor het begrijpen van keuzeprocessen. De instabiele Surinaamse economie heeft een grote impact op de bevolking, vooral voor marktkooplui op de Centrale Markt. De huurprijzen van de stands zijn de afgelopen jaren flink omhoog gegaan en daarnaast is er een groeiende concurrentie van Chinese groothandelaren waardoor velen hun stand hebben moeten sluiten vanwege de slechte verkoop. Om de afnemende markt en de toegenomen | ||||||||||
[pagina 265]
| ||||||||||
kapitaaleisen het hoofd te kunnen bieden is er geld nodig. Marktkooplui vormen vaak een te groot risico voor de bank, omdat zij een onstabiel inkomen hebben en het dus niet zeker is of ze in staat zijn om de lening terug te betalen. Aan de andere kant is het voor marktkooplieden ook een groot risico om te lenen bij een reguliere bank, daar zij de kans lopen om hun onderpand te verliezen als ze niet in staat zijn om de lening op tijd af te lossen, bijvoorbeeld door een slechte verkoop. Veel marktkooplieden zijn daardoor genoodzaakt om op een andere manier aan krediet te komen, bijvoorbeeld door participatie in kasmoni, om zo hun onderneming draaiende te kunnen houden. | ||||||||||
Geschiedenis van krediet in surinameIn een poging om het systeem van kasmoni goed te begrijpen, hoe het werkt en opereert in een specifieke context, is het belangrijk dat we teruggaan naar zijn roots, hoe en wanneer het ontstaan is en hoe het systeem kon overleven tot nu. Het is tevens belangrijk om het ontstaan en de ontwikkeling van formele krediet-instituties te bestuderen, om een inzicht te verkrijgen in hoe toegang tot krediet veranderd is door de jaren heen. | ||||||||||
1667-1975Hoogstwaarschijnlijk is kasmoni ontstaan tijdens de slavernij. Voor de wet waren slaven geen personen maar roerende goederen, wat impliceert dat zij geen burgerrechten hadden en geen bezit mochten hebben (Van Stipriaan 1993: 377). Het was hen niet toegestaan om handel te drijven met de blanken, maar deze regel werd niet heel strikt gevolgd. De slaven verkochten soms producten die ze verkregen op de plantages op de markt, waardoor ze toch in staat waren om een klein inkomen te genereren. Vaak wisten de plantage-eigenaren wel af van deze activiteiten en soms stonden ze het om de slaven tevreden te houden ook toe (ibid.: 403-5). In 1826 werd de slavenhandel verboden. De leefomstandigheden op de plantages verbeterden aanzienlijk na dit verbod, omdat de slaven niet vervangen konden worden door nieuwe slaven uit Afrika. Vanaf dat moment was het de slaven legaal toegestaan om bezit te hebben. Dit gaf hen meer kansen om te onderhandelen, waardoor geld steeds belangrijker werd (ibid.: 420). De slaven hadden veel mogelijkheden om sociale netwerken aan te gaan met andere slaven, wat hen in staat stelde om een eigen cultuur, een eigen identiteit, een zelfbewustzijn en onderlinge solidariteit te creëren (ibid.: 387). De ‘uitgebreide’ familie werd steeds belangrijker binnen de Creoolse samenleving vanaf het moment dat de slavernij werd afgeschaft. De familieleden hadden gemeenschappelijke behoeften en de mate van het onderlinge vertrouwen en de sociale controle waren hoog, welke noodzakelijke voorwaarden zijn voor het bestaan van kasmoni. Ceremonieën en religieuze evenementen speelden ook een belangrijke rol binnen families. Bijvoorbeeld wanneer een dochter voor het eerst menstrueerde, was het gebruikelijk dat haar moeder een waardevol sieraad voor haar kocht. Een ander voorbeeld is het huwelijk; van de bruidegom wordt verwacht dat hij een geschenk geeft of een bepaald bedrag betaalt voor de diensten van de bruid. Volgens Bijnaar (2002a: 45-6; 2002b: 29) kunnen ook begrafenissen een belangrijke | ||||||||||
