OSO. Tijdschrift voor Surinaamse taalkunde, letterkunde en geschiedenis. Jaargang 32

[p. 139]

Signalementen

Marijke Verkuijl en Soeki Irodikromo, Ramayana; Het epos van Rama en Sita. Paramaribo: Suriprint, 2008. 240 p., ISBN 9991495797.

Het epos van Rama en Sita blijft al eeuwen mensen boeien. Zuidelijk Azië telt meer dan veertig versies van het Ramayana en aan die verzameling is in Suriname een prachtige bewerking toegevoegd. De tekst is gemaakt door Marijke Verkuil en het boek is geïllustreerd met batiks door Soeki Irodikroma. Het is prachtig om re zien hoe de Javaanse en Hindostaanse cultuur in Suriname in dit boek samen voor de dag komen. De structuur van het boek bestaat, net als in een muziekstuk, uit een voorspel, tussenspelen, een hoofdthema, een neventhema en een eindspel.

Marijke Verkuijl is er in vele opzichten in geslaagd om door haar eenvoudige taalgebruik het oude verhaal uit de hindoetraditie toegankelijk te maken voor de Surinaamse jeugd, en dan natuurlijk niet alleen voor hen.

In het voorspel geeft zij wat algemene informatie over de verschillende versies van het Ramayana en over de plaats waar de geschiedenis begint. Het hoofdthema behandelt de gebeurtenissen waarbij Rama zelf aanwezig is. De tussenspelen leiden verschillende episodes in en geven waar nodig uitleg. In het naspel vertelt Marijke Verkuijl wat er gebeurt na de val van Ravana en de hereniging van Rama met Sita.

Het boek is een uiting van de Surinaamse cultuur die zo divers is vanwege de herkomst van de mensen die er wonen en warm aan te bevelen.

Hari Rambaran

Michaël Slory, Torent een man hoog met zijn poëzie. Haarlem: In de Knipscheer, 2012, 80 p., ISBN 978-90-6265-806-0.

Deze bundel met poëzie van Michaël Slory is een mooie markering van zijn vijfenzeventigste verjaardag in augustus 2010. De samensteller (Michiel van Kempen) van de bundel had hem geen mooier cadeau kunnen schenken dan deze selectie uit de Nederlandstalige poëzie die Slory

[p. 140]

tussen 1995 en 2005 schreef. Daarnaast zijn er gedichten in het Sranantongo in opgenomen, die door wijlen de dichter John Leefmans stuk voor stuk van een prachtige Nederlandse vertaling zijn voorzien.

De gedichten in deze bundel zijn grondig herzien door Slory en aangevuld met nieuw werk. Alleen daarom al is deze verzameling een welkome aanvulling naast Ik zal zingen om de zon te laten opkomen, een bloemlezing die in 1991 bij dezelfde uitgeverij verscheen.

De titel van de bundel is ontleend aan de beginregels van een gedicht van Slory. Volgens Van Kempen staat er heel bewust niet dat de man boven de anderen uittorent. De selectie van deze gedichten laat nogmaals zien dat Slory op eenzame hoogte verkeert. Hoe je het wendt of keert: hij torent nog steeds boven alle andere Surinaamse dichters uit.

John Schuster