G.W. van der Meiden
In Memoriam André Loor 1931-2013
Op 10 december 2013 is na een betrekkelijk kort ziekbed van ons heen gegaan Dr. A.H. Loor, een man die zich in de Surinaamse gemeenschap een unieke plaats heeft verworven. Hij was een afstammeling van de Nederlandse Boeren die zich in 1845 in Suriname vestigden en die in 1931, het geboortejaar van Loor, nog een heel apart onderdeel van de Surinaamse bevolking vormden, grotendeels werkzaam in de landbouw en veeteelt.
Zijn vader was onderwijzer, een beroep dat André ook gekozen heeft. Hij werkte op verschillende scholen, zowel in Paramaribo als in het district. Zijn bijzondere liefde gold Nickerie. In wezen was Loor een onderwijsman. De charismatische Jaap Meijer, die van 1953 tot 1955 in Suriname geschiedenisleraar was, en ook als rabbijn fungeerde, heeft op de jonge en ontvankelijke André Loor een enorme invloed gehad. Meijer bracht hem liefde bij voor geschiedenis, ook en vooral voor de Surinaamse geschiedenis. Het contact is heel intensief geweest. Opmerkelijk is dat het bleef bestaan tot aan het einde van Meijers leven. Loor en Meijer hebben nooit ruzie gehad. De irenische aard van Loor heeft daar stellig mee te maken, maar ook het leeftijdsverschil en de afstand tussen Paramaribo en Heemstede waren er niet vreemd aan.
In 1956 vertrok Loor naar Nederland, waar hij geschiedenis ging studeren, eerst aan de School voor Taal en Letterkunde, daarna aan de Vrije Universiteit. Bij zijn aankomst in Nederland trof hij twee boeken aan: het beroemde boek van Wolbers en de dissertatie van Einaar over het Engelse Tussenbestuur. Jaap Meijer had ze voor hem gekocht voor een uiterst redelijke prijs. Het was de basis van zijn latere, zeer grote verzameling. In 1962 keerde hij terug naar Suriname. Zijn studie aan de VU zou hij pas later voltooien. Hij heeft destijds nog rondgelopen met het plan te promoveren op de periode van het Staatstoezicht (1863-1873). Dat is er niet van gekomen omdat de begeleidende docent van Surinaamse geschiedenis totaal niets wist. Loor heeft in Suriname succesvol carrière gemaakt in het onderwijs en binnen het ambtelijk apparaat. Zijn grootste successen behaalde hij met zijn televisieprogramma's over de Surinaamse geschiedenis, waaruit zijn eruditie bleek, zijn kapitale kennis van boeken en illustraties, zijn vermogen een breed publiek te boeien en, wat heel belangrijk was: zijn vermogen iedere Surinaamse bevolkingsgroep in zijn waarde te laten. Van de ‘wetenschap’ heeft hij zich nooit helemaal vervreemd. Eind jaren tachtig heeft hij me nog eens gevraagd of ik vond dat hij moest promoveren. Ik vond van niet. ‘Zoiets moet je op wat jeugdiger leeftijd doen, je bent te veel aan Suriname gehecht om lang in Nederland onderzoek te doen en ik zou geen passende promotor voor je weten’, woorden van deze strekking heb ik gemompeld. Het maakte een diepere indruk dan ik me toen realiseerde. Jaren later kwam hij erop terug. ‘Jij hebt het me uit mijn hoofd