[pagina 266]
| ||||||||||
oorzaak zijn van het initiëren van kasmoni. Begrafenissen waren vaak een dure feestelijke aangelegenheid binnen families, waardoor familieleden geld bij elkaar legden om de begrafenis en de festiviteiten daaromheen te kunnen bekostigen. Deze ‘begrafenisfondsen’ waren waarschijnlijk een van de eerste grotere organisatiestructuren tussen slaven (Buschkens 1973: 161). Gedurende de slavernij waren alle noodzakelijke condities voor het bestaan van kasmoni aanwezig, waardoor het aannemelijk is dat er toen al aan kasmoni gedaan werd. Zoals Bouman (1995: 122) beargumenteerde in zijn zoektocht naar het ontstaan van ROSCAs: ‘the historical answer to the origin of ROSCA rests in the very universality of human behaviour and the logic of collective action. Human behaviour being what it is - an effort of the individual to adjust himself to his surroundings - human beings are apt to all react somewhat alike when facing, and trying to adjust to, situations of scarcity, insecurity and risk’. Door samen te werken en netwerken gebaseerd op onderlinge solidariteit te vormen krijgen mensen meer zekerheid in tijden van schaarsheid, bijvoorbeeld in tijden van slavernij. Volgens Bouman vormen ROSCAs ‘an almost perfect network of mutual assistance, based on (balanced) reciprocity’ (1995: 123). Met inachtneming van deze verklaring van menselijk gedrag in tijden van schaarsheid, is het aannemelijk dat kasmoni een ‘eigen creoolse ROSCA-variant is, die al dan niet onder Afrikaanse invloed, door de Surinaamse slaven is ontwikkeld’ (Bijnaar 2002a: 25). In 1865 werd de eerste formele bank opgericht, De Surinaamsche Bank NV. Deze bank was enkel bedoeld voor de rijke plantage-eigenaren. In 1880 werd de Koloniale Spaarbank opgericht, een kleine bank welke slechts eenmaal per week twee uur open was, waar mensen hun geld konden brengen om te sparen. Deze bank was bedoeld voor de hele bevolking. In 1904 werd deze bank vervangen door de Koloniale Postspaarbank, wat later de Surinaamse Postspaarbank werd. Hierna werden er meerdere instituties opgericht waar mensen konden sparen en waar ze zakelijk en consumptief krediet konden verkrijgen, zoals pandjeshuizen en kredietcoöperaties. Vooral de pandjeshuizen waren erg populair. Alles wat maar ook een klein beetje waarde had kon verkocht worden of ingeruild worden voor consumptief krediet. Ook kon er krediet worden verkregen bij geldschieters en woekeraars, weliswaar tegen hele hoge rente, waardoor het voor velen lastig werd om alles terug te kunnen betalen. Dit zorgde ervoor dat mensen geld gingen lenen bij andere geldschieters, met tevens hoge rentes, om zo hun schulden terug te kunnen betalen. Dit leidde veelal tot nog meer schulden, waardoor veel mensen onder hoge druk kwamen te staan, met als gevolg dat ze gingen stelen of zwendelen, of zelfs hun lichaam verkochten om de schuldeisers terug te kunnen betalen (Loor 2013; 41-2). In 1949 werd De Surinaamsche Volkskredietbank opgericht om een einde te maken aan deze wantoestanden. Deze bank bood consumptief krediet aan tegen lage rentes en was bedoeld voor de hele bevolking. Een andere kredietverstrekker was de West-Indische Cultuurbank die zich voornamelijk focuste op de plantages, maar vanwege verkeerde beleidsmaatregelen hield deze bank het niet lang vol. De O.R.G. Vervuurts Banking Corporation Ltd. werd opgericht in 1936 en werd later, na faillissement, de Hakrinbank (Handels-Krediet en Industriebank), welke | ||||||||||
[pagina 267]
| ||||||||||
vandaag de dag nog steeds bestaat (Loor 2013: 43). Naast de formele banken bestonden er ook associaties die inspeelden op de spaarbehoefte van de bevolking. Zo waren er kerken die de mensen probeerden te stimuleren om te sparen, door ze te leren dat ‘wie spaart altijd geld heeft, met plezier zal werken, kan trouwen een fatsoenlijk huis kan huren, en vanwege zijn onafhankelijkheid respect afdwingt van zijn medemensen’ (Bijnaar 2002a: 61; 2002b: 38). Een andere belangrijke historische gebeurtenis is de opkomst van de formele loterijen, welke werden opgericht in de jaren dertig. In 1945 werd de Nationale Loterij Suriname opgericht (Loor 2013: 66), en in de jaren daarna ontstonden er vele andere instituties (bijvoorbeeld casino's) waar mensen konden gokken en spelen om geld (Bijnaar 2002). Ondanks dat formele spaar- en kredietinstanties steeds meer toegankelijk werden voor de gehele bevolking gedurende de jaren, bleef er behoefte aan informeel krediet, vooral bij de mensen in de lagere klassen die lage lonen hadden en dus niet veel hadden om te sparen. Tevens was formeel krediet voor velen een ver-van-mijn-bedshow, een afstand die volgens Bijnaar (2002b: 38) tot in de jaren 60 en 70 stand hield. | ||||||||||
Periode na 1975De periode tussen 1982 en 2000 in Suriname werd gekenmerkt door een sociaaleconomische crisis. De Decembermoorden in 1982 door het militaire bewind (1980-1987) leidden tot het staken van de Nederlandse ontwikkelingshulp hetgeen een sociaaleconomische ineenstorting tot gevolg had. Het uitgevoerde aanpassingsprogramma (structureel aanpassingsprogramma - SAP) in de eerste helft van de jaren negentig en het wanbeleid van de regering-Wijdenbosch (1996-2000) leidden tot verergering van de sociaaleconomische crisis. In de periode 2000-2010 kroop Suriname onder de regering-Venetiaan II (2000-2005) en III (2005-2010) in sociaaleconomisch opzicht langzaam uit een diep dal, maar de regering wist niet het vertrouwen te winnen van grote delen van de bevolking. Hoge werkloosheid, toename van de armoede en corruptieschandalen liggen hieraan ten grondslag (zie Buddingh' 2012). De crisis en inflatie hebben hun weerslag gehad op kasmoni. Volgens Bijnaar vielen er veel kasmoni-netwerken uiteen vanwege de massamigratie naar Nederland (2002a: 83). Ondanks deze migratie, bleven sommigen toch participeren in kasmoni, zelfs wanneer ze in Nederland waren, zoals een van mijn informanten nu nog steeds doet. Om de economische crisis het hoofd te kunnen bieden en toch door te gaan met kasmoni besloten er veel groepen om bijvoorbeeld de minimale inzet (het minimale bedrag wat periodiek ingelegd moet worden) te verlagen. Ondanks de inflatie en crisis bleef kasmoni bij uitstek een makkelijke en goedkope manier om krediet te verkrijgen, daar krediet van de bank erg duur en moeilijk te verkrijgen was gedurende die periode. Het lijkt erop dat de neergang van formele instituties er juist voor gezorgd heeft dat informele spaar- en kredietassociaties, zoals kasmoni, steeds populairder werden. In 2010 werd er met steun van Nederland het Microkredieten Programma (MKP) in Suriname gelanceerd, om kleine ondernemers te stimuleren en daarmee | ||||||||||
[pagina 268]
| ||||||||||
economische groei te bevorderen.Ga naar voetnoot1 Voor MKP werd een budget van zes miljoen euro beschikbaar gesteld. Het fonds wordt beheerd door de Surinaamse Trust Maatschappij NV, ook wel bekend als Suritrust, een dochtermaatschappij van de Surinaamsche Bank. Er zijn momenteel vijf instituties waar startende en kleine ondernemers een lening kunnen krijgen: de GODO Coöperatieve Spaar- en Kredietbank G.A., Stichting SEVA, de Women in Business group, de Trustbank en de Spaar- en Kredietcoöperatie De Schakel. Het microkredietenprogramma was bedoeld om ten minste 4.000 ondernemers te helpen. Het MKP was na een aantal jaren echter bijna genoodzaakt te stoppen, omdat in de praktijk het terugbetalen van de leningen een enorm obstakel was voor veel kleine ondernemers.Ga naar voetnoot2 Het fonds had dus steeds minder geld, waardoor er ook geen leningen meer verstrekt konden worden. Om te voorkomen dat het ten einde zou komen heeft de overheid besloten om het programma nogmaals te ondersteunen middels een vierjarige overeenkomst, beginnend met een bijdrage van één miljoen Surinaamse Dollar. Een interessant gegeven is dat het microkredietenprogramma in Suriname niet één programma is dat geïmplementeerd wordt door de vijf betrokken instituten, maar elk instituut heeft zijn eigen programma's met verschillende rentes en verschillende manieren van werken. Zo biedt bijvoorbeeld de Spaar- en Kredietcoöperatie De Schakel leningen aan tegen een rente van 35 procent. In het verleden zijn er veel mensen geweest die misbruik hebben gemaakt van de leningen, waardoor de rente nu zo hoog is. Er was sprake van een slechte screening en monitoring, waardoor mensen te makkelijk een lening konden krijgen. Door het geven van valse telefoonnummers en adressen die niet gecheckt werden voordat een lening toegewezen werd, was het erg makkelijk om een lening te verkrijgen zonder deze terug te betalen. De Trustbank is een grotere organisatie, die meer de vorm aanneemt van een reguliere bank. De rentes van de leningen bevinden zich ongeveer tussen de 16 en 20 procent. De hoogte van de rente wordt bepaald door het wel of niet hebben van een onderpand. Ook bij de Trustbank is er in het verleden veel misbruik gemaakt van de leningen, waardoor er veel geld verloren is gegaan. Als gevolg van deze ervaringen verstrekt de Trustbank geen microkrediet meer aan startende ondernemers. Startende ondernemers worden doorgestuurd naar de Women in Business group, een non-gouvernementele organisatie gespecialiseerd in microkrediet. De hoge rentes en het feit dat in de meeste gevallen wel een onderpand nodig is zorgen ervoor dat het microkrediet steeds meer lijkt op formeel krediet van een reguliere bank. Ondanks dat het programma is gelanceerd met de intentie om meer toegang tot formeel krediet te bieden aan mensen die voorheen geen toegang hadden, lijkt het erop dat toegang tot formeel krediet beperkt blijft. De economische crisis die karakteriserend was voor de afgelopen veertig jaar heeft zijn sporen nagelaten. Nog steeds bevindt het land zich in een crisis, met gevolgen voor de hele bevolking. De keuze van marktkooplui om netwerken te vormen gebaseerd op onderlinge solidariteit en wederkerigheid lijkt een noodzaak te worden om te | ||||||||||
[pagina 269]
| ||||||||||
kunnen overleven, om ondernemingen draaiende te houden en zich te beschermen tegen onzekerheid en risico's. Deze keuze gaat echter ook voorbij aan de beperkte toegang tot formeel krediet, wat in de volgende paragraaf wordt besproken. | ||||||||||
Informeel of formeel krediet?Ondanks dat het MKP al enkele jaren bestaat in Suriname, had geen van mijn informanten ervaring met microkrediet. Wat het is, waar het voor gebruikt wordt en voor wie het bestemd is waren vragen die niet of nauwelijks beantwoord konden worden. Een gebrek aan kennis en ervaring kan leiden tot een snellere aanname van bijvoorbeeld ervaringen van anderen, welke invloed hebben op de acties en het gedrag van een individu: ‘Ik ben niet erg bekend met microkrediet, maar ik spaar wel bij de bank. Ik heb nog nooit een lening genomen bij de bank, en dit wil ik ook absoluut niet. (...) Als je een ondernemer bent, ben je niet zeker van je inkomsten, je hebt geen vast inkomen in verhouding met iemand die bijvoorbeeld voor de overheid werkt en een vaste baan heeft. Het is dus zeer risicovol om een lening af te sluiten, want je kunt niet met zekerheid zeggen dat je deze ook af kan lossen, want je weet niet wat dan je inkomen zal zijn. Mensen die niet hun lening af kunnen betalen raken gestrest en dat is niet goed. (...) Ik zou liever gaan voor kasgeld dan voor een lening bij de bank. Ik ken iemand die een lening bij de bank had genomen om haar zaakje draaiende te houden, maar het lukte haar niet om deze lening terug te betalen binnen 2 jaar, dus bleef ze maar betalen en de rente stapelde zich maar op. Bij kasgeld is er natuurlijk geen sprake van rente. Kasgeld is ook vertrouwelijk, het voelt vertrouwd. (...) Lenen bij de bank is iets wat ik niet zo goed zou durven.’ [vrouw, lid kasmoni] Ondanks dat ervaringen van anderen binnen sociale netwerken van individuen soms bepalend kunnen zijn voor de percepties van deze individuen, hoeft dit niet altijd zo te zijn. Uit deze quote blijkt dat de keuze van deze persoon om geen gebruik te maken van formeel krediet goed beredeneerd is vanuit haar eigen ervaringen en kennis, maar tevens ook sociaal ingebed is, daar iemand uit haar sociale netwerk negatieve ervaringen had met formeel krediet. De voor- en nadelen van beide vormen van krediet volgens de percepties van de marktkooplui geven interessante inzichten in hun keuzeprocessen. Het belangrijkste voordeel van kasmoni ten opzichte van formeel krediet, als genoemd bij alle informanten en respondenten, is dat er geen rente betaald hoeft te worden. Dit maakt het krediet verkregen uit kasmoni erg goedkoop, daar men niet meer geld kwijt is dan hij of zij heeft ingelegd. Een andere reden waarom sommigen kiezen voor kasmoni is dat het meer vertrouwd is. De meerderheid van de marktkooplui is al jaren actief in kasmoni en het is een onderdeel van hun dagelijkse routine geworden. Participeren in kasmoni is tevens een makkelijke manier om geld te sparen. Zo helpt de verplichting om elke dag te moeten betalen een van de informanten om te sparen: | ||||||||||
[pagina 270]
| ||||||||||
De textielafdeling op de Centrale Markt in Paramaribo. Foto auteur
‘voor mij is kasgeld voornamelijk een hulpmiddel om te kunnen sparen, vanwege de verplichting om elke dag te zetten, omdat ik niet genoeg zelfdiscipline heb’. [man, lid kasmoni] Spaargeld is erg belangrijk voor marktkooplui, omdat zij bijvoorbeeld geen pensioen opbouwen. Zo gebruiken sommigen kasgeld om geld te sparen voor hun oude dag. De meerderheid van de marktkooplieden gebruikt kasgeld voor zakelijke doeleinden, bijvoorbeeld voor het aanvullen van de voorraad of andere investeringen. Een ander belangrijk voordeel van kasgeld ten opzichte van formeel krediet is dat het meer privé en makkelijker is en men niet aan zoveel voorwaarden hoeft te voldoen dan wanneer ze in aanmerking willen komen voor een lening van een reguliere bank. Zoals een van mijn informanten die vroeger bij een bank werkte het stelde: ‘kasgeld is makkelijker voor de mensen hier. Bij de bank moet je aan zoveel voorwaarden voldoen en hier is het gewoon van ons kent ons, niemand hoeft je ID-nummer te weten et cetera’. [vrouw, lid kasmoni] Daarnaast is er voor participatie in kasmoni geen onderpand nodig, zodat het risico voor het verliezen van bijvoorbeeld een huis of auto minder aanwezig is dan bij een lening van een reguliere bank. Echter, dit gegeven zorgt ervoor dat het systeem van kasmoni erg kwetsbaar is voor fraude. Als iemand besluit om fraude | ||||||||||
[pagina 271]
| ||||||||||
te plegen en weg te gaan, zal er namelijk geen onderpand zijn om dit te kunnen compenseren. Zoals een van mijn informanten stelde: ‘het blijft een gok. Je neemt toch een risico, en ergens ben ik wel bang dat er iemand met mijn geld vandoor gaat. Ik doe dit nu al drie jaar zonder nare ervaringen, en mijn vertrouwen in de mensen is daardoor wel wat gegroeid’. [man, lid kasmoni] Ondanks dat kasmoni veel voordelen heeft ten opzichte van formeel krediet, moet men net als bij formeel krediet aan bepaalde voorwaarden voldoen om te kunnen participeren. Zo is het erg belangrijk dat een persoon kredietwaardig is. Hier rijst natuurlijk de vraag dat, wanneer iemand niet zeker is dat hij of zij in staat is om een lening van een reguliere bank terug te kunnen betalen vanwege een onzeker inkomen, hoe kan hij of zij dan zeker zijn om aan de verplichting van het betalen van een bepaald bedrag elke dag, week of maand te kunnen voldoen? Soms komt het voor dat een lid van een kasmoni niet in staat is om op tijd te betalen. Het geld wordt dan meestal voorgeschoten door de kasman of kasvrouw die de pot beheert. Het wordt dan wel verwacht dat de persoon die niet op tijd kon betalen de volgende keer verplicht is om twee keer de gekozen inzet te betalen. Leden kunnen vaak zelf bepalen hoeveel geld ze periodiek in willen en kunnen zetten, wat kasmoni flexibeler maakt dan formeel krediet. Er is vaak wel sprake van een minimum inzet, oftewel één handGa naar voetnoot3, maar men kan beslissen om meer in te zetten. Wanneer een persoon niet in staat is om een lening van een reguliere bank terug te betalen, kan dit serieuze gevolgen hebben; zoals het verliezen van onderpand of rentes die steeds hoger worden. De consequenties bij het niet nakomen van de verplichting bij het inzetten in kasmoni kunnen ook serieus zijn, omdat leden uitgesloten kunnen worden van verdere participatie, wat een verlies van sociaal kapitaal en daarmee ook economisch kapitaal kan betekenen. Ondanks dat de meerderheid van de marktkooplieden de voorkeur geeft aan kasmoni boven formeel krediet, noemden sommigen enkele voordelen van formeel krediet ten opzichte van kasmoni. Een van deze voordelen is de belastingdekking: ‘Ik zou liever lenen bij de bank. De reden hiervoor is vanwege de belastingdekking. Als je een zakenman bent, ga je geheid een keer de belastingdienst aan je deur krijgen. Als ik mijn zaak volledig zou financieren met kasgeld, zou de belasting vragen hoe kom je aan dat geld. Als blijkt dat je dat via kasgeld hebt verkregen, kunnen ze zeggen dat je er belasting over moet betalen. De belastingdienst komt wel eens langs op de markt, en je moet als ondernemer goed bijhouden wat je inkoopt, hoeveel je verkoopt, heel die administratieve rompslomp moet gebeuren. Soms kun je beter lenen bij de bank als je echt grote zaken of projecten wilt opzetten.’ [man, ex-lid kasmoni] | ||||||||||
[pagina 272]
| ||||||||||
In tegenstelling tot kasmoni is het voordeel van een formeel krediet bij een reguliere bank dat er vaak hogere bedragen, beschikbaar zijn. De keuze om gebruik te maken van kasmoni of formeel krediet hangt daarom ook af van wat de persoon nodig heeft. Wanneer iemand een groot project wil doen, bijvoorbeeld het renoveren van een bedrijf of huis, en dus veel geld nodig heeft, zou men eerder denken aan een lening bij een formele bank. Echter is het ook mogelijk, zoals al eerder genoemd, om meer handen tegelijkertijd in te zetten in kasmoni, zoals een van mijn informanten heeft gedaan: ‘wanneer je iets wilt doen, en je hebt het geld in één keer nodig, dan is het handig dat je in kan zetten in kasmoni. Toen ik nog kasvrouw was op de markt, was mijn doel, de reden waarom ik inzette, om mijn huis te bouwen. (...) Ik was een alleenstaande moeder en had niet veel te besteden, maar zo heb ik kunnen sparen en uiteindelijk mijn huis kunnen bouwen met het kasgeld’. [vrouw, lid kasmoni] Hoe meer een lid inzet elke keer, hoe meer hij of zij uiteindelijk ontvangt. Het is dus ook mogelijk om relatief hoge bedragen te verkrijgen door middel van participatie in kasmoni. Ten slotte zijn er ook nog enkele marktkooplieden die in het verleden wel een lening bij de bank hebben genomen: ‘13 a 15 jaar geleden heb ik een lening genomen bij de bank, ik had dit geld dringend nodig omdat ik mijn zaak moest renoveren. Ik ben hiervoor alle banken afgegaan en alleen de Finabank gaf een lening op basis van mijn marktvergunning. Ik zou wel voor een lening bij de bank willen gaan maar met een marktvergunning krijg je maar moeilijk een lening. (...) De marktmensen hebben een vergunning om op de markt te staan, maar zij zouden de bank niet aan kunnen tonen wat hun inkomen is, ze hebben geen houvast. Als je een lening wilt moeten ze je loonslip zien, je papieren et cetera want de persoon die je de lening geeft moet alle zekerheid hebben. Vaak moet de bank ook een dekking hebben, meestal in de vorm van een onderpand. Op basis van hun marktvergunning komen ze niet in aanmerking voor een lening, maar wel als ze bijvoorbeeld hun huis of wat anders als onderpand gebruiken.’ [vrouw, lid kasmoni] Voor marktkooplui is het dus zeer risicovol om te lenen bij een reguliere bank, en volgens een van mijn informanten is het vooral angst wat hen ervan weerhoudt om voor formeel krediet te kiezen: ‘veel mensen zijn bang voor een lening vanwege het onderpand, ze zijn bang dat wanneer ze het niet terug kunnen betalen, dat ze dan hun onderpand, bijvoorbeeld hun huis, zullen verliezen. Dit is ook een van de redenen waarom mensen liever inzetten in kasgeld’. [vrouw, lid kasmoni] | ||||||||||
[pagina 273]
| ||||||||||
Tot slot: meer dan slechts een ‘opvulling van een gat’Volgens Etang, Fielding en Knowles (2011: 461) zijn ROSCAs een manier om ‘het gat te vullen’ van een beperkte of uitgesloten zijn van toegang tot formeel krediet. De toegang tot formeel krediet van reguliere banken in Suriname van marktkooplui is beperkt, daar een marktvergunning vaak niet genoeg is en hun inkomen onzeker is. De meerderheid van de marktkooplieden verkrijgt zijn krediet uit participatie in kasmoni. Kasmoni wordt gezien als een vertrouwelijke, veilige, makkelijke en goedkope optie om krediet te verkrijgen. In tegenstelling tot formeel krediet hoeft er over kasgeld geen rente betaald te worden, is er geen administratieve rompslomp en is er tevens geen onderpand nodig. Participeren in kasmoni kan ook een effectief hulpmiddel zijn bij sparen vanwege de verplichting om elke dag, week of maand te betalen, in contrast met sparen bij de bank. In dit opzicht is het rationeler om te kiezen voor kasmoni in plaats van een lening van een bank, omdat het meer economische voordelen heeft. Dit werpt een heel ander licht op de stelling van Etang, Fielding en Knowles. Ondanks dat het waar is dat participeren in kasmoni par excellence de manier is om krediet te verkrijgen voor degenen die geen toegang hebben tot formeel krediet, betekent dit niet dat wanneer formeel krediet toegankelijker wordt dat ze gaan stoppen met participeren in kasmoni. De beperkte toegang tot formeel krediet is een belangrijke factor voor het begrijpen van keuzeprocessen en economisch gedrag, maar het is tevens heel belangrijk om verder te kijken dan dat. De sociale context en materiële omstandigheden waarin de economische keuzes voor het gebruik van verschillende vormen van krediet worden gevormd zijn hierbij van significant belang. Economisch gedrag kan niet gezien en geanalyseerd worden gescheiden van enige sociale context. Uit het onderzoek op de Centrale Markt blijkt dat ondanks de groeiende competitie de onderlinge solidariteit bij de marktkooplui erg hoog is. Deze onderlinge solidariteit wordt geuit door elkaar te helpen aan klanten, elkaars stands te runnen wanneer de eigenaar ziek is of om andere redenen afwezig en tevens door het helpen van elkaar om aan krediet te komen en de ondernemingen te laten voortbestaan. Ondanks dat dit misschien onlogisch klinkt vanuit een rationeel keuzeperspectief; elkaar helpen wat uiteindelijk nog meer competitie creëert, betekent dit niet dat deze onderlinge solidariteit een irrationele vorm van economisch gedrag is. Integendeel, het is een doelbewust systeem van wederkerigheid, gemotiveerd door eigenbelang en het helpen van anderen, gebaseerd op onderling vertrouwen en verwachtingen naar anderen en geproduceerd door sociale relaties. Sociaal kapitaal is in deze zin net zo belangrijk als economisch kapitaal, omdat het zonder sociaal kapitaal veel moeilijker is om de groeiende competitie en economische crisis het hoofd te kunnen bieden. Het sociale kapitaal komt voort uit het vertrouwen tussen de leden van een kasmoni en uit de verwachting dat iedereen zijn plichten nakomt. Vertrouwen wordt gegenereerd door sociale relaties en kennis van leden in termen van betrouwbaarheid en betalingsgedrag, maar ook door ervaring en het herhalen van ronden. Veel kasmonis bestaan al meerdere jaren en worden gekarakteriseerd door hun succes. De sociale controle tussen leden is hoog, daar de leden elkaar vaak al heel lang kennen. Leden die frauderen zijn op de langere termijn slechter af, omdat een verbod op verdere | ||||||||||
[pagina 274]
| ||||||||||
participatie leidt tot een verlies van sociaal kapitaal, en uiteindelijk ook van economisch kapitaal. Naar aanleiding van de percepties van de marktkooplui ten aanzien van verschillende vormen van krediet, lijkt het erop dat de risico's van participeren in kasmoni minder groot zijn ten opzichte van de risico's van formeel krediet en dat de voordelen van kasmoni opwegen tegen die van formeel krediet. De economische keuzeprocessen van marktkooplui zijn dus sterk gerelateerd aan sociale relaties en vertrouwen en kunnen niet verklaard worden door enkel economische of sociale motieven in acht te nemen. Gezien de economische keuzeprocessen van veel marktkooplieden om liever krediet te verkrijgen door te participeren in kasmoni in plaats van gebruik te maken van formeel krediet, en de manier waarop deze keuzes worden gevormd door individuele calculatie, ingebed in sociale relaties, is het aannemelijk dat kasmoni blijft bestaan naast moderne, formele spaar- en kredietinstituties, zelfs naast microkrediet. De oplossing van het geldprobleem van mensen door hen simpelweg toegang te geven tot formeel krediet dient daarom met een kritische blik te worden bekeken. | ||||||||||
Literatuur
| ||||||||||
[pagina 275]
| ||||||||||
Tessa Wuijts studeerde Development Studies aan de Radboud Universiteit Nijmegen, en schreef haar masterscriptie over keuzeprocessen van marktkooplui in Suriname ten aanzien van verschillende vormen van krediet. |
